Generaal Jamón wint tv-debat


MATAQUINTOS – In een buitengewoon saai tv-debat is generaal Jamón, zoals verwacht, gisteren als winnaar uit de bus gekomen. De vier uur durende tv-uitzending liet het Managuayaanse staatshoofd als vrijwel enige spreken.

Presentator Oli Mungo Chávez introduceerde, na een kort welkomstwoord, zwetend de generaal, waarna een langdurig applaus losbarstte. Daarop nam Jamón het woord en richtte zich ruim drie uur en drie kwartier lang tot de natie. De enige interruptie kwam na drie uur en twintig minuten van de liberale leider Marco Ruteño, die naar het toilet moest.
 

Het was het enige spannende moment van het debat: Jamón reageerde als door een wesp gestoken en eiste dat Ruteño zijn blaas beheerste ‘als een man’. Tevens bleek met deze interruptie dat alleen de microfoon van Jamón echt was, en die van de vier politieke leiders van opgesteven papajapulp. Ruteño verliet huilend de studio.    

Het laatste kwartier van de uitzending was bedoeld voor debat tussen de overgebleven politici, maar door gebrek aan geluidsversterking, en een reclameblok van elf minuten, kwam dat nauwelijks uit de verf.

Overigens zijn de politieke partijen in de militair-democratische republiek Managuay het op vrijwel alle fronten eens. Politici strijden voor hun eigen hachje tijdens de campagne voor de algemene benoemingen van 9 juni aanstaande. Dan deelt generaal Jamón het nieuwe parlement in.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De Varkenssnuitskunks

De Patagonische varkenssnuitskunk

Luid wiekend zweeft de helikopter boven de Araná. De maan glinstert in het wateroppervlak. Vijf tot de tanden toe bewapende mannen springen op de oever – ‘Ándale! Ándale!’ – en jagen door de wirwar van straten en steegjes in de hoofdstad. Bij Enrique’s Enchilada’s houdt de eenheid halt. De voorste man kijkt om, zet dan zijn rechterlaars met kracht tegen de deur. Krak!

Zoals de Verenigde Staten de Navy SEALs hebben, beschikt ook de militaire junta van Managuay over haar eigen elitetroepen. Deze fuerza de operaciones especiales werd in 1962 opgericht door de toenmalige dictator van het land, generaal Fabio Flabendas, en heet Los Zorrinos, oftewel: de Varkenssnuitskunks. De naam werd bedacht door Flabendas’ ondergeschikten. Niet om de vasthoudendheid te eren waarmee dit Amerikaanse roofdiertje naar voedsel wroet, maar vanwege de scherpe geur die zijn anale klieren produceren – Flabendas leed aan ernstige winderigheid.

De opleiding tot Varkenssnuitskunk is keihard: zestig procent van de deelnemende militairen haakt voortijdig af. Degenen die de eindstreep halen, worden gedrild in typisch Managuayaanse vechttechnieken als met-zijn-twaalven-een-passant-beknuppelen, de-vijand-onder-tafel-drinken en met-een-tank-op-een-sloppenwijk-inrijden. In beginsel opereren de Varkenssnuitskunks in kleine, flexibele groepen die snel op een terroristische dreiging kunnen reageren. Vaker echter zijn ze dronken. Hun erelijst is indrukwekkend: de Skunks waren actief in voormalig Joegoslavië, Colombia en de F-side van Feyenoord, en volgens experts is zelfs de onverhoopte democratisering van Zuid-Amerika hun fout geweest. Maar daarover wordt nog gebakkeleid.

Enrique wijkt verschrikt achteruit. ‘Iedereen op de grond! Nu!’ Terwijl de overige vier hem rugdekking geven, snelt de voorste Varkenssnuitskunk naar de toonbank en grist een dampend dienblad weg. Tegen de uitbater: ‘O wee, als deze enchilada’s lauw zijn.’ Dan stormt de troep weer naar buiten. Als ze bijna de hoek om zijn, horen we één van hen zeggen: ‘Ik dacht dat de minister taco’s had besteld?’
Roger Abrahams

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Mijnbouw

Mijnbouw in Managuay

Manuel Peminto de Flor werpt een rotje de mijnschacht in. ‘Laat je zien!’ Na een knal verschijnt een bestoft koppetje in de lichtbundel van zijn zaklamp. ‘Octavo!’ roept de mijnbouwdirecteur lachend. ‘Dit is mijn zoon, een van de beste gruisrapers van de schacht. Zeven jaar oud, maar een zoon van zijn vader!’

Terwijl Nederlandse topmannen worstelen met het combineren van werk en privé, komt de oplossing uit Latijns-Amerika. ManaMinas, het staatsmijnbedrijf van Managuay, wil ver gaan om haar medewerkers tegemoet te komen. Toen Peminto de Flor klaagde dat hij zijn kinderen te weinig zag, werd hij ontboden op het ministerie van Economie en Mosterdgas. Aanvankelijk voor gedwongen elektroshocktherapie, maar al snel volgde een aanbod: of hij zijn gezin niet – kosteloos – mee wilde nemen op de werkvloer? Nu werken zonen Octavo (7), Juan Rafael (6), Silvio (5) en José (3) in de mijn. Echtgenote Mercedes (42) en dochter Daniela (8) doen de toiletten. Peminto de Flor: ‘Zelf zit ik natuurlijk gewoon op kantoor, maar toch: het idee dat ze vlakbij zijn, stelt me ontzettend gerust.’

Een nadeel is er ook: mijnbouw in Zuid-Amerika kan levensgevaarlijk zijn. Iedereen herinnert zich de oefening in Minas de Chuco in 2010, die aan de buitenwereld moest tonen dat Managuay grote mijnongelukken kan voorkomen. Een ereloge vol militaire kopstukken moest toekijken hoe 237 reddingswerkers in een mijnschacht afdaalden, waarna de liftkabel brak en de schacht het onder luid geraas begaf. Met de militairen gaat het inmiddels weer goed.

‘Onze mijn is een veilige mijn,’ bezweert Peminto de Flor. Op dat moment stort met een hevig gekraak het bovenste deel van de mijnschacht in. De directeur trekt bleek weg. ‘Is Silvio nog beneden?’ vraagt hij. ‘Ja,’ antwoordt Octavo. Peminto de Flor zucht diep. Hij snikt. ‘Zo’n goedkope kracht krijgen we niet snel meer terug.’

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Lota del Horno

PRIJSVRAAG (laatste week!): Wie is deze man?

Foto van een man

De prijsvraag ter ere van het eenjarig bestaan van nieuwsblog Managuay.blogspot.com heeft al tientallen reacties opgeleverd – maar u kunt nog steeds meedoen! Beantwoord voor 20 september 2010 – via een reactie onderaan dit bericht of een e-mail aan managuay@rogerabrahams.nl – de volgende vraag: wie is de man op de foto? De inzending met de juiste naam en best kloppende biografie krijgt een plek in deze kolommen. En laten we eerlijk wezen: zo moeilijk is het niet!

Tenminste, dat dachten wij. Een schokkend percentage van u, lezers, stuurde belachelijke antwoorden in, waarvan hieronder akte.
Deze mensen zijn het dus niet:

  • Federico Balla Costumbres, half man, half lama, de mythische levende god van de zuidelijke pampa’s
  • Enrique Gonsalves Sosa, vader van Enrique Gonsalves Sosa II
  • Mario Vázquez, Bolivianenimitator
  • Dolores Varga, leidster van de Managuayaanse vrouwenbeweging

Wie wel? Stuur je antwoord in!

Hoogachtend,

Roger Abrahams
Hoofdredacteur
Managuay.blogspot.com

Na zaak-Yunus weer rel om pleegkind

De populairste tequila van Managuay:
Conservo, in blikken van een halve liter


LA LIBERTINA – Het debat over de pleegzorg heeft zich uitgebreid naar Managuay in Zuid-Amerika. Daar is een vijfjarig jongetje in een pleeggezin geplaatst waar men rum drinkt, terwijl zijn biologische ouders juist verslaafd zijn aan tequila.

In een televisie-uitzending waren afgelopen zondag de biologische ouders te zien van Manu, die al vier jaar van huis is. Zijn moeder deed een emotionele oproep om hem terug te krijgen. ‘Wij zijn tequilamensen, met andere normen en waarden. Hoe zou jij je voelen als je zoon door rumdrinkers werd opgevoed?’ Toen de verslaggever antwoordde dat hem dat niet zoveel uitmaakte omdat hij vooral een veilig thuis wenste voor zijn kind, sloeg Manu’s vader hem tegen de grond. ‘Een veilig thuis in je gezicht,’ brulde deze.

Komende donderdag bezoekt de directeur van de grootste tequilafabriek van Managuay het staatshoofd. Verwacht wordt dat hij de zaak zal aankaarten. Het Inspraakorgaan Tequiladrinkers benadrukt ondertussen dat de voorkeur voor rum ‘niet het issue’ is, maar ‘het verschil in culturele achtergrond’ tussen het biologische en het pleeggezin. Voorzitter Manuela Redondo: ‘Het gaat ons om de mismatch. Maar dat ze geopende rumflessen in elkaars mond steken, is natuurlijk onbeschrijflijk goor.’

Met de kwestie-Manu is de eeuwenoude strijd tussen rum- en tequiladrinkers in Managuay weer hoog opgelopen. De Managuayaanse publieke opinie eist dat minstens één vertegenwoordiger van zowel de rumdrinkers als de tequiladrinkers wordt opgeknoopt. Maar ja, de publieke opinie is dronken.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Jungletocht

Opeens houdt junglegids Ramón zijn adem in. Langzaam brengt hij een vinger voor zijn lippen. ‘We zijn niet ver van de moerassen van Canádos,’ fluistert Ramón. ‘Een uniek ecosysteem: 3000 plantensoorten, 250 vogelsoorten, 350 vissoorten, 100 soorten zoogdieren, 60 soorten reptielen.’ Hij kijkt ons aan. ‘Kortom, een levensgrote delicatessenzaak.’ Met normale stem, wijzend op de ketel met de groene staarten over de rand: ‘Iemand nog leguanensoep?’

Een jungletrek in Managuay is een spannende aangelegenheid, maar vooral voor de dieren die zich langs de route ophouden. Elke gids is een slager. Letterlijk: de Managuayaanse Bond van Slagerbedrijven verplicht al zijn leden om twee weken per jaar door te brengen in het regenwoud van Noord-Managuay, ook wel ‘de Groene Keuken’ genoemd. Het is niet de enige beroepsgroep met een ontspannen houding ten opzichte van de jungle.

Neem de politiek: de moerassen van Canádos vormen niet alleen een uniek ecosysteem, maar ook een massagraf met de afgezonken lichamen van 300.000 politieke dissidenten. Of evenementenorganisaties: muziekfestival Misterioso vindt elk jaar plaats op de plek waar de oprichter, houthakker Carlos Llanos, voor het laatst aan het rooien is geweest. Ook leven in het oerwoud duizenden maoïstische rebellen, wier visie op het milieu nog het best blijkt uit een uitgelekt memo uit 2006, waarin ze de Drieklovendam in bevriende natie China omschreven als ‘de doodsteek voor de natuur, maar wel heel gaaf.’

Ramón weet hoe westerlingen hierover denken. ‘Jullie in Europa hebben makkelijk praten, maar ik hou van onze bedreigde diersoorten. Daarom eet ik ze zo graag op. ’ Hij haalt een apenkop uit zijn rugzak en begint te kauwen. Dan beginnen zijn ogen te twinkelen: hij heeft een goede grap bedacht. ‘Als je dieren zo belangrijk vindt, waarom richt je er dan geen politieke partij voor op?’ De hele groep barst in lachen uit.
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto José el Rey

REISGIDS 2013 (3): Bar Sexiboom

Wat? Uitgaan
Waar? Bar Sexiboom, Mataquintos
Prijs? $$$

Voor sommigen is Bar Sexiboom een foute tent voor rijke buitenlanders en Managuayanen uit de onderwereld, waar de scheidslijn tussen bediening, paaldansen en onvrijwillige prostitutie zo vaag is als het deurbeleid. Voor anderen is Sexiboom gewoon een adverteerder die je met respect moet behandelen. Toptent!

$$$ duur
$$ redelijk
$ goedkoop

Dit artikel maakt deel uit van de zomerserie Reisgids 2013: de beste tips voor de vakantievierder in Managuay. Meer tips? Onze reisgids vindt u in dit boek.

De vloek van Armstrong

Lance Armstrong, tot afgelopen vrijdag zevenvoudig Tourwinnaar

Met Neil Armstrong dood en Lance Armstrong beroofd van al zijn Tour de France-overwinningen rijst de vraag: zou ‘de vloek van Armstrong’ dan toch bestaan? Een top 3 van ellende van de Managuayaanse tak.

1.
Jacob Armstrong verruilt in 1885 de VS voor het beloofde land Managuay.
Hij brengt een goede gezondheid mee, een koffer vol gouden dollars en een zoon, John. Een prachtige toekomst gloort aan de horizon. Echter, bij aankomst op het station van Mataquintos rijdt een kruier tegen zijn voet. Armstrong loopt tyfus op, spendeert wanhopig al zijn geld aan de medische behandeling om slechts mee te maken hoe de artsen niet zijn voet, maar de romp van John amputeren. Beiden eindigen als sneue circusattractie.

2.
Manolo Prisko Armstrong leefde 45 jaar lang met een familie gordeldieren.
In 1902 omschreef hij tegenover een journalist zijn positie als ‘hun vriend, broer en zoon.’ Een dag later noteerde de journalist hoe de gordeldieren Armstrongs hoofd gebruikten voor een trefbalachtig spelletje.

3.
Luísa Armstrong was een achttienjarige maagd met een voorliefde voor wurgseks.
In 2012 vond zij de dood na een gewelddadige sm-sessie van vier uur met haar oudere minnaar, Gris. Na de sessie, toen zij haar halsband had afgedaan en Gris had gedag geblaft, struikelde Luísa over een potlood en viel met haar hoofd op de rand van een marmeren tafel.

Inhuldiging Oranje in Amsterdam: waarschuwing


Vanwege de inhuldiging van het Nederlands elftal wordt verwacht dat vanuit het hele land panfluitbendes uit Managuay naar Amsterdam zullen reizen. Het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV) heeft, in samenwerking met het Managuayaanse Toeristenbureau, de volgende lijst met waarschuwingen opgesteld:

  • Blijf niet te lang luisteren naar panfluitmuziek.
    Als u bij het tweede refrein van ‘El condor pasa’ nog staat, zijn de bendeleden/muzikanten op de hoogte van uw beperkte beoordelingsvermogen. En de plek van uw portemonnee.
  • Geef geen geld.
    U zult gezichtsverlies lijden. Als u wilt betalen voor panfluitmuziek, heeft u waarschijnlijk al een tijdje staan luisteren. De bendeleden/muzikanten hebben uw portemonnee dus al lang in hun bezit. U zult in een lege broekzak tasten zodra u een stap zet richting die vieze rieten hoed.
  • Wijs geen Managuayaanse vrouwen de weg.
    Vrouwen die bij panfluitgroepen rondhangen, zijn nooit de weg kwijt. Zodra u met ze meeloopt, belandt u in een steeg waar u wordt beroofd, of in een peeskamer die lang niet gedweild is (gatsie).
  • Ga niet zitten op veelkleurige doeken.
    Wordt u aangeboden om plaats te nemen op een karakteristiek, veelkleurig stuk stof, weiger dan beleefd. De doeken zijn dragers van schaamluis, het syndroom van Gilles de la Tourette en oude tanden.
  • Weiger drank.
    Als een panfluitmuzikant u een fles Managuayaanse rum of tequila voorhoudt, sla die dan af. Niet om hygiënische redenen (alcohol desinfecteert), maar het smaakt gewoon heel, heel goor.
  • Vraag om een identiteitsbewijs.
    Als de panfluitmuzikanten uit een ander Zuid-Amerikaans land dan Managuay komen, zoals Bolivia of Ecuador, zijn alle bovenstaande waarschuwingen niet van toepassing.

Pas goed op uzelf! Ben uw broeders hoeder.

‘Nieuwe eigenaar Vitesse verwoestte club Managuay’

Merab Zjordania

SERPENTO – De Georgische zakenman Merab Zjordania, die maandag voetbalclub Vitesse kocht, heeft eerder een Managuayaanse club in chaos achtergelaten.

Dat zegt de huidige eigenaar van de bewuste club, Anaconda FC uit Serpento. Zjordania kwam in 2006 in beeld, vertelt Cornaldo Embrazo. ‘Hij had een zak met geld en een hoop praatjes. Hij beloofde de club binnen één jaar landskampioen te maken, dan zouden we in 2008 de Copa Libertadores winnen en in 2009 de wereldbeker voor clubs.’ In plaats daarvan haalde Zjordania al in 2007 de kas leeg en vertrok met de noorderzon. Twee dagen later kwam een deurwaarder het stadion ophalen.    

Zjordania heeft toegezegd Vitesse binnen drie jaar naar de eerste plek van de eredivisie te loodsen en daarna naar de Champions League.

Raad van State partijdig? Het kan erger

Piet Hein Donner, nu nog minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DEN HAAG – De PvdA dient vandaag een motie in om te voorkomen dat minister Donner naar de Raad van State vertrekt. Ook de militaire junta van Managuay worstelt wel eens met een neutrale adviescommissie. Of slaat er bovenop.

De bananendictatuur kent de Raad van de Staat, een van de oudste regeringsorganen ter wereld. De Raad werd in 1532 opgericht door de Spaanse gouverneur Matías Fernández de Velasco, maar is tussendoor zo vaak opgeheven door de zittende tiran dat de totale vergadertijd van de Raad na vierhonderd jaar niet meer bedraagt dan een week.

Toch geldt de Raad van de Staat in Managuay als een gerespecteerd instituut. Zelfs generaal Jamón zegt de Raad in alle vrijheid zijn werk te laten doen, ‘al geven wij natuurlijk wel onze mening.’ Zo haalde de Raad van de Staat in mei van dit jaar een streep door de vergunningen van een nieuwe kolencentrale in Puerto Petróleo, omdat deze niet klopten met de wet.
Nadat de voorzitter van de Raad per ongeluk werd aangereden op een druk kruispunt in Mataquintos en de dochter van een ander Raadslid opeens van huis wegbleef en na drie dagen met gescheurde kleuren onderaan een palmboom werd aangetroffen terwijl ze ‘Guantanamera’ neuriede, werd de wet aangepast en kon de bouw van de kolencentrale beginnen.