Hogere zorgpremie: het kan ook anders

Ziekenhuismedewerkers vieren het in leven blijven
van een patiënt na de operatie

Terwijl de achterban van de VVD protesteert tegen de hogere zorgpremie, kijken experts naar Managuay. Dat straatarme land in Zuid-Amerika lijkt een derde weg gevonden te hebben in de gezondheidszorg: zorgpremies afhankelijk van status, plus meer efficiëntie. Een interview vanuit ziekenhuis Buena Esperanza in Mataquintos.

Door Jens Mikkelsen

Dokter Nelson Maldonado, u bent hersenchirurg en u gaat straks een patiënt opereren. Hoeveel moet die persoon daarvoor betalen?
Niets.

Maar de gezondheidszorg in Managuay is toch niet gratis?
Nee, maar het is een kolonel. Als ik die laat betalen, komt hij volgende maand terug met een paar collega’s om mijn arm te amputeren. En da’s wel gratis.

Hoe zit het met gewone Managuayanen?
Die moeten vooraf betalen natuurlijk. Dat klinkt harder dan het is: we proberen in het ziekenhuis zo goedkoop mogelijk te werken. ‘Managuayaanse efficiëntie’ noemen we dat.

Wat is dat dan, Managuayaanse efficiëntie?
Gewoon, zuinig zijn. Gebruikte naalden even schoonpoetsen met een doekje, luiers uitspoelen onder de kraan. En deze week bijvoorbeeld is de babyafdeling onderbezet, én moeten we van de overheid tijdelijk radioactief afval opslaan. Nou, dan schuif je de wiegjes aan de kant en zet je een paar vaten uranium neer.

Maar dat is toch niet gezond?
Nee, maar wel handig. ’s Avonds gaan hier de lampen uit, maar als je een van die baby’s op je schouder zet, heb je geen zaklamp meer nodig.

Bent u eigenlijk wel geschikt voor dit beroep?
Sorry, ik moet nu naar de operatiekamer.

Veel succes.
Ach, ik geef toe: ik ben geen foutloze hersenchirurg. Maar mijn aderlatingen zijn fenomenaal.

Ook voor Managuay geen finale Songfestival

De Managuayaanse inzending repeteert in de straten van Medellín, afgelopen week

MEDELLÍN – En weer is Managuay niet doorgedrongen tot de finale van Latinovisión, het Songfestival van de Spaanstalige wereld.

In de Colombiaanse stad Medellín verzamelde zich donderdag een keur van Latijns-Amerikaanse landen voor de voorronde van het jaarlijkse liedjesspektakel. Waar de meeste inzendingen varianten brachten op Shakira en Ricky Martin, viel bananendictatuur Managuay uit de toon door een 72-koppige, militaire fanfare met marsmuziek het podium op te sturen. Het land eindigde onderaan.

‘We hebben onze reet uit ons lijf gemarcheerd,’ zei een teleurgestelde kolonel Marco Márquez, de fanfareleider, na afloop. ‘De nummers in de finale zouden niet de nummers moeten zijn die artistiek door zouden moeten gaan. Vroeger, toen elk land in Zuid-Amerika nog gewoon een dictatuur was, speelde iedereen op dit festival marsmuziek.’

De regering-Jamón overweegt een oorlog tegen alle veertien deelnemende landen.

Sexy kinderkleding in Zuid-Amerika normaal

Zangeres Rihanna, ook in Managuay een rolmodel voor jonge meisjes

MATAQUINTOS – Een nieuwe Britse winkelcode, die voorschrijft om niet langer sexy kleding en ongepaste producten aan jonge kinderen te verkopen, zal in Zuid-Amerika geen navolging vinden.

De code zou onmogelijk zijn in Managuay, meent Jorge Terrazas, voorzitter van de belangenvereniging van het midden- en kleinbedrijf en uitbater van winkelketen Niños de Puta. ‘Onze kinderen komen graag goed voor de dag. In Engeland is dat anders. Denkt u dat Harry Potter ooit voor een fiësta in een kelderbox is uitgenodigd?’

Wel zegt de voorzitter te weigeren om kindershirts met de tekst ‘Future porn star’ te verkopen. Terrazas: ‘Niemand spreekt hier Engels. Ik zou eerder kiezen voor ‘Porn star del futuro’.’ Net als de Britten belooft Terrazas erop toe te zien dat eetbaar ondergoed nooit meer in de schappen van de kleintjes belandt. Omdat het pervers is? ‘Dat. En ze lusten het gewoon niet.’

MUZIEKRECENSIES: Cor Favor, Los Managuayos, Cuarteto Chico Malsueño

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco

Uit het toonaangevende Managuayaanse muziekblad Oreja: recensies van nieuwe platen!

Cor Favor – Un aguardiente *
Je zou denken dat Cor Favor enige schaamte bezit, maar niets is minder waar. De zanger met de lolligste artiestennaam sinds Tony Tortilla durft het aan om wéér een plaat af te scheiden, en gezien het succes van de vorige gaat ze hem nog platina opleveren ook. Het niveau van de Nederlandse pimpelaar kent u inmiddels, maar toch willen we even kwijt dat het titelnummer ‘Un aguardiente’ – een vertaling van een Nederlandse hit van erg lang geleden – ooit ‘Pikketanussie’ heette, en een snelle blik in het woordenboek leert dat pik ‘penis’ betekent en anussie ‘kleine reet’. Tot zover.

Los Managuayos – Flauta de Pan XIX ***
Hoera, een nieuwe plaat van de panfluitprinsen van Los Managuayos! De bamboebobo’s hebben schijt aan conventies, en daarom klinkt deze editie van Flauta de Pan weer precies zoals de vorige negentien. Never change a winning team, want er zijn maar weinig muzikanten die je zowel in de jungle als op de pampa’s het gevoel kunnen geven alsof je in een lift staat.

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco *****
Het is niet makkelijk voor een traditioneel jazzkwartet met een groene basilisk om zich te onderscheiden binnen de Zuid-Amerikaanse jazztraditie. Ritmes, harmonieën en structuren verdrinken makkelijk in een clichébad. Zoniet bij Chico Malsueño. Zijn opgewekte grooves, de episch opgebouwde postrock-crescendo’s en de onwijs te wauwe lyrics sleuren je mee in een bedwelmende trip waaruit je wakker wordt met slechts één doel: ook zo’n basilisk kopen, en wel nu.

Rel om Managuayaanse inzending Oscars

Manuel Hermoso, hoofdrolspeelster van ‘Santana’

LOS ANGELES – De organisatie van de Oscars in Los Angeles heeft Santana, de Managuayaanse inzending, op voorhand uitgesloten van deelname. De regisseur van Santana voelt zich ‘als porno’ behandeld.


Santana vertelt het verhaal van het gelijknamige, negentienjarige meisje dat onstuimig de liefde bedrijft met een enchiladakoerier, waarna deze haar aanraadt meer van de wereld te zien. Santana vraagt daarop een lift aan een vrachtwagenchauffeur, met wie zij, in diens cabine, wederom onstuimig de liefde bedrijft. Aangekomen in het dichtstbijzijnde stadje, gaat Santana onmiddellijk over tot het onstuimig bedrijven van de liefde met een toevallig passerende handelaar in cactussen, en niet veel later met vier modderworstelende nonnen. Gedurende haar verblijf in het stadje doet Santana niet veel meer dan onstuimig de liefde te bedrijven met onder meer een kostschooljongen, een tuinman, een rumstoker, de vrouw van de rumstoker, de pokervrienden van de rumstoker en hun vrouwen tegelijk, en een lamascheerder. 
De regisseur van Santana, Francisco ‘El Toro’ Estigue, noemt de beslissing van de Amerikaanse Oscarorganisatie om zijn film te weigeren onbegrijpelijk. ‘Het is gewoon een film over de liefde. En het onstuimig bedrijven ervan.’ 
De Academy of Motion Picture Arts and Sciences benadrukt dat niet het concept van onstuimige liefde het probleem is, maar de expliciete manier waarop de scènes zijn gefilmd en het feit dat zij 65 minuten in beslag nemen van de in totaal 71 minuten durende film (inclusief aftiteling).

1700: Cristina Truita Merluza


Cristina Truita Merluza (1677-1734) is misschien wel de minst omstreden figuur uit de Managuayaanse geschiedenis. Als dochter van een koopman uit Cádiz maakte zij in 1685 de oversteek naar Zuid-Amerika, waar haar vader een tabaksplantage begon. Cristina trok zich het lot van de arme slaven aan. Ze stichtte in 1700 een hospitaal, bekwaamde zich in wondverzorging, tandheelkunde en verloskunde en werd immens populair onder de inheemse bevolking van de toenmalige Spaanse kolonie. Totdat haar vader uit jaloezie haar schedel brak met een kokosnoot, onder het uitroepen van: ‘En waar ben je nou, met je wondverzorging?’

De Managuayanen hebben Cristina tot op de dag van vandaag in hun hart gedragen en koesterden haar geboortehuis, een eenvoudige plaggenhut die beetje bij beetje is uitgebouwd tot een schitterende villa in barokstijl. In 2003 echter sloopte de stad San Pedro het gebouw om er een modern wooncomplex neer te zetten (foto, complex nog steeds in aanbouw).

Etappe 15: De beste wielernamen: wie is de ‘Vroem-Froome’ van Zuid-Amerika?

Chris Froome (l) in actie tijdens de Tour de France

MATAQUINTOS – Met Chris Froome bezit de Tour de France eindelijk een topwielrenner wiens achternaam naadloos aansluit bij zijn snelheid. Waarom heeft de Ronde van Managuay niet zo’n renner?

Door Jens Mikkelsen

Om die vraag te beantwoorden, bezoeken we zondag het kamp van Team Onomatopee. ‘Wat een stomme vraag,’ zegt ploegleider Sergej Nomnomnom tussen twee happen van zijn avondeten door. ‘De namen van mijn mannen doen er niet toe, alleen hun prestaties. Helaas laten die te wensen over: Jean-Pierre Atchoum voelt zich al dagen niet lekker en Ricardo Zzz is voor elke etappe nog te laat aan de start verschenen.’ Ook teamarts Chuck Aaargh houdt het in zijn werkkamer liever zakelijk. Zodra hij sprinter André Glouglou – ‘hier, drink op’ – met een pijnstillende cocktail heeft weggestuurd, zegt hij: ‘Ziekte en pijn trekken zich niets aan van hoe iemand heet. Maar nu moet ik weg, want Simon Eee-youch krijgt een prik.’

Buiten het hotel waar de ploeg verblijft, halen drie renners een frisse neus. Helaas: ook zij moeten het antwoord op onze vraag schuldig blijven. Lucien Roaaar: ‘Ik snap niet wat je bedoelt. Trouwens, vandaag heb ik bijna net zo hard gereden als Froome.’ Ko Bareuh: ‘Ik niet.’ Ploegmaat Sven Gnagnagna: ‘Is dit een flauwe grap of zo?’
Terwijl we weglopen, horen we nog hoe Mads TuuutplofboeoemBATSiiihaudoiiiiingKLABOEMKNAL vloekend over een emmer struikelt.

RONDkijken
Rustdag: Pueblo Poñito

Vandaag rust het peloton uit in Pueblo Poñito. Volgens sommigen is dat een plaatsje waar je zo’n rustdag aangenaam kunt doorbrengen, bijvoorbeeld door een boottochtje te maken over het riviertje Yunango, dat meanderend richting een zeventiende-eeuws kasteeltje voert dat nog door een achterneef van Simón Bolívar zou zijn gebouwd. Dat is echter niet het geval.

Interview: Arbeidsethos in de tinmijn van Mexitexibambo

De tinmijn van Mexitexibambo

MEXITEXIBAMBO – Over de arbeidsomstandigheden in Zuid-Amerikaanse mijnen is genoeg bekend: die zijn slecht. Maar hoe staat het met het arbeidsethos? Een gesprek met Florente F. Farfalle, directeur van een tinmijn bij Mexitexibambo.

Door Jens Mikkelsen

Meneer Farfalle, over het arbeidsethos van de Managuayanen doen allerlei clichés de ronde. Ze zouden lui zijn, niet productief, de siësta duurt van negen tot vijf…
Dat is al lang niet meer zo. Ook Managuay heeft zich aangepast aan de moderne tijd: onze siësta’s duren inmiddels van tien tot vier. En tussen negen en tien pauzeren wij geen moment, kan ik u zeggen.

Wat gebeurt er dan in dat ene uur?
Al het noodzakelijke: iedereen goedemorgen wensen, post beantwoorden, en overleggen in welk restaurant we onze siësta gaan houden.

Ik had het eigenlijk niet over de mensen op dit kantoor. Ik bedoelde de mijnwerkers in de schacht.
O, die! Hahaha. Dat wist ik wel. Nee, daar wordt keihard gewerkt, daar kunt u gerust op zijn.

Wie controleert dat?
Nou, ik niet, in ieder geval. Ziet u mij al in zo’n vieze mijnlift stappen? Ik heb net nieuwe schoenen, moet u zien. Echt kalfsleer, uit Argentinië, je moet ze goed inlopen, zei mijn schoenmaker, en…

Wie controleert de mijnwerkers dan wel?
Daar hebben wij Pablo voor, en Nuño. Twee keer per dag gaan zij de mijn in om de arbeidsproductiviteit op peil te houden.

Hoe doen zij dat?
Op verschillende manieren. Op de eerste plaats maken ze de slaapkoppen wakker, natuurlijk. En ze pakken dobbelstenen en kaarten af van de mannen die aan het spelen zijn. En vrijende paartjes sporen ze op. Dat laatste is nog best gevaarlijk werk, want die verstoppen zich natuurlijk graag in donkere nissen en zo. Nee, onze controleurs zijn dappere mannen, en deze mijn is erg productief, schrijft u dat maar op. Lezen onze investeerders dit?

Straft u in zulke gevallen? Mogen arbeiders die u betrapt op verzuim bijvoorbeeld pas later naar huis?
Naar huis? Bijna niemand gaat naar huis. Onze mijnwerkers slapen met zijn allen in lege lorries, heel gezellig. En efficiënt.

Maar hoe zit het dan met hun gezinsleven?
Ach, westerlingen denken altijd dat arbeiders als slaven worden behandeld hier, maar iedereen mag gewoon trouwen en kinderen krijgen, hoor.

Dus als een van uw mijnwerkers vader wordt, mag hij bij de geboorte aanwezig zijn?
Uiteraard. Wij zijn geen onmensen. De regel is: echtgenotes kunnen baren in de schacht, zolang op het product en de werkmaterialen maar geen bloed achterblijft.

Het klinkt als een hard leven.
Onze werknemers zijn erg tevreden. Ze richten hun bestaan in naar de mijn.

Soms maken ze hele kunstwerken om het ondergronds op te vrolijken, begrijp ik. 
Inderdaad. Pure werkweigering. En ongelooflijk hoeveel tijd en geld het kost om die dingen weer te vernietigen en af te voeren.

Tijd is geld.
Absoluut. Maar als u mij nu excuseert: het is half elf en de afdeling zit al lang aan de burrito’s.

Brand fabriek verspreidt toch giftige stoffen

Onderweg naar de brandhaard nemen de brandweerlieden een borreltje

MARICÓN – De brand in de chemische fabriek van Maricón verspreidt hoogstwaarschijnlijk toch giftige stoffen. De directie ontkent.

De fabriek, Tóxico Chihuahua, produceert mosterdgas en slaat giftige stoffen op als asbest en vinylchloride. Directeur ‘Polly’ Catanga noemt zijn producten ‘weliswaar niet voor homo’s’, maar beklemtoont dat mensen hun ramen en deuren gewoon open kunnen laten.’ Ook het hoofd van een speciaal opgezet crisisteam, Catanga’s broer ‘Dolly’ Catanga, acht de gevaren niet groot. ‘We weten nog niks. Voor hetzelfde geld brandt alleen het kantoormeubilair.’

De minister van Economie en Mosterdgas, generaal Eduardo Dinero, noemde het gisteravond ‘vreselijk, om zoveel liters van ons belangrijkste exportproduct te verliezen.’ Toen een journalist informeerde naar de aanwezigheid van giftige stoffen, antwoordde Dinero niet, maar enkele reporters meenden hem op pesterige toon ‘O help, het prikt een beetje in mijn oog’ te horen mompelen.

Sexy Carnavalista van de Dag: Rita

De Sexy Carnavalista van dinsdag(ochtend) is Rita uit Roipoipú-Zuid, die haar leeftijd ‘niet belangrijk’ vindt. ‘Ik heb de tijd van mijn leven!’ joelt Rita. ‘Of ik ook kinderen heb? Ha ha, dat vraag je toch niet aan een dame? Ja, ik heb er drie, die zijn hier ook ergens. Of ze oud genoeg zijn om alleen te laten? Ja natuurlijk! Twee van de drie zijn al lang zindelijk. Nou ja, eentje bijna.’