Couleur locale: Het stadion van Los Impotentes

Los Impotentes, de voetbalclub van San Luís, staat voor lekker eten. Van oudsher stromen de toeschouwers tijdens de rust het stadion uit om een snelle snack te halen bij een van de vele kraampjes.
Sinds twee jaar echter komen de resultaten van de ploeg overeen met de clubnaam, en is het eetgedrag veranderd: de snack is een maaltijd van anderhalf uur geworden, plus een kwartier pauze, en daarna gaan alle fans weer naar huis.

Foto Rogelio de la Sierra

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Torta vómito

Een Managuayaanse delicatesse: torta vómito

De keuken glimt. De oven gloeit, ernaast staat een lege taartvorm. Het mangohouten aanrechtblad is bezaaid met aangevreten stukken deeg, paprika, papaja, maïskorrels en wat al niet meer. Chef-kok José Bartoloméu werpt een blik op zijn toeschouwers. Hij neemt een ferme slok olijfolie, direct uit de fles, en slikt. Dan: ‘BWÈÈÈÈH!’ Een straal braaksel vliegt in de taartvorm. Bartoloméu veegt zijn mond af en gebaart naar een van zijn koksmaatjes: ‘Bestrooi met kaas, uurtje in de oven op 220 graden.’

De wijze waarop José Bartoloméu zijn eigen draai geeft aan de traditionele Managuayaanse keuken is uniek. De braakseltaart, of torta vómito – oorspronkelijk voor mannen uit de sloppenwijken de snelste manier om na een dag hard luieren van een kater af te komen en aan een nieuwe fles te beginnen – is een simpel gerecht. ‘Maar dat laagje kaas bovenop, dat maakt het verschil,’ zegt Bartoloméu, als we hem na de demonstratie in zijn bomvolle restaurant even mogen spreken.

De Managuayaanse keuken is twee dingen: eenvoudig en goedkoop. Bartoloméu pakt er een klassiek recept bij om het te bewijzen: enchiladas mataquinteñas. ‘“Men stele een kip. Men dode hem met een steen. Men hakke hem aan gort. Men rolle hem in een tortilla. Eet smakelijk.”’ Bartoloméu: ‘Prima recept, niks meer aan doen. Ik voeg er alleen nog koriander aan toe. Het is een geweldig volksgerecht. Hoe vaak heb ik er niet een dot haar in aangetroffen, of, omdat de werkbank van oom Velasco dienst deed als aanrecht, een oude duimsleutel. Prachtig!’

De maître d’hôtel komt aangelopen. Of Bartoloméu voor de mensen niet een andere klassieker wil opdissen: de Bruine Trui? Met een verontschuldiging zegt de chef-kok me gedag. Hij gaat in een hurkzit. ‘Ja, ik moet ook wel,’ mompelt hij, en loopt richting het toilet. Que aproveche!
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Persbureau Managuay

Taal: El Dorado

Wegrestaurant El Dorado bij Picos Duros, Managuay

Wie zegt: ‘Ik ben bij El Dorado geweest,’ heeft doorgaans het legendarische opperhoofd van de Colombiaanse Muisca-indianen ontmoet die zich met goudstof bedekte, of is door de verdwenen stad vol rijkdommen gedwaald die de conquistadores ooit zochten.
In Managuay echter betekent het gewoon dat je weer eens bedorven lamaburger hebt gegeten en dus een pijnlijke nacht op het toilet hebt doorgebracht.

Foto Rogelio de la Sierra

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Peper

Een Fuego Infierno Volcánico

‘Gringo, no toca!’ De marktkoopman kijkt me verschrikt aan. Snel trek ik mijn hand terug, die zojuist nog boven een kist vol glanzend rode vruchten hing. ‘Ik moet Spaanse pepers hebben,’ zeg ik, ter verduidelijking. ‘Spaanse pepers!’ roept de man uit. Hikkend van de lach slaat hij een collega op de schouder. Deze, een wat knorriger type, bitst: ‘Dit is geen gewone peper, mamapinga. Dit is de Fuego Infierno Volcánico. Laat hem één nacht op je keel liggen en je wordt wakker zonder strottenhoofd.’

Elk volk krijgt de groenten die het verdient, en op de Pepermarkt kun je zien wat dat voor Managuay betekent. De markt beslaat eenmaal per maand een hoek van de beroemde Mercado Popular in Mataquintos en biedt een kleurrijke verzameling van het pittige broertje van de paprika: rode, oranje, gele, groene, paarse en bruine chilipepers. En de Fuego Infierno Volcánico dus.

Dat blijkt niet zomaar een hapje, zo leert nadere studie. Sterker nog: de Fuego Infierno Volcánico is de heetste chilipeper ter wereld. Op de Scoville-schaal, die de mate van pittigheid aangeeft, haalt hij maar liefst 7.200.000 punten. Ter vergelijking: een straal pepperspray van een Managuayaanse diender in je oog haalt amper 2.000.000, een broodje lamaburger komt op circa 10.000 (al merk je de jalapeño daarin pas op het toilet). Met de Fuego Infierno Volcánico brengen artsen hier buitenlandse patiënten onder narcose door ze eraan te laten ruiken. Hem vastpakken alleen kost je een nacht op de intensive care, plus het aannaaien van de losgetrokken vellen huid (nóóit wapperen).

Voor Managuayanen echter is de ‘Fuego’ een hartige snack. ‘Ik ben gek op pittig eten,’ zegt Jacky (17). Leunend op een kinderwagen laat ze een zakje vullen met de hete pepers. Ik kijk naar haar gewelfde buik. Is dat niet gevaarlijk, voor zwangere vrouwen? Een schaterlach. ‘Het is niet voor mij!’ Ze wijst naar de baby in de kinderwagen, dan tikt ze op haar tanden. ‘De kleine houdt ons wakker, met zijn geknars. Vannacht leg ik voor straf een peper in zijn mondje. Morgen doet hij het niet meer.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Heetste peper: de Fuego Infierno Volcánico

De Fuego Infierno Volcánico

Dit een oude paprika? Laat ons niet lachen. Op de foto staat de Fuego Infierno Volcánico, een chilipeper zo heet dat hem vastpakken alleen je met derdegraads brandwonden op de intensive care doet belanden. Managuayaanse ziekenhuizen brengen met deze rakker buitenlandse patiënten in coma voor een operatie door ze eraan te laten ruiken. Voor gewone Managuayanen is de Fuego een hartige snack.

De Fuego Infierno Volcánico is met een score van 7.200.000 Scoville-punten de heetste chilipeper ter wereld. Ter vergelijking: het langdurig uitlikken van een opengesneden Madame Jeanette van de Albert Heijn haalt 1200 punten en het blootsvoets over hete kolen lopen, waarna u met een aansteker de vellen van uw zolen brandt en dan met uw voetrestanten in het kruit van een exploderende mortierbom gaat staan, komt niet uit boven een schamele 5600.

In Managuay hebben ze daar lak aan: tandenknarsende peuters krijgen ’s nachts voor straf een Fuego Infierno Volcánico in het mondje gestopt. De volgende ochtend zijn ze gewend.

De snoepjes van Sint-Cerberus

Met het feest van Sint-Cerberus in aantocht mogen Managuayaanse kinderen weer genieten van de zogenoemde cagarrutas: kleurige snoepballetjes, gevuld met lekkers. En niet alleen de kinderen – elke beroepsgroep in Managuay heeft zijn eigen favoriet. Boeren kauwen op cagarrutas met papaja, in het straatmuzikantencircuit bevat de lekkernij sigarettenstompjes en in de showbizzwereld cocaïne.
Sint-Cerberus zelf maakt het niet uit wat er in de balletjes zit; als ze maar hard genoeg zijn om de kleintjes er goed mee te raken.

Foto: Lota del Horno

Nazomer in Managuay: Barbecue

Varken aan het spit: de Managuayaanse culinaire traditie staat dicht bij de natuur, en bij een voedselvergiftiging.

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: barbecuen bij de familie Rosas.

De verhalen over de barbecuecultuur in het dorpje San Adolfo Tedesco zijn talrijk. Ze blijken allemaal waar. Ook de gruwelijke.

Door Jens Mikkelsen

Toen Jacques Huisman, een vaste lezer van dit weblog, eind juli mailde dat hij op zijn vakantie in Managuay zomaar voor een buurtbarbecue werd uitgenodigd, noteerde ik het dorpje in kwestie meteen in mijn agenda. Nu kon ik er eindelijk heen: San Adolfo Tedesco. Het paradijs voor barbecuërs, gelegen op de zuidelijke pampa’s en gezegend met een ongelooflijke hoeveelheid bijnamen, waarvan ‘De Nationale Grill’ de gezelligste is en ‘De Gloeiende Hel Voor Alles Op Vier Poten, Behalve Vrouwen’ de angstaanjagendste.

De reis vanuit de hoofdstad Mataquintos duurt maar liefst vijftien uur: per trein, per minibus en – als laatste, maar comfortabelste etappe – per moeder, gewikkeld in zo’n veelkleurig, op haar rug hangend doek, waarin ze in deze contreien ook wel eens kleine kinderen vervoeren. Een slopende trip, maar je ziet weer eens iets anders van het land en bovendien hebben mijn doekgenoten Werner (2), Diego (3) en Yacinta (4) een hoeveelheid lolly’s en zakken chips mee die het reizen er bijzonder aangenaam op maakt.

Aangekomen in San Adolfo Tedesco stelt mijn reismoeder zich eindelijk voor. Ze heet Danita Rosas (17) en woont met haar moeder Melva en haar zeven kinderen in een huisje. Onmiddellijk verdwijnt ze naar binnen, waarop Melva me een tequila aanbiedt en dan over het gazon begint te lopen, terwijl ze ‘Adolfo! Adolfo!’ roept. Of haar man ook thuis is, vraag ik? Ze gromt: ‘Was mijn man maar zo knap als Adolfo.’ Twee tellen later komt een bruin-roze beest het gazon op rennen: Adolfo blijkt een fors zwijn te zijn.

Ik realiseer me: amper aangekomen in San Adolfo Tedesco is de barbecue al begonnen! Terwijl Melva Adolfo lief toespreekt, wurgt en vilt, stapt Danita de tuin in met een enorme houten spies en begint een vuur aan te leggen. Met de fles tequila die mij in de handen wordt gedrukt, moet ik proosten: op de Managuayaanse barbecue! Danita, Melva en Marcelo (8, de oudste), proosten mee, tussen de bedrijven door.

Tevreden plof ik neer op een stoel, bestel een lamamelk met rum – Gino (7) blijkt een formidabele cocktailmixer te zijn – en knip deze foto. Dan denk ik bij mezelf: …nou ja, ik weet niet meer zo goed wat ik dacht, maar verdorie, wat heb ik genoten.

Vakantiekiekje: man eet varken

Op zijn reis door Managuay afgelopen voorjaar belandde de heer Jacques Huisman uit Zandvoort zomaar op een buurtbarbecue in San Adolfo Tedesco. Hij stuurde ons dit sfeervolle plaatje waarop het eten wordt aangeleverd. Que aproveche!

Ook een geslaagde vakantie in Managuay gehad? Stuur uw beste kiekjes naar info@managuay.info onder vermelding van ‘Mijn persoonlijke vakantiefoto. Misschien leuk voor op de website?’ en maak kans op een mini-alpacalama van papajasnippers.

Duitse komkommerangst goed voor sopropo

Een partij sopropo’s

HAMBURG – Nu dankzij de EHEC-bacterie maar liefst 60 % van de Duitsers geen komkommers meer durft te eten, stijgen de kansen voor een echte Managuayaanse groente: de sopropo.

Immers, ook de sopropo of balsempeer stamt uit de komkommerfamilie (cucurbitaceae). Wel kent de plant andere eigenaardigheden: zijn onrijpe vrucht heeft een wrattige schil, het vruchtvlees smaakt bitter en het verse plantensap is giftig. De sopropo is, kortom, het Managuayaanse volk in zijn vegetale vorm.

Ondanks het feit dat de sopropo voor consumptie een aantal uur in zout water moet worden geweekt om zijn bittere, dodelijke bestanddeel momordicine kwijt te raken, verwacht de Managuayaanse Liga van Sopropotelers een explosieve stijging van de export. ‘Dankzij die Duitse groenvoervreters is onze sopropo straks exportproduct nummer één van Managuay,’ zegt Liga-voorzitter Pé Amalfi hoopvol. ‘Mosterdgas kan naar de tweede plek.’

Lekker: gelatinetoetjes!

Gelatinetoetjes zijn in Managuay zeer geliefd. Al was het maar omdat Managuayaanse gelatine zoveel dierlijke resten bevat, dat je de toetjes gemakkelijk ondersteboven kunt bewaren. De straatverkoper van de toetjes op de foto heeft zich bij de bereiding laten inspireren door de kleuren van de Managuayaanse vlag. Jammer: daar komt geen roze, bruin of oranje in voor.

Foto: Lota del Horno