De gebroeders Coño en de zwevende fakir

In het voorjaar van 2010 verdwenen de gebroeders Tino en Pino Coño voor vijf maanden naar de straatartiestenvakschool in Chaco. Hun doel was de best voorbereide winkelroof ooit. Het plan: postvatten in een winkelstraat in het centrum van Mataquintos, daar urenlang het winkelend publiek afleiden met een act rond een zwevende fakir, en dan ineens omdraaien en de achter hen liggende elektronicazaak leegroven.

Op de bewuste dag (foto) vergaten de gebroeders Coño echter één ding: de openingstijden.

Olympische équipe naar Vancouver


MATAQUINTOS – De Olympische équipe van Managuay is vandaag afgereisd naar Vancouver. Volgens de chauffeur van de bus zal het viertal zeker voor dinsdag in Canada arriveren.

Daarmee zijn ze juist op tijd voor de vrije kür voor paren van de kunstrijders Ricardo Matti en Jimena Bela Velázquez. Het echtpaar kijkt uit naar de eerste sessie op echte schaatsen. ‘Maar mijn rollerskates doe ik nooit meer weg,’ bekende Matti.

Derde Managuayaan is skeleton-sportvrouw Bebel Kahuna. ‘De grootste borsten op de plank’ verdiende afgelopen zomer onverwachts een wild card toen zij nog éénmaal haar diskwalificatie mocht komen uitleggen aan het Braziliaanse IOC-lid Ventana in diens strandhuis in Rio de Janeiro.
Het oog van de natie is echter gericht op Benedicto de Boer, rodelaar met Nederlandse voorouders. De ‘bon vivant uit Buena Vista’ heeft verwaarloosbare medaillekansen, maar heel Managuay zal willen weten of hij zijn belofte om ‘elke atlete zijn chorizo te laten zien’ gestand kan doen.
De Boers echtgenote weigerde commentaar.

Generaal Jamón gesignaleerd in Groningen

Het borstbeeld, een benadering van generaal Jamón

GRONINGEN – De militaire dictator van Managuay, generaal Jamón, is zondag gesignaleerd in Groningen. Dat wil zeggen: een borstbeeld van hem, dus een menselijkere versie.

Dat meldt een trouwe lezer van dit nieuwsblog, de heer J. Huisman. ‘Zijn robuuste en markante verschijning maakte meteen indruk op de aanwezigen,’ schrijft Huisman. Het borstbeeld is onderdeel van een expositie in het Groninger Museum en is gemaakt door kunstenaarscollectief Studio JOB. Aangezien generaal Jamón slechts sporadisch toestemming geeft om hem af te beelden, hebben de kunstenaars zich moeten baseren op verhalen, roddels en geruchten rond diens uiterlijk. ‘Ze hadden beter naar Managuay kunnen gaan om een toespraak van hem bij te wonen,’ schamperde een bezoeker. ‘Dan hadden ze minstens zeven uur de tijd gehad om stiekeme schetsen te maken.’

Huisman meldt verder dat Studio JOB een expositie in Managuay in het vooruitzicht is gesteld, in het gemeenschapshuis van San Adolfo Tedesco. De kunstenaarsgroep zou in zijn enthousiasme meteen besloten hebben om in China 25 kopieën van het borstbeeld te laten maken, ‘zodat men op ieder openbaar toilet in Managuay, tijdens de laxerende weldaad, ervan kan genieten.’

Nazomer in Managuay: Barbecue

Varken aan het spit: de Managuayaanse culinaire traditie staat dicht bij de natuur, en bij een voedselvergiftiging.

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: barbecuen bij de familie Rosas.

De verhalen over de barbecuecultuur in het dorpje San Adolfo Tedesco zijn talrijk. Ze blijken allemaal waar. Ook de gruwelijke.

Door Jens Mikkelsen

Toen Jacques Huisman, een vaste lezer van dit weblog, eind juli mailde dat hij op zijn vakantie in Managuay zomaar voor een buurtbarbecue werd uitgenodigd, noteerde ik het dorpje in kwestie meteen in mijn agenda. Nu kon ik er eindelijk heen: San Adolfo Tedesco. Het paradijs voor barbecuërs, gelegen op de zuidelijke pampa’s en gezegend met een ongelooflijke hoeveelheid bijnamen, waarvan ‘De Nationale Grill’ de gezelligste is en ‘De Gloeiende Hel Voor Alles Op Vier Poten, Behalve Vrouwen’ de angstaanjagendste.

De reis vanuit de hoofdstad Mataquintos duurt maar liefst vijftien uur: per trein, per minibus en – als laatste, maar comfortabelste etappe – per moeder, gewikkeld in zo’n veelkleurig, op haar rug hangend doek, waarin ze in deze contreien ook wel eens kleine kinderen vervoeren. Een slopende trip, maar je ziet weer eens iets anders van het land en bovendien hebben mijn doekgenoten Werner (2), Diego (3) en Yacinta (4) een hoeveelheid lolly’s en zakken chips mee die het reizen er bijzonder aangenaam op maakt.

Aangekomen in San Adolfo Tedesco stelt mijn reismoeder zich eindelijk voor. Ze heet Danita Rosas (17) en woont met haar moeder Melva en haar zeven kinderen in een huisje. Onmiddellijk verdwijnt ze naar binnen, waarop Melva me een tequila aanbiedt en dan over het gazon begint te lopen, terwijl ze ‘Adolfo! Adolfo!’ roept. Of haar man ook thuis is, vraag ik? Ze gromt: ‘Was mijn man maar zo knap als Adolfo.’ Twee tellen later komt een bruin-roze beest het gazon op rennen: Adolfo blijkt een fors zwijn te zijn.

Ik realiseer me: amper aangekomen in San Adolfo Tedesco is de barbecue al begonnen! Terwijl Melva Adolfo lief toespreekt, wurgt en vilt, stapt Danita de tuin in met een enorme houten spies en begint een vuur aan te leggen. Met de fles tequila die mij in de handen wordt gedrukt, moet ik proosten: op de Managuayaanse barbecue! Danita, Melva en Marcelo (8, de oudste), proosten mee, tussen de bedrijven door.

Tevreden plof ik neer op een stoel, bestel een lamamelk met rum – Gino (7) blijkt een formidabele cocktailmixer te zijn – en knip deze foto. Dan denk ik bij mezelf: …nou ja, ik weet niet meer zo goed wat ik dacht, maar verdorie, wat heb ik genoten.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Waterboardclub

Waterboardbondscoach Pepín Acosta

Voordat Mariana antwoord kan geven, kletst Pepín Acosta de washand op haar mond. Het water uit de tuinslang gutst over haar gezicht. Zodra ze begint te proesten, rukt Acosta de natte lap weg en brult: ‘Zeg op slet, waar heb je de poet verstopt?!’ Ze lachen. Mariana (14): ‘Pepín kan zó’n clown zijn.’

Waterboardclub Vikingo is toonaangevend in de wereld. Geen wonder – in Managuay geldt waterboarden, waarbij een liggend persoon water gegoten krijgt over een stuk stof op zijn gezicht, als een traditie. Ruim voor de ondervragingstechniek in een kwaad daglicht kwam te staan onder George W. Bush, leidde Vikingo al de crème de la crème van het mondiale schijnverdrinken op. Wat is het geheim?

‘Plezier,’ stelt Pepín Acosta (36). ‘Wat onze leden bindt is water, een washand en de hang naar spanning.’ Met maar liefst tien wereldtitels geldt de bondscoach en Vikingo-voorzitter als een meesterinterviewer. Voor de club zijn Acosta’s banden met de militaire junta onontbeerlijk: graag stelt het generaalsregime faciliteiten en gedetineerden ter beschikking aan trainende leden. Maar gaat Vikingo niet ten onder aan zijn eigen succes? Regelmatig vertrekken talenten naar het professionele circuit: de overheid. Acosta: ‘Daar zie ik geen kwaad in. Nieuwe aanwas komt wel, want onze training deugt. Een washand van gisteren gebruiken? Niks ervan, je pakt een schone. Lekt je tuinslang? Zorg dat je een bandenplaksetje bij je hebt. Die man op die bank mag dan een staatsgevaarlijke mensenrechtenactivist zijn die de volgende dag toch wordt opgehangen, ik wil wel dat je hem respecteert.’

Mariana veegt haar gezicht droog. Terwijl ze haar broek aantrekt: ‘Mij gaat het gewoon om de gezelligheid. Vanavond eten we met zijn allen. En zondag is het open dag, dan mag iedereen een vriendje of familielid meenemen om op te oefenen.’
Noud Nijssen

Foto Abrán del Tubo

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Bekende Managuayanen: Pablito Chocolatito

Op deze muurschildering in een buitenwijk van Mataquintos staat een van de geliefdste dissidenten van Managuay afgebeeld: Pablo del Bosque. Pablo werd in 1961 geboren in de hoofdstedelijke ijssalon van zijn ouders, in een lege bak chocoladeroomijs. Dat leverde hem de bijnaam ‘Chocolatito’ op, en een levenslange voorkeur voor die ijssmaak.

Als Pablito Chocolatito begon hij op zijn vijftiende een ijssalon in Mataquintos: Chocolate. Chocolate was vanaf dag één een doorslaand succes. Vanwege de heldere formule – 1000 soorten ijs, maar alleen chocolade – maar ook vanwege Pablito’s ludieke acties voor burgerlijke vrijheden. In 1980 organiseerde hij zijn eerste mars langs het presidentiële paleis, waarbij duizenden mensen, aan een chocolade-ijsje likkend, uitdagend langs de ambtswoning van de toenmalige dictator Sans liepen. Die was razend, maar de grote populariteit van de ijsmakersjongen weerhield hem van represailles. Pablito werd een volksheld en een luis in de pels van alle dictatoriale regimes die elkaar in het Managuay zouden opvolgen.

Zijn vereenzelviging met chocolade-ijs nam echter steeds maniakalere vormen aan. Smeerde hij aanvankelijk slechts af en toe zijn gezicht in met het koude goedje, later werd Pablito regelmatig slapend aangetroffen in een zwembad in zijn kelder, tot de rand gevuld met zelfgemaakt ijs. Het dieptepunt volgde in 2008, toen hij spiernaakt door de straten van Mataquintos rende met in elke hand een hoorn, al roepend: ‘Ik ben van chocola! Ik ben van chocola!’ Hoewel een menigte van honderden fans die middag de politie bij hem wist weg te houden, die haar kans schoon zag om de lastpost eindelijk te arresteren, had Pablito eindelijk het regime de smoes gegeven waar het zo lang op had gewacht.
Een half jaar later werd hij opgegeten door hongerige Managuayaanse commando’s.

Foto Conrado Blanco

Bevel: kolonel wordt prins carnaval

De carnavalsprins 2011 van Roipoipú, kolonel Gustavo I

ROIPOIPÚ – De carnavalsvereniging van Roipoipú heeft afgelopen zaterdag, onder dwang, een kolonel benoemd tot prins carnaval. Bij de saluutschoten vielen slechts twee doden.

Anonieme bronnen melden dat de regering-Jamón, nerveus geworden door de demonstraties van de afgelopen weken, de benoeming erdoor heeft gedrukt, tegen alle tradities in. De toeristensector vreest een debacle nu de kolonel, Gustavo Dolores, weigert om zijn sambawagen te bestijgen en iedereen met serpentines heeft gedreigd ‘neer te slaan als een Palestijnse stenengooier’. De oorspronkelijke prins, Rodolfo II, is in tranen, en in de gevangenis.

Het carnaval van Roipoipú, in het jungleachtige noorden van Managuay, is wereldberoemd. Voor een half miljoen stedelingen en toeristen begint op zondag 6 maart weer het feest dat wordt gekenmerkt door samba, verentooien en ongewenste tienerzwangerschappen.

Het carnavalslied van 2011 is wel gekozen: ‘Kom eens kijken bij onze dochter’, van Los 3 Pimpos.

Pensioenen Managuay: tevredenheid alom

Adriana Moreno en haar dochter Jennifer

Ondanks het gerommel rond de pensioenen in Managuay is Adriana Moreno, een alleenstaande, werkende moeder uit de sloppen van Mataquintos, content met het resultaat dat de vakbeweging van haar beroepsgroep heeft bereikt. ‘Doorwerken tot mijn 78ste en dan krijg ik een geit. Daar kan ik een maand van eten.’ En daarna? ‘Terug de prostitutie in.’

De gemiddelde levensverwachting van vrouwen in Managuay bedraagt 59 jaar.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Eindejaar

Vreugdevuur in San Cristóbal, 31 december 2012

Ramira (17) rookt doodgemoedereerd een shaggie op het plein van San Cristóbal, een stadje in de Managuayaanse Andes. Vriendin María (18) veegt met anderen de restanten van het nieuwjaarsvuur bijeen. Elke keer als deze haar een nagloeiende stoelpoot of speelgoedbazooka toeslingert, duikt Ramira opzij. ‘Gevaarlijk? Welnee,’ lacht ze. ‘Iedereen heeft hier derdegraads brandwonden in januari.’

Jaarwisselingen in Managuay zijn berucht. Het patroon is dit: met Oud en Nieuw vallen honderden doden en gewonden, de politie blijft op haar post en in de ochtend verklaart de Staatsgezondheidsdienst dat alles rustig is verlopen. Zo ook dit jaar. De werkelijkheid is echter anders: metropool Mataquintos snoof tot het ochtendgloren, in het jungleachtige noorden slingerde men naakt aan lianen en op de pampa’s van het zuiden vonden weer de met drank overgoten lamarodeo’s plaats. En in de Andes, in het westen, streefde elk plaatsje naar het hoogste vreugdevuur. 

Dit jaar streek San Cristóbal met de eer: de vlammen reikten wel 21 meter hoog. Het resultaat van gemeenschapszin, stelt Geraldo Puños (59), een van de vegers op het plein. ‘Aan de brandstapel draagt iedereen zijn steentje bij,’ zegt hij. ‘Een oud kastje, een stoel.’ Zelfs de overheid deed mee: de Immigratiedienst doneerde zevenhonderd in beslag genomen panfluiten van illegale Bolivianen, en één beenprothese.

Het vreugdevuur is simpelweg een traditie in San Cristóbal. Na middernacht vormen de mannen uit het stadje een kring en dansen er zo dicht mogelijk tegenaan. Wie als eerste zijn snor schroeit, krijgt – behalve rode blaren in zijn gezicht – de unieke kans om de nacht door te brengen met een scholiere naar keuze.

Ramira lacht: afgelopen maandag was zij zo’n scholiere. ‘Ik wist van toeten noch blazen, ik vond er niks aan. Toen hij zijn vriendengroep ging halen, ben ik hem snel gepeerd!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Pesten in Managuay heet plagen

Bewoners verdienen een zakcentje voor directeur Mentchikoff

In Nederland neemt het pesten in verzorgingstehuizen toe. Hoe zit dat in Managuay? Een reportage.

Door Jens Mikkelsen

Hoewel de meeste ouderen in Managuay bij familie vegeteren en niet in een verzorgingstehuis, staat aan de rand van Mataquintos een charmant seniorenverblijf: Casa Rojo de Tarde. We ontmoeten de directeur, kolonel Vladimiro Mentchikoff, in de hal van zijn majestueuze gebouw, staand met enkele bejaarden rond een bewoonster met een witte puntmuts op. ‘Gordeldier! Gordeldier!’ roept de directeur haar toe, maar hij is zo vriendelijk zijn ontspanningsspel te onderbreken om met ons een rondje te lopen.

‘Bij ons wordt niet gepest,’ verklaart Mentchikoff trots, terwijl we langs de eetzaal wandelen. ‘Onze bewoners zijn juist heel hartelijk voor elkaar. Ze helpen bijvoorbeeld degenen die niet zelfstandig kunnen eten.’ Hij wijst op een tweetal senioren, die in een hoek tomaten gooien naar een bejaarde man die op een stoel zit vastgebonden.
‘Of degenen die nog twijfelen over hun seksuele identiteit,’ vult de directeur aan, knikkend naar een passerende bewoonster in pyjama met op de rugzijde geschreven: ‘Ik ben een hermafrodiet.’

Dan wordt uw verslaggever aangeklampt door een verward uitziende bejaarde met een dikke streep tandpasta op zijn lippen. ‘Help me, help me! Het leven is hier ondraaglijk!’ ‘Ach, als het niet Brunoldi is, onze toneelspeler,’ lacht Mentchikoff hartelijk. Hij fluistert ons toe: ‘Die diva komt alleen maar op journalisten af.’ Er verschijnt een groep in zwart leren pyjama’s gestoken senioren, die zich over de verwarde man ontfermen. ‘Weet u,’ vervolgt de directeur op filosofische toon, ‘dat pesten – ik noem het liever plagen.’ Hij wijst naar de elektrische batons waarmee Brunoldi naar de zogenaamde separeersuite wordt begeleid. ‘Een beetje senior moet tegen een stootje kunnen.’

Met gemengde gevoelens, en een klein beetje trek, verlaten we Casa Rojo de Tarde.