ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Vrouwendag

Vrouwen in Managuay

Aan de toog in tequilabar Zócalo in Mataquintos. ‘Internationale Vrouwendag? Internationale Snauwendag!’ bromt loodgieter Rico. ‘Internationale Klerenvouwendag,’ grapt Jorge, een boekhouder. ‘Kom, kom,’ sust ambtenaar Rosario. ‘Een vrouw heeft ook een positieve kant. O nee, dat is een batterij!’

Waar in Rusland vrouwen bloemen krijgen, mag de Managuayaanse mujer al blij zijn als haar man haar vandaag geld geeft om er een paar te kopen. Hoffelijkheid is hier geen gewoonte. Volgens sommigen ligt dat aan de cultuur van machismo, waarbij zij steevast wijzen op de regering-Jamón. De enige vrouw in het generaalskabinet is Virginia Ugarte Ramírez, als wachtmeester eerste klas enkel een ‘troeteltrutje’, en bovendien slechts minister van Linkse hobby’s, waaronder cultuur.

Toch is dat te simpel. Toegegeven, karweitjes als koken, wassen, strijken, dweilen, stofzuigen, bedden verschonen, boodschappen doen, kinderen opvoeden, het vuilnis buiten zetten, een kozijn vervangen, de badkamer betegelen, dakdekken, schoorsteenvegen, een muurtje metselen en het middelgrote hak- en breekwerk zijn nog steeds typische vrouwenklusjes, maar voor de rest zijn de taken in Managuay min of meer gelijk verdeeld.

Bovendien hebben vrouwen het voordeel dat zij – mits niet te onaantrekkelijk – zich op plaatsen kunnen manoeuvreren die voor veel mannen onbereikbaar zijn. Zo werd de negentienjarige Luísa Campaña twee jaar geleden bijna afgevaardigd naar het Eurovisie Songfestival, omdat zij bereid was tijdens het zingen van het lied ‘Caramba! (Where Is My Pantyhose?)’ uit de kleren te gaan. Het feest ging niet door omdat Zuid-Amerikaanse landen van deelname zijn uitgesloten, maar toch: een man was het nooit gelukt.

In tequilabar Zócalo hangt Rico over een serveerster. ‘Jij schenkt, ik drink. Dat is toch gelijkheid?’ Rosario en Jorge proberen een andere op schoot te trekken ‘voor een goed gesprek over emancipatie.’ Dan slaat de klok het middaguur. Eén voor één strompelen de mannen de straat op. Tijd voor siësta.
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Lota del Horno

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *