Nazomer in Managuay: Barbecue

Varken aan het spit: de Managuayaanse culinaire traditie staat dicht bij de natuur, en bij een voedselvergiftiging.

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: barbecuen bij de familie Rosas.

De verhalen over de barbecuecultuur in het dorpje San Adolfo Tedesco zijn talrijk. Ze blijken allemaal waar. Ook de gruwelijke.

Door Jens Mikkelsen

Toen Jacques Huisman, een vaste lezer van dit weblog, eind juli mailde dat hij op zijn vakantie in Managuay zomaar voor een buurtbarbecue werd uitgenodigd, noteerde ik het dorpje in kwestie meteen in mijn agenda. Nu kon ik er eindelijk heen: San Adolfo Tedesco. Het paradijs voor barbecuërs, gelegen op de zuidelijke pampa’s en gezegend met een ongelooflijke hoeveelheid bijnamen, waarvan ‘De Nationale Grill’ de gezelligste is en ‘De Gloeiende Hel Voor Alles Op Vier Poten, Behalve Vrouwen’ de angstaanjagendste.

De reis vanuit de hoofdstad Mataquintos duurt maar liefst vijftien uur: per trein, per minibus en – als laatste, maar comfortabelste etappe – per moeder, gewikkeld in zo’n veelkleurig, op haar rug hangend doek, waarin ze in deze contreien ook wel eens kleine kinderen vervoeren. Een slopende trip, maar je ziet weer eens iets anders van het land en bovendien hebben mijn doekgenoten Werner (2), Diego (3) en Yacinta (4) een hoeveelheid lolly’s en zakken chips mee die het reizen er bijzonder aangenaam op maakt.

Aangekomen in San Adolfo Tedesco stelt mijn reismoeder zich eindelijk voor. Ze heet Danita Rosas (17) en woont met haar moeder Melva en haar zeven kinderen in een huisje. Onmiddellijk verdwijnt ze naar binnen, waarop Melva me een tequila aanbiedt en dan over het gazon begint te lopen, terwijl ze ‘Adolfo! Adolfo!’ roept. Of haar man ook thuis is, vraag ik? Ze gromt: ‘Was mijn man maar zo knap als Adolfo.’ Twee tellen later komt een bruin-roze beest het gazon op rennen: Adolfo blijkt een fors zwijn te zijn.

Ik realiseer me: amper aangekomen in San Adolfo Tedesco is de barbecue al begonnen! Terwijl Melva Adolfo lief toespreekt, wurgt en vilt, stapt Danita de tuin in met een enorme houten spies en begint een vuur aan te leggen. Met de fles tequila die mij in de handen wordt gedrukt, moet ik proosten: op de Managuayaanse barbecue! Danita, Melva en Marcelo (8, de oudste), proosten mee, tussen de bedrijven door.

Tevreden plof ik neer op een stoel, bestel een lamamelk met rum – Gino (7) blijkt een formidabele cocktailmixer te zijn – en knip deze foto. Dan denk ik bij mezelf: …nou ja, ik weet niet meer zo goed wat ik dacht, maar verdorie, wat heb ik genoten.

‘Managuay schreeuwt elke dag om cultuur’

Utrechters schreeuwen om cultuur, afgelopen zaterdag

MATAQUINTOS – De ‘schreeuw om cultuur’ die afgelopen zaterdag in Nederland te horen was, klinkt in Managuay elke dag. Het gaat dan vooral om kunstenaars die door de militaire dictatuur worden gemarteld.

Dat zegt Frederik de Zeeuw, de Nederlandse consul in de Zuid-Amerikaanse bananendictatuur. De Zeeuw zegt tientallen artiesten te kennen die in strafkampen vastzitten. ‘Vreselijk,’ aldus de consul. ‘Vooral als je bedenkt dat ze dat hadden kunnen vermijden door vooraf gewoon even goedkeuring te vragen voor hun schilderwerkje of gedicht.’

De Zeeuw, die naast een van de grootste stedelijke strafkampen van Managuay woont, hoort elke nacht de wanhoopskreten van kunstenaars in de martelcellen. ‘Afschuwelijk,’ bekent hij. ‘Vooral als je de volgende dag weer vroeg op moet. Ik doe verdomme geen oog meer dicht.’

Nederlands elftal wil niet met bus reizen

Ibrahim Afellay in actie tijdens de wedstrijd Brazilië–Nederland van afgelopen zaterdag

MATAQUINTOS – De sportbond van Managuay had graag vandaag het Nederlands elftal op bezoek gehad, maar Oranje wil niet met de bus.

Het Nederlands elftal vliegt vandaag van Brazilië naar Uruguay, waar het woensdag een oefeninterland speelt. Vital Vidal, woordvoerder van de Managuayaanse sportbond, had graag een tussenstop in de bananendictatuur gezien. Dat had dan via een busreis gemoeten, omdat het nationale vliegveld van Mataquintos vanwege een schilderbeurt al weken is gesloten.

Maar een assistent van bondscoach Bert van Marwijk laat weten dat Oranje liever niet met de bus door Zuid- Amerika trekt. ‘Dit omdat de voetballers niet willen worden overvallen door gangsters, bendes of andere criminelen.’ Vidal: ‘Hou toch eens op over onze douaniers. Als u eenmaal de grens gepasseerd bent, is Managuay een geweldig land om te zijn.’

Weer verkeerd straatnaambord in Utrecht

De Managuaydreef in het Utrechtse Overvecht

De gemeente Utrecht heeft een reputatie hoog te houden op het gebied van verkeerd gespelde straatnamen. Nadat ze eerder borden met het opschrift ‘Nieuwe Krommegracht’, ‘Bredenvurg’ en ‘Atnon Geseinkstrat’ plaatste, ontdekten wij afgelopen weekend deze aanwijzing (zie foto) in de wijk Overvecht. Het valt te prijzen dat Utrecht een straat wil vernoemen naar Managuay – de sympathiekste militaire dictatuur van Zuid-Amerika, tenslotte – maar doe het dan goed.
Een mailtje naar de gemeente leert ons dat de fout niet snel zal worden hersteld. ‘Natuurlijk zouden we het morgen al recht kunnen zetten,’ schrijft een ambtenaar terug. ‘Maar om eerlijk te zijn: het interesseert ons geen peop.’

‘Doping-Tour’ onthaalt farmaceuten als sponsor

La Ronda de Managuay voert dit jaar deels over de Managuayaanse pampa,
waar het ontwijken van lama’s de grootste uitdaging is


MATAQUINTOS – De Ronde van Managuay, die zaterdag van start gaat, heeft drie grote farmaceutische bedrijven binnengehaald als sponsor. In de Zuid-Amerikaanse ‘doping-Tour’ is het gebruik van epo verplicht.

Dat heeft de voorzitter van de Managuayaanse wielerbond, Sancho Merckx Caudillo, dinsdag bekend gemaakt. Het gaat om de geneesmiddelenfabrikanten Pfizer, GlaxoSmithKline en Roche, die elk een wielerploeg onder hun hoede nemen. ‘Laat ik eerlijk zijn: wij als organisatie zijn dolblij met deze kwaliteitsimpuls,’ zei Merckx Caudillo tijdens een persconferentie. ‘Door de heksenjacht in Europa waren we bang dat onze renners hun prestatieverbeterende middelen thuis zouden laten, maar nu we de producenten in huis hebben gehaald, verwacht ik een wedstrijd met verbluffende resultaten.’

Merckx Caudillo kondigde daarnaast diverse cadeautjes aan voor de deelnemende renners, waaronder ‘ruganaconda’s’ voor een constante massage tijdens het fietsen en rondemissen die je mag meenemen.

Duitse komkommerangst goed voor sopropo

Een partij sopropo’s

HAMBURG – Nu dankzij de EHEC-bacterie maar liefst 60 % van de Duitsers geen komkommers meer durft te eten, stijgen de kansen voor een echte Managuayaanse groente: de sopropo.

Immers, ook de sopropo of balsempeer stamt uit de komkommerfamilie (cucurbitaceae). Wel kent de plant andere eigenaardigheden: zijn onrijpe vrucht heeft een wrattige schil, het vruchtvlees smaakt bitter en het verse plantensap is giftig. De sopropo is, kortom, het Managuayaanse volk in zijn vegetale vorm.

Ondanks het feit dat de sopropo voor consumptie een aantal uur in zout water moet worden geweekt om zijn bittere, dodelijke bestanddeel momordicine kwijt te raken, verwacht de Managuayaanse Liga van Sopropotelers een explosieve stijging van de export. ‘Dankzij die Duitse groenvoervreters is onze sopropo straks exportproduct nummer één van Managuay,’ zegt Liga-voorzitter Pé Amalfi hoopvol. ‘Mosterdgas kan naar de tweede plek.’

1504: Francesc de Manresa


In 1504 voer de Catalaanse ontdekkingsreiziger Francesc de Manresa met zeven schepen de haven van Cadiz uit. Twee dagen later kwam hij terug om zijn kapitein op te halen, en toen begon zijn missie pas echt: het openen van een zeeroute naar Indië via de Zuidpool.

De Manresa’s vloot raakte vier maal buiten koers, maar een jaar later was het zover: land! De sneeuw was geler dan hij gedacht had, en de begroeiing hoger, maar desalniettemin schreef De Manresa opgewonden in zijn logboek: ‘Zuidpool gevonden. Nederzetting gesticht: Manresa-stad.’ Tegenwoordig noemen we die nederzetting Rio de Janeiro.
Er zijn meer aanwijzingen dat De Manresa, die vastbesloten was ijs, iglo’s en sneeuwstormen aan te treffen, de Zuid-Amerikaanse jungle compleet heeft genegeerd. Ook nadat hij met zijn bemanning het binnenland introk, hield hij zijn logboek bij, waarin hij melding maakt van ‘pinguïns’ (brulapen), ‘een enorm wak’ (het Titicaca-meer) en ‘onderkoeling’ (waarschijnlijk een zonnesteek). Uiteindelijk streek De Manresa verbitterd neer in het huidige Managuay, in een bocht van de Rio Pimpo, vlakbij een indianennederzetting waarvan hij de inwoners tot aan zijn dood ‘ijsberen’ zou blijven noemen.*
* Extra tragisch: ijsberen komen niet voor op de Zuidpool, maar op de Noordpool

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Jungletocht

Opeens houdt junglegids Ramón zijn adem in. Langzaam brengt hij een vinger voor zijn lippen. ‘We zijn niet ver van de moerassen van Canádos,’ fluistert Ramón. ‘Een uniek ecosysteem: 3000 plantensoorten, 250 vogelsoorten, 350 vissoorten, 100 soorten zoogdieren, 60 soorten reptielen.’ Hij kijkt ons aan. ‘Kortom, een levensgrote delicatessenzaak.’ Met normale stem, wijzend op de ketel met de groene staarten over de rand: ‘Iemand nog leguanensoep?’

Een jungletrek in Managuay is een spannende aangelegenheid, maar vooral voor de dieren die zich langs de route ophouden. Elke gids is een slager. Letterlijk: de Managuayaanse Bond van Slagerbedrijven verplicht al zijn leden om twee weken per jaar door te brengen in het regenwoud van Noord-Managuay, ook wel ‘de Groene Keuken’ genoemd. Het is niet de enige beroepsgroep met een ontspannen houding ten opzichte van de jungle.

Neem de politiek: de moerassen van Canádos vormen niet alleen een uniek ecosysteem, maar ook een massagraf met de afgezonken lichamen van 300.000 politieke dissidenten. Of evenementenorganisaties: muziekfestival Misterioso vindt elk jaar plaats op de plek waar de oprichter, houthakker Carlos Llanos, voor het laatst aan het rooien is geweest. Ook leven in het oerwoud duizenden maoïstische rebellen, wier visie op het milieu nog het best blijkt uit een uitgelekt memo uit 2006, waarin ze de Drieklovendam in bevriende natie China omschreven als ‘de doodsteek voor de natuur, maar wel heel gaaf.’

Ramón weet hoe westerlingen hierover denken. ‘Jullie in Europa hebben makkelijk praten, maar ik hou van onze bedreigde diersoorten. Daarom eet ik ze zo graag op. ’ Hij haalt een apenkop uit zijn rugzak en begint te kauwen. Dan beginnen zijn ogen te twinkelen: hij heeft een goede grap bedacht. ‘Als je dieren zo belangrijk vindt, waarom richt je er dan geen politieke partij voor op?’ De hele groep barst in lachen uit.
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto José el Rey

Nederlandse renners naar Ronde van Managuay

Beeld uit de Amstel Gold Race

MAASTRICHT – Twee Limburgse broers gaan deelnemen aan de Ronde van Managuay. Ze komen uit voor het Russische Team Kalasjnikov.

De tweelingbroers, Étienne en Gérard Vaessen uit Simpelveld, zijn de enige Nederlandse deelnemers aan La Ronda, die aanstaande zaterdag van start gaat. Opvallend: ze hebben geen enkele ervaring op de wielrenfiets. ‘Ons pap is gek op wielrennen, én geweren,’ legt Étienne (23) uit. ‘Bij het Oud-Limburgs Schuttersfeest doet hij ook altijd mee.’ ‘Met een zelfgebouwde kalasjnikov,’ vult Gérard (23) aan.

Een bezichtiging van de kalasjnikovfabriek in Izjevsk in Rusland vorige zomer leidde tot een ontmoeting met de directeur, die ook al wielerfanaat bleek. Al snel was het beklonken: de zoons Vaessen zouden gaan fietsen in een kalasjnikov-team. Ze zijn onmiddellijk in trainingskamp gegaan. Affiniteit met de wielersport hebben ze zeker, meent Étienne. ‘We wonnen vroeger wel eens wat in de Amstel Gold Race.’ Gérard corrigeert: ‘Bij de kleurplatenwedstrijd.’

La Ronda de Managuay wordt dit jaar voor het eerst georganiseerd. Voorheen gold als de Ronde van Managuay Alfonso Hatzke Gutiérrez, een 165 kilo zware liefhebber van shoarmataco’s uit het stadje Pernilos.

Video: Architectuur in Managuay

Roger Abrahams, hoofdredacteur van Persbureau Managuay, gaf op 22 juni jl. een korte presentatie tijdens het PechaKucha Café in Hilversum. Thema: architectuur in Managuay. De revue passeerden onder meer Albert Speer, Oscar Niemeyer en het Golden Papaya Hotel in Mataquintos, dat geen 7000 verdiepingen telt. Na afloop was er de gelegenheid om vragen te stellen.

Volgens de wetten van PechaKucha mag een praatje nooit langer duren dan 6 minuut 40. Klik voor meer info hier.