Democratie à la Poetin is ‘verleidelijk’

Vladimir Poetin, premier en aanstaand president van Rusland, brengt zijn stem uit

MANAGUAY – Generaal Jamón, het staatshoofd van Managuay, heeft de democratie in Rusland ‘verleidelijk’ genoemd. Hij is geboeid door ‘de prikkelende combinatie van verkiezingen enerzijds, en minachting van de kiezer anderzijds.’

Dat zei een woordvoerder zondagavond, direct nadat bekend werd dat Vladimir Poetin volgens exit polls al na één stemronde terugkeert naar het ambt van president van Rusland. Managuay stuurt een speciale commissie naar Moskou om de democratie aldaar nader te onderzoeken. ‘Generaal Jamón is erg gecharmeerd van sommige aspecten,’ aldus de woordvoerder, ‘zoals het verschijnsel van de draaideurstemmers.’ Dit zijn pro-Poetin-kiezers die per bus van stembureau naar stembureau zijn gereden om steeds opnieuw hun stem uit te brengen. ‘Al geef ik toe dat dit fenomeen in Managuay op moeilijkheden zou stuiten, gezien de toestand van ons wegennet.’

De Zuid-Amerikaanse bananendictatuur Managuay kent al jaren een eigen model van democratie, ‘de Derde Weg’. Daarbij heeft niet de bevolking, maar generaal Jamón stemrecht. Oppositie is er amper. Iemand als de Russische communist Zioeganov, die als tweede eindigde en de verkiezingen ‘absoluut oneerlijk en waardeloos’ noemde, is in Managuay moeilijk denkbaar. Toch zou Jamón daar niet bang voor zijn. ‘Ach, politieke gevangenen zul je altijd hebben,’ schamperde de woordvoerder. Om zich direct daarna te corrigeren: ‘Pardon, ik bedoel natuurlijk: mensen met een afwijkende mening.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Jungletocht

Opeens houdt junglegids Ramón zijn adem in. Langzaam brengt hij een vinger voor zijn lippen. ‘We zijn niet ver van de moerassen van Canádos,’ fluistert Ramón. ‘Een uniek ecosysteem: 3000 plantensoorten, 250 vogelsoorten, 350 vissoorten, 100 soorten zoogdieren, 60 soorten reptielen.’ Hij kijkt ons aan. ‘Kortom, een levensgrote delicatessenzaak.’ Met normale stem, wijzend op de ketel met de groene staarten over de rand: ‘Iemand nog leguanensoep?’

Een jungletrek in Managuay is een spannende aangelegenheid, maar vooral voor de dieren die zich langs de route ophouden. Elke gids is een slager. Letterlijk: de Managuayaanse Bond van Slagerbedrijven verplicht al zijn leden om twee weken per jaar door te brengen in het regenwoud van Noord-Managuay, ook wel ‘de Groene Keuken’ genoemd. Het is niet de enige beroepsgroep met een ontspannen houding ten opzichte van de jungle.

Neem de politiek: de moerassen van Canádos vormen niet alleen een uniek ecosysteem, maar ook een massagraf met de afgezonken lichamen van 300.000 politieke dissidenten. Of evenementenorganisaties: muziekfestival Misterioso vindt elk jaar plaats op de plek waar de oprichter, houthakker Carlos Llanos, voor het laatst aan het rooien is geweest. Ook leven in het oerwoud duizenden maoïstische rebellen, wier visie op het milieu nog het best blijkt uit een uitgelekt memo uit 2006, waarin ze de Drieklovendam in bevriende natie China omschreven als ‘de doodsteek voor de natuur, maar wel heel gaaf.’

Ramón weet hoe westerlingen hierover denken. ‘Jullie in Europa hebben makkelijk praten, maar ik hou van onze bedreigde diersoorten. Daarom eet ik ze zo graag op. ’ Hij haalt een apenkop uit zijn rugzak en begint te kauwen. Dan beginnen zijn ogen te twinkelen: hij heeft een goede grap bedacht. ‘Als je dieren zo belangrijk vindt, waarom richt je er dan geen politieke partij voor op?’ De hele groep barst in lachen uit.
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto José el Rey

Immigranten verrukt over terugkeerbeleid

Een pastamachine

DEN HAAG – Het beleid om uitgeprocedeerde asielzoekers cadeaus aan te bieden in ruil voor vertrek, leidt tot groot enthousiasme bij immigranten.

Dat blijkt uit navraag onder Managuayaanse illegalen in Nederland. Zij zijn inmiddels koortsachtig bezig om familie, vrienden en vage kennissen naar Nederland te halen, zodat zij kans maken op een cadeau. Aanleiding is het artikel in de Volkskrant van vandaag, waarin wordt verteld over een Nepalees die een pastamachine kreeg om een restaurant te beginnen in zijn land van herkomst.

‘Ik ben al mijn vriendinnen in Managuay aan het bellen,’ zegt Cariña Suerte, die anoniem wil blijven. ‘Die willen ook wel een Italiaans restaurant.’ Prostituee Ana Felina: ‘Wat geweldig dat Nederland dit doet. Mijn klanten zeuren al jaren om een Zweedse zuigmachine.’ Maar of de Managuayanen ook echt zullen terugkeren, met het geschenk eenmaal in de zak? ‘Natuurlijk,’ zegt Manuel Pipadas, een steigerbouwer. ‘Ik ga meteen terug de illegaliteit in. Erewoord.’

De vloek van Armstrong

Lance Armstrong, tot afgelopen vrijdag zevenvoudig Tourwinnaar

Met Neil Armstrong dood en Lance Armstrong beroofd van al zijn Tour de France-overwinningen rijst de vraag: zou ‘de vloek van Armstrong’ dan toch bestaan? Een top 3 van ellende van de Managuayaanse tak.

1.
Jacob Armstrong verruilt in 1885 de VS voor het beloofde land Managuay.
Hij brengt een goede gezondheid mee, een koffer vol gouden dollars en een zoon, John. Een prachtige toekomst gloort aan de horizon. Echter, bij aankomst op het station van Mataquintos rijdt een kruier tegen zijn voet. Armstrong loopt tyfus op, spendeert wanhopig al zijn geld aan de medische behandeling om slechts mee te maken hoe de artsen niet zijn voet, maar de romp van John amputeren. Beiden eindigen als sneue circusattractie.

2.
Manolo Prisko Armstrong leefde 45 jaar lang met een familie gordeldieren.
In 1902 omschreef hij tegenover een journalist zijn positie als ‘hun vriend, broer en zoon.’ Een dag later noteerde de journalist hoe de gordeldieren Armstrongs hoofd gebruikten voor een trefbalachtig spelletje.

3.
Luísa Armstrong was een achttienjarige maagd met een voorliefde voor wurgseks.
In 2012 vond zij de dood na een gewelddadige sm-sessie van vier uur met haar oudere minnaar, Gris. Na de sessie, toen zij haar halsband had afgedaan en Gris had gedag geblaft, struikelde Luísa over een potlood en viel met haar hoofd op de rand van een marmeren tafel.

‘Ben Affleck heeft scenario Argo gestolen’

Ben Affleck, regisseur van Argo, met zijn Oscar

MATAQUINTOS – Het scenario van de film Argo, die afgelopen nacht in Los Angeles de belangrijkste Oscar in de wacht sleepte, is gestolen. Dat beweert de Managuayaanse regisseur Ever Terrazas.

Door Jens Mikkelsen

‘Ben Affleck zag mijn film, Señorito Pupú, in 2010,’ zegt een woedende Terrazas. ‘Twee jaar later komt hij met een exacte kopie. Hij heeft me nooit iets gevraagd en nu wint hij een Oscar voor de beste film. Ik beschouw die Oscar dan ook maar als de mijne.’ Argo is een politieke thriller over een CIA-actie uit 1979 waarbij zes Amerikaanse diplomaten uit Iran worden gesmokkeld. Señorito Pupú is een kindermusical over een clown met een bruine snor die droomt van een fuif.

‘Oké, ik geef het toe, de films lijken helemaal niet op elkaar,’ huilt Terrazas als hij hiermee wordt geconfronteerd. Terwijl hij gillend wegrent: ‘Ik wil ook een Oscar!’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Boliviahaatdag

Mensen uit Bolivia (of Managuay, dat is hier niet duidelijk)

Juan (16) tekent een grote J op het rotsblok. ‘Zo, deze plek is van mij.’ Hij is de enige niet: twee dagen voor de vrijmarkt hebben tientallen mensen zich een stuk van het rotsplateau toegeëigend met letters en lijnen. Een paar meter verder houdt een man op een stretcher zijn plekje bezet. Juan: ‘Boliviahaatdag. De mooiste dag van het jaar.’

Afgelopen zondag was het zover. Op Boliviahaatdag, een officiële vrije dag, geven de Managuayanen publiekelijk uiting aan hun ongenoegen over aartsvijand Bolivia, het buurland waar de poncho’s altijd net iets kleuriger zijn, de panfluiten net iets groter en de cocabladeren net iets voller van smaak.

De politiek doet volop mee. Er zijn anti-Boliviaanse wetten, zoals de Ponchowet (sinds 2012 geldt een poncho als wapen, zodat een Boliviaan die een Managuayaanse vrouw aanspreekt, opgepakt kan worden voor ‘pronken met naderende verkrachting’), maar ook openlijk anti-Boliviaanse volksvertegenwoordigers.

Het bekendste voorbeeld is Paco Tornado van de extreem-rechtse PPP (Partij voor Paco). Tornado verwierf internationale bekendheid met zijn propagandafilm Flauta, waarin hij teksten uit de Boliviaanse grondwet combineerde met beelden van een brandende panfluit. Volgens hem is Bolivia geen land, maar een ‘fascistische ideologie.’ In Nederland levert die uitspraak meestal een vergelijking met Geert Wilders op, maar dat is niet terecht. Immers, de PPP bezet slechts twee zetels in het parlement, waarvan één voor Tornado’s moeder, en naar de politieke ambities van moeder Wilders is het vooralsnog gissen.

Op het rotsplateau daalt de schemering neer. Juan sluit zich aan bij een groepje dat blijft overnachten. ‘Viva Managuay!’ proosten ze even later, staand bij een vuurkorf. Een verdwaalde lama komt zich warmen, panfluitmuzikanten zetten ‘El condor pasa’ in, de man op de stretcher wikkelt zich in een poncho. Het lijken potdikkie wel Bolivianen.
Roger Abrahams

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Maurizio Costanzo/Flickr.com

10-0 nederlaag leidt tot rellen

Een fan van Los Armadillos bespeelt een wedstrijdtuba in het clubmuseum

SAN LUÍS – Een historische nederlaag van het dweilorkest van San Luís heeft gisteren tot onlusten geleid in de stad.

Los Armadillos (de gordeldieren) uit San Luís verloren met maar liefst 10-0 van Las Chinchillas (de boomkonijnen) uit Cartagena. Dit leidde tot tumult buiten het stadion, waar fans van Los Armadillos met koperen instrumenten begonnen te gooien. Een 29-jarige man overleed door een klap met een contrabastrombone, zeven anderen raakten zwaargewond door onder meer een tuba en enkele kornetten.

Los Armadillos spelen yolki-polki, een typisch Managuayaanse sport waarbij twee dweilorkesten op een speelveld – al musicerende – terrein moeten veroveren. Wie een compleet refrein uitspeelt op de helft van de ander, verdient een punt. Slaan is toegestaan, en veel yolki-polki-orkesten hanteren dan ook instrumenten van zwaar koper.

Het eens zo succesvolle dweilorkest Los Armadillos is al jaren in verval, maar was in de jaren 70 nog de eerste winnaar van het Concurso del Húmpa.

Nazomer in Managuay: Festival El Aire Libre

Na een verloren drankspel verbleef uw correspondent enkele uren in het afgebeelde onderkomen

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: muziekfestival El Aire Libre op het eiland Pudor.

Met zulke namen op het affiche – Christoni Aguilera, Stinque, Jody Bernal – weet de Managuay-kenner waarom muziekfestival El Aire Libre jaar in, jaar uit duizenden Managuayanen weet te lokken: goedkope drank.

Door Jens Mikkelsen

Ook dit jaar zegden topacts als Los Cojones en 50 Peso en Lil’ Carmen af, maar op vrijdagochtend – het evenement is net begonnen – is het op het festivalterrein en de bijbehorende camping al gezellig druk. Onder het genot van een tequila proberen muziekliefhebbers hun tent op te bouwen, rum drinkende technici leggen de laatste hand aan de podia en de met kalasjnikovs uitgeruste beveiligingsdienst staat gezellig te borrelen. ‘Ik kom hier elk jaar,’ zegt kampeerder Sueño, een biertje in de hand. ‘Ik heb echt een band met El Aire Libre. Sterker nog, ik ben hier verwekt. Waarschijnlijk tijdens de editie van 1985, maar mijn ouders waren zo dronken dat ze zich dat niet meer kunnen herinneren.’

Gastvrij als Managuayanen kunnen zijn, biedt Sueño me onmiddellijk een plek aan aan zijn drankspellentafel. Wat er daarna gebeurde, weet ik niet meer zo goed, maar na het kaartje blazen zaten we opeens bij een singer-songwriter, die plots het woord ‘democratie’ gebruikte in een lied, waarop de beveiliging de zaal afsloot en de muzikanten wegrenden, maar sommigen werden gepakt, getaserd en naakt gefouilleerd, terwijl een van de beveiligers naar ons riep dat we moest doorlopen, want ‘hier was niets te zien.’ Maar ja, dat kon dus niet, want de zaal was afgesloten. Toen werd ik wakker in een hoosbui op het strand. Nou weet ik niks meer ik ben nog steeds wat wazig doei Jens


Hallo Rolf,

Nog bedankt dat je de redactieruimte in de gaten wilde houden tijdens mijn vakantie, hè! Nog één vraagje: is het gelukt om die Managuayaanse schoonmaakster/stalker buiten de deur te houden, zoals ik heb gevraagd? Ik kan namelijk opeens een aantal apparaten niet meer vinden (iPad, printer/fax, een mobiele telefoon). Wel ligt er een geopend blik groene zeep op de grond, een paar rubberen handschoenen die volgens mij in het riool hebben gezeten of zo (een lucht, jongen) en, eh, ook heel wat condooms. Dus als jij nog even goed wil nagaan of je haar in de buurt van het gebouw hebt gezien of niet, dan graag. Dat lukt je vast wel, want jij vond haar wel leuk, toch? 😉 En waarom ben je eigenlijk geen conciërge meer hier? Afijn, ik hoor het wel.

Groetjes,

Roger

Geografie: Hoofdstad Mataquintos

Mataquintos, de hoofdstad van Managuay, begon zijn bestaan als een verzameling lemen hutjes langs de rivier de Araná. Maar dat was 1995. De kersverse burgemeester Raúl Paz gooide het roer radicaal om en is druk doende de stad te transformeren tot het financieel-economische hart van Zuid-Amerika (foto: zakendistrict BancoBanco).

Dictators ruziën om toevluchtsoord Kadhafi

Kolonel Kadhafi gisteren, in een video waarin hij meldt dat alles onder controle is

MATAQUINTOS – Dictators van over de hele wereld willen de Libische leider Kadhafi, die in eigen land onder druk staat, asiel aanbieden. De militaire junta van Managuay voelt zich alvast gepasseerd.

‘Wij bieden Kadhafi het beste wat we hebben,’ briest de minister van Buitenlandse Zaken en Landbouw, generaal Arnoldo Pelotón. ‘Een villa, gratis papaja’s, kinderarbeid. Maar je zal zien dat straks een populist als Hugo Chávez er met de kluif vandoor gaat.’ Stevige taal: binnen de belangenvereniging van dictators, Krachtige Leiders United, wordt de Venezolaanse president Chávez niet voor vol aangezien omdat hij door een te groot deel van zijn bevolking wordt gesteund.

Pelotón geeft de moed echter niet op. ‘Kadhafi zal zich hier thuisvoelen. Ook onze islamitische gemeenschap heeft dat typisch Managuayaanse joie de vivre in zijn hart gesloten.’ Mogelijk wilde Pelotón daarmee zeggen dat de enige moslim van het land, Jamal Sánchez, in armoede leeft, net als de rest van de bevolking.

Muziek in een bananenrepubliek (1)

Joris Mikkelsen, de neef van.

Ik ben mijn koffer aan het pakken voor de vetste festivalzomer ooit. Heb ik alles? Kogelwerend vest, pepperspray, een geïmpregneerde klamboe… Jazekers: ik ga naar Managuay, in Zuid-Amerika! Het is een idee van mijn neef Jens, die daar werkt als journalist. Toen hij hoorde dat ik weer met mijn studie was gestopt, zei hij dat ik deze zomer maar naar hem moest komen om over de toekomst na te denken. Supervet!

Niet dat ik iets weet van Managuay. Op de Montessori vonden ze je aardrijkskunde al oké als je oost van west kon onderscheiden. Ik weet alleen dat Managuay op het zuidelijk halfrond ligt en dat mijn festivalzomer dus een winter is. Maar volgens Jens is Managuay een cultuurshock. Het schijnt dus een militaire dictatuur te zijn én een derdewereldland. Dat betekent dat je elke dag blij mag zijn als de doodseskaders je hand niet hebben afgehakt, zodat je er tenminste nog je reet mee kunt afvegen, bij gebrek aan wc-papier. Best heftig.

Jens heeft beloofd dat we de tofste festivals gaan aflopen. Hij heeft me een keer verteld van het Lianenfestival van een of andere linkse rebellengroep die zich in de jungle schuilhoudt. Zatte vrouwen klimmen daar in de bomen om zich te verstoppen en zatte mannen gaan hen dan zoeken. Afijn, het komt erop neer dat je als toeschouwer met ook een x aantal borrels achter de kiezen twee uur lang stomdronken mannen aan lianen door het bos ziet slingeren terwijl ze oerkreten slaken. Op de grond rent één gast rond – José – die hun val moet breken.

Jens heeft een keer gezien dat een man op een tak ruzie stond te maken met een vrouwtje dat hij had gevonden en wilde meenemen. ‘Jou nooit!’ riep hij opeens en sprong naar beneden. Het publiek gaf hem een staande ovatie en jonge meisjes renden op hem af om hem te kussen. Maar hij was morsdood. Dat wijf op die tak had hem gewoon geduwd. ‘Coño!’ krijste ze van boven, hysterisch. Toen kwam José eraan – die had even een tequilaatje staan drinken – en begon aan dat lijk te sjorren, tegen het publiek mompelend: ‘Kom, kom, hier is niets te zien.’ Geweldig. Maar je komt er als buitenlander alleen binnen als je door die rebellen wordt gekidnapt. Duimen dus!

Hoe dan ook: het wordt supertof. Op de site van VICE kun je mijn verslagen lezen. Ik hoor graag wat je vindt! Nou, het boodschappenlijstje van Jens is bijna af. Nu nog de malariapillen in de koffer en dan op naar de boot.

Hasta la vista, baby’s!

Joris

Deze bijdrage verscheen eerder in de Festival Guide van website VICE. Volg de avonturen van Joris Mikkelsen deze zomer op VICE.com en op deze website

Foto Ronaldo Santana