Houdgreep in parlement Oekraïne ‘plagiaat’


FARFÁL – De vechtpartij die gisteren uitbrak in het parlement van Oekraïne veroorzaakte schokgolven tot in het verre Zuid-Amerika. Oud-politicus Orféo Mato uit Managuay zag hoe zijn parlementaire houdgreep werd geplagieerd.

Orféo Mato (82) staat er nog van te trillen. Tot 2002 vermengde hij regelmatig zijn werk als parlementariër met zijn worstelhobby. ‘Dan nam ik een aanloopje van de prostituees in de hoek, langs de kalasjnikovgarderobe, en sprong ik zó over het hekje in de nek van de spreker van dat moment.’

Mato haalt een persfoto tevoorschijn, en de gelijkenis met de Oekraïense actie is evident. ‘Schande,’ vindt Mato. ‘Ik ben jarenlang gedoopt in zonnebloemolie naar de worsteltraining gegaan om zo’n greep te verzinnen. Daar ben ik wereldberoemd mee geworden. En nu doet zo’n patjepeeër me na. Hier.’ Mato toont een dvd: Sexi Sexi: South Amerikan apparatchiks & politicians in oil do ju-jitsu, kara-te & wrestle!.

Er is één belangrijk verschil, bekent Mato. In Kiëv liepen de gemoederen hoog op na het besluit om Ruslands huurcontract van de haven van Sevastopol te verlengen tot 2025. ‘Bij ons gingen ruzies toch meestal om de echt belangrijke dingen, zoals gratis sigaretten op het toilet en het tequila-assortiment in de kantine.’

Maohattan: de City in de jungle

Bankencentrum Maohattan, bijna af (2008)

Hoewel zij zich schuilhouden in de jungle, gaat het de maoïstische rebellen van Managuay bepaald niet slecht. Hun flexibele omgang met Lenin en Marx leidde in 2007 en 2008 zelfs tot een heuse vastgoedboom: maoïstische projectontwikkelaars verdienden miljarden peso’s met de bouw van multiplex-cinema’s, Kentucky Fried Chickens en een ultramodern bankendistrict, Maohattan genaamd (foto).

De rebellen vergaten echter één ding: al die torenflats verrieden hun schuilplaats. Het Managuayaanse regeringsleger stormde eropaf en binnen twee maanden woonden de rebellen weer in uitgegraven gaten in de grond.

Foto Conrado Blanco

De snoepjes van Sint-Cerberus

Met het feest van Sint-Cerberus in aantocht mogen Managuayaanse kinderen weer genieten van de zogenoemde cagarrutas: kleurige snoepballetjes, gevuld met lekkers. En niet alleen de kinderen – elke beroepsgroep in Managuay heeft zijn eigen favoriet. Boeren kauwen op cagarrutas met papaja, in het straatmuzikantencircuit bevat de lekkernij sigarettenstompjes en in de showbizzwereld cocaïne.
Sint-Cerberus zelf maakt het niet uit wat er in de balletjes zit; als ze maar hard genoeg zijn om de kleintjes er goed mee te raken.

Foto: Lota del Horno

Dictator schrijft kinderboek: een bestseller

Een moeras

MATAQUINTOS – Generaal Jamón, de militair dictator van Managuay, brengt vandaag een kinderboek uit. Oplage: zes miljoen exemplaren – best bijzonder voor een analfabeet land van amper vier miljoen inwoners.

Het boek draagt de titel De lama en het krokodillenkind. Het draait om de machtige lamakoning Antonio, die verliefd wordt op het krokodillenmeisje Conchita. Conchita, die kampt met een gewelddadige vader, een alcoholistische moeder en drie inwonende neven die haar seksueel misbruiken, smeekt Antonio haar mee te nemen naar zijn paleis.
De lama twijfelt, maar stemt uiteindelijk in. Hij wurgt Conchita’s neven en laat de rest van haar familie omkomen in de vlammenzee waarin hij het krokodillendorp heeft veranderd. Tenslotte laat hij Conchita – na een korte, maar heftige relatie – alleen achter in een moeras.
De uitgever geeft toe dat het boek, ook gezien het feit dat het 713 pagina’s telt, een ‘pittig werkje’ is.

Desalniettemin geldt De lama en het krokodillenkind nu al als bestseller: politieke en maatschappelijke organisaties zijn verplicht tientallen exemplaren af te nemen. Gewone Managuayanen moeten er – ondanks een analfabetismegraad van 80% – drie kopen. Toch is de animo groot: grofvuilophalers melden een explosieve toename van afgezaagde tafelpoten, wat betekent dat in elke huiskamer in Managuay plaats wordt gemaakt voor een stapeltje boeken.

Oppositie bijt zich stuk op cultuurplannen

Aquarelverf

MATAQUINTOS – De oppositie is er gisteren niet in geslaagd een bres te slaan in de regeringsplannen om op cultuur te bezuinigen. Het protest was dan ook verre van massaal: slechts één parlementariër maakte bezwaar.

De minister van Linkse hobby’s, wachtmeester 1ste klasse Virginia Ugarte Ramírez, stelde: ‘Het mag niet zo zijn dat de overheid een automatische stoplap is om slechte bedrijfsvoering bij een culturele instelling te verbloemen. Kijk naar Los Parásitos.’
Los Parásitos was een kunstenaarskwartet waarvan onlangs werd ontdekt dat het zeventien jaar lang 100.000 dollar staatssubsidie per jaar opstreek, terwijl een van de vier deelnemers al lang zijn geld verdiende als reiki-heelmeester en de overige drie waren overleden.

De parlementariër die protesteerde tegen de plannen was een liberaal die vreesde dat zijn favoriete aquarelverf duurder zou worden. De overige leden van het parlement waren bezig met toepen.

Rapport: in Syrië is iets aan de hand

Syrië

MATAQUINTOS – Na vijf maanden onderzoek door een commissie van wijzen weet de Nationale Academie van Wetenschappen van Managuay het zeker: in Syrië ‘is iets aan de hand’.

Een groep van elf wetenschappers presenteerde dinsdag in Mataquintos een lijvig rapport over het land in het Midden-Oosten. In Syrië – waar al sinds maart 2011 een burgeroorlog woedt die inmiddels aan 110.000 personen het leven heeft gekost, twee miljoen Syriërs naar het buitenland heeft doen vluchten en waardoor naar schatting een op de drie inwoners geen huis meer heeft – ‘rommelt het’, zo luidt de conclusie. Het rapport roept de regering van president Bashar al-Assad dan ook op om het Syrische minimumloon te verhogen ‘voordat de vlam echt in de pan slaat.’

Het rapport laat de spagaat zien waarin de Nationale Academie zich bevindt. Aan de ene kant moet het haar broodheer, generaal Jamón, te vriend houden. Jamón, staatshoofd van Managuay en een kegelvriend van Assad, heeft de Syrische president vanaf het begin van de onlusten verdedigd. Aan de andere kant wil de Academie de wereld tonen dat het in staat is om met objectieve analyses en heldere inzichten te komen. De kans op dit laatste lijkt verkeken met dit rapport, dat de Syrische Burgeroorlog niet eens noemt, maar wel rept van ‘de gezonde democratie die Syrië is’ en ‘het gezeik dat dat kan veroorzaken.’

Critici vragen zich af wat deze ontkenning betekent voor de burgeroorlog in Managuay zelf, nu de maoïstische rebellen vanuit het noorden steeds verder oprukken naar de hoofdstad. Critici van deze critici vinden dat maar stom.

Rebellen beschimpen onderminister op Haïti

MATAQUINTOS – De maoïstische rebellenbeweging De Oplichtende Pad kritiseert de Managuayaanse onderminister voor Toerisme, die dinsdag met een cocktail en in zwembroek aan de rand van een zwembad in Haïti lag. ‘Schande,’ zegt De Oplichtende Pad in een perscommuniqué. ‘Is dat nu het voorbeeld voor onze arbeiders, drinken onder werktijd?’
De rebellen, die zich schuilhouden in de jungle, wisten het communiqué te bezorgen op het presidentiële paleis in hoofdstad Mataquintos. ‘Onderminister Francisco Barón is een profiteur’, staat erin, en ‘Die dure Speedo bevat een zieke adder’.
De Oplichtende Pad streeft de vestiging van een communistisch boerenregime na. Een van zijn speerpunten is matig alcoholgebruik. De beweging was tussen 1999 en 2006 aan de macht in Managuay, maar ging ten onder aan corruptie en drankzucht.
De rebellenbeweging is opgericht naar voorbeeld van Lichtend Pad, de maoïstische guerillagroepering die in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw terreur zaaide in Peru. Volgens critici echter is de naam geënt op rebellenleider Fernando Sapo, een meervoudig veroordeeld fraudeur met een padachtig voorkomen.

Intocht Sinterklaas ontaardt in bloedbad

Managuayaanse legersoldaten ‘lopen de wacht’, zaterdagochtend
(bron: Facebook)

LA LIBERTINA – De intocht van de Managuayaanse Sinterklaas ging afgelopen zaterdag gepaard met een bloedbad. En vielen 98 doden.

Terwijl de goedheiligman – in Managuay Sint-Cerberus geheten – in junglestad La Libertina verscheen aan honderden doodsbange kinderen, openden driehonderd kilometer verderop maoïstische rebellen het vuur op onoplettende troepen van het Managuayaanse leger. Er ontstond een gevecht dat tot middernacht duurde en het leven kostte aan zeker 72 manschappen, 16 rebellen en 1 toevallig passerende chihuahua. Wat het verband met Sint-Cerberus is, is overigens nog niet bekend.

De maoïstische rebellen houden zich schuil in het oerwoud van Noord-Managuay. Experts verwachten de komende tijd meer aanvallen, omdat in de recente geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land de rebellen en de generaals steeds om de zeven jaar de macht hebben gegrepen. De rebellen verdwenen in 2006 van het toneel. ‘Vanaf 2013 is het weer ónze beurt om de bevolking te onderdrukken,’ zo maakte rebellenleider Fernando Sapo afgelopen zomer nog zijn idealen duidelijk in een interview met dagblad El Tiempo.

Bekende Managuayanen: Pablito Chocolatito

Op deze muurschildering in een buitenwijk van Mataquintos staat een van de geliefdste dissidenten van Managuay afgebeeld: Pablo del Bosque. Pablo werd in 1961 geboren in de hoofdstedelijke ijssalon van zijn ouders, in een lege bak chocoladeroomijs. Dat leverde hem de bijnaam ‘Chocolatito’ op, en een levenslange voorkeur voor die ijssmaak.

Als Pablito Chocolatito begon hij op zijn vijftiende een ijssalon in Mataquintos: Chocolate. Chocolate was vanaf dag één een doorslaand succes. Vanwege de heldere formule – 1000 soorten ijs, maar alleen chocolade – maar ook vanwege Pablito’s ludieke acties voor burgerlijke vrijheden. In 1980 organiseerde hij zijn eerste mars langs het presidentiële paleis, waarbij duizenden mensen, aan een chocolade-ijsje likkend, uitdagend langs de ambtswoning van de toenmalige dictator Sans liepen. Die was razend, maar de grote populariteit van de ijsmakersjongen weerhield hem van represailles. Pablito werd een volksheld en een luis in de pels van alle dictatoriale regimes die elkaar in het Managuay zouden opvolgen.

Zijn vereenzelviging met chocolade-ijs nam echter steeds maniakalere vormen aan. Smeerde hij aanvankelijk slechts af en toe zijn gezicht in met het koude goedje, later werd Pablito regelmatig slapend aangetroffen in een zwembad in zijn kelder, tot de rand gevuld met zelfgemaakt ijs. Het dieptepunt volgde in 2008, toen hij spiernaakt door de straten van Mataquintos rende met in elke hand een hoorn, al roepend: ‘Ik ben van chocola! Ik ben van chocola!’ Hoewel een menigte van honderden fans die middag de politie bij hem wist weg te houden, die haar kans schoon zag om de lastpost eindelijk te arresteren, had Pablito eindelijk het regime de smoes gegeven waar het zo lang op had gewacht.
Een half jaar later werd hij opgegeten door hongerige Managuayaanse commando’s.

Foto Conrado Blanco

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De rebellen

Maohattan

‘Excellentie, wanneer begint u vredesbesprekingen met de maoïstische rebellen?’ De fotocamera’s flitsen. ‘Niet eerder dan op het juiste moment,’ bast generaal Bernardo Moto y Tomo, de Managuayaanse minister van Defensie en Kinderdagverblijven. ‘En dat is wanneer het hoofd van de laatste rebel op mijn stoep ligt.’

Wat Colombia doet, doet Managuay uitdrukkelijk niet: onderhandelen met terroristen. Zo zelfverzekerd als de FARC op dit moment achter een vergadertafel op Cuba zit, zo wanhopig houdt de maoïstische rebellenbeweging De Oplichtende Pad zich schuil in de jungle. Al decennia dragen in Managuay links en rechts om de zeven jaar de macht aan elkaar over. De Terechte Staatsgreep van generaal Jamón vond plaats in 2006, dus dit jaar dienen de militairen het veld te ruimen. Maar die maken geen haast.

Niet dat het de rebellen slecht gaat. De Managuayaanse communisten interpreteren het Rode Boekje van Mao zoals Bram Moszkowicz de regels van de Nederlandse Orde van Advocaten: losjes. Rebellenleider Fernando Sapo spreekt van ‘een beweging van principes’, maar ondertussen beschikt zijn hoofdkwartier als enige maoïstische bolwerk ter wereld over een Kentucky Fried Chicken en een meubelboulevard.

Tot 2008 was er zelfs sprake van een heuse vastgoedboom: maoïstische projectontwikkelaars verdienden miljarden peso’s met de bouw van luxeappartementen, multiplexcinema’s en een ultramodern bankendistrict genaamd Maohattan. Het einde kwam tegelijk met de economische crisis, maar dat was toeval – de torenflats verrieden simpelweg de ligging van het rebellenkamp en regeringstroepen stormden eropaf. Binnen twee maanden woonden de rebellen weer in uitgegraven gaten in de grond.

Een laatste vraag aan de minister. ‘Volgens de buitenlandse pers wil de junta geen vrede, omdat ze baat heeft bij oorlog. Klopt dat?’ ‘De buitenlandse pers is drek,’ antwoordt Moto y Tomo. Hij staat op. ‘Maar ik moet weg nu, ik heb een diner met Vicente Corriente, de directeur van wapenfabrikant ManaBomba.’
Enrique Furioso

Foto Conrado Blanco
Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.