ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Eindejaar

Vreugdevuur in San Cristóbal, 31 december 2012

Ramira (17) rookt doodgemoedereerd een shaggie op het plein van San Cristóbal, een stadje in de Managuayaanse Andes. Vriendin María (18) veegt met anderen de restanten van het nieuwjaarsvuur bijeen. Elke keer als deze haar een nagloeiende stoelpoot of speelgoedbazooka toeslingert, duikt Ramira opzij. ‘Gevaarlijk? Welnee,’ lacht ze. ‘Iedereen heeft hier derdegraads brandwonden in januari.’

Jaarwisselingen in Managuay zijn berucht. Het patroon is dit: met Oud en Nieuw vallen honderden doden en gewonden, de politie blijft op haar post en in de ochtend verklaart de Staatsgezondheidsdienst dat alles rustig is verlopen. Zo ook dit jaar. De werkelijkheid is echter anders: metropool Mataquintos snoof tot het ochtendgloren, in het jungleachtige noorden slingerde men naakt aan lianen en op de pampa’s van het zuiden vonden weer de met drank overgoten lamarodeo’s plaats. En in de Andes, in het westen, streefde elk plaatsje naar het hoogste vreugdevuur. 

Dit jaar streek San Cristóbal met de eer: de vlammen reikten wel 21 meter hoog. Het resultaat van gemeenschapszin, stelt Geraldo Puños (59), een van de vegers op het plein. ‘Aan de brandstapel draagt iedereen zijn steentje bij,’ zegt hij. ‘Een oud kastje, een stoel.’ Zelfs de overheid deed mee: de Immigratiedienst doneerde zevenhonderd in beslag genomen panfluiten van illegale Bolivianen, en één beenprothese.

Het vreugdevuur is simpelweg een traditie in San Cristóbal. Na middernacht vormen de mannen uit het stadje een kring en dansen er zo dicht mogelijk tegenaan. Wie als eerste zijn snor schroeit, krijgt – behalve rode blaren in zijn gezicht – de unieke kans om de nacht door te brengen met een scholiere naar keuze.

Ramira lacht: afgelopen maandag was zij zo’n scholiere. ‘Ik wist van toeten noch blazen, ik vond er niks aan. Toen hij zijn vriendengroep ging halen, ben ik hem snel gepeerd!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Geen asiel voor Julian Assange in Managuay

Julian Assange

MATAQUINTOS – Managuay is, in tegenstelling tot Ecuador, niet van plan Wikileaks-voorman Julian Assange asiel te verlenen. Dat maakte de regering van het Zuid-Amerikaanse land donderdagavond bekend.

Generaal Popo de Mierda, de minister van Binnenlandse Zaken, arriveerde twee uur later dan gepland in een bomvolle perszaal. Hij nam plaats achter het spreekgestoelte en zei: ‘Managuay verleent Julian Assange geen asiel. Althans, voor nu.’ Daarna verliet hij het pand en reed weg in een dienstauto met zwaailicht en sirene.

Vervolgens werden broodjes gordeldier en lamasmoothies geserveerd.

REISGIDS 2013: Eten bij Zé

Eigenaar Zé (r) en een collega tonen hun grill

Met trots presenteert Persbureau Managuay de nieuwe zomerserie Reisgids 2013: de beste tips voor de vakantievierder in Managuay, verzameld door ons correspondententeam ter plaatse.

Wat? Eten
Waar? Zé, La Libertina
Prijs: $

Een simpel, volks steakhouse, maar met het beste gegrilde vlees van de stad. Eigenaar Zé gooit alles op de barbecue: vis, gevogelte, varken, rund, en incidenteel zelfs een lastige klant. Als u gekrijs hoort in de keuken, draaien ze hem juist om.

$$$ duur
$$ redelijk
$ goedkoop

Meer tips? Onze reisgids vindt u in dit boek

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Sopropo

Sopropo’s

Eten bij de familie Buzarquis. Moeder Emma zet een grote ketel op tafel, waarop vader Pepe en opa overeind komen uit hun stoel. ‘Soproposoep!’ juichen de kleine Juan en María. Pepe neemt kater Hugo op schoot en houdt hem een lepel met het groene goedje onder de neus. Hugo snuffelt, slobbert het naar binnen – en valt prompt op de grond. Morsdood. ‘Nog niet goed,’ bromt Pepe. Scheldend pakt Emma de ketel weer op. ‘Pinche sopa!’

De weerbarstige sopropo is een groente uit de komkommerfamilie. In Suriname wordt hij veel gegeten, maar ook in buurland Managuay is de tropische plant – die er uitziet als een pokdalige courgette – heus volksvoedsel. Sopropo’s zijn goedkoop en groeien overal. Bovendien: de onrijpe vrucht heeft een wrattige schil, het vlees smaakt bitter en het plantensap is bijtend giftig – de sopropo is, kortom, het Managuayaanse volk in zijn vegetale vorm.

Ondanks die volkseigen kwaliteiten hoopte de lokale sopropo-industrie heel even Europa te veroveren. In 2011, tijdens het gedoe met de EHEC-bacterie, durfden veel Duitsers geen komkommers meer te eten en de Managuayaanse Liga van Sopropotelers rook haar kans. ‘Straks zijn we exportproduct nummer één van Managuay,’ sprak Liga-voorzitter Amalfi. ‘Mosterdgas kan naar de tweede plek.’ Maar al snel bleken komkommers EHEC-vrij. En dat een sopropo vóór consumptie een paar uur in zout water moet worden geweekt om zijn dodelijke bestanddeel momordicine kwijt te raken, hielp ook al niet mee in de pr-campagne.

Na twee uur doorkoken staat de soep weer op tafel. ‘Goed spul,’ zegt Pepe smakkend. Maar opeens valt de lepel uit zijn hand. Pepe stormt de achtertuin in. Liggend in het gras geeft hij over. Naschokkend, met een lijkbleek gezicht, veegt hij zijn mond af aan een handvol grassprieten. Dan, met een schaterlach: ‘Man, wat houd ik toch van groente!’
Roger Abrahams

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Economie: Stiletto Run op de M1


In 2007 verklaarde het staatshoofd van Managuay, generaal Jamón, dat het eerste (en tot dusver enige) geasfalteerde stuk van snelweg M1 zo perfect gelukt was, dat ‘een vrouw op stilettohakken de volle achthonderd meter rennend zou kunnen afleggen’. Sindsdien organiseert de lokale versie van Glamour er jaarlijks de Stiletto Run. De winnares ontvangt een nieuw paar stiletto’s en een Hansaplast-cadeaupakket.

Dictator schrijft kinderboek: een bestseller

Een moeras

MATAQUINTOS – Generaal Jamón, de militair dictator van Managuay, brengt vandaag een kinderboek uit. Oplage: zes miljoen exemplaren – best bijzonder voor een analfabeet land van amper vier miljoen inwoners.

Het boek draagt de titel De lama en het krokodillenkind. Het draait om de machtige lamakoning Antonio, die verliefd wordt op het krokodillenmeisje Conchita. Conchita, die kampt met een gewelddadige vader, een alcoholistische moeder en drie inwonende neven die haar seksueel misbruiken, smeekt Antonio haar mee te nemen naar zijn paleis.
De lama twijfelt, maar stemt uiteindelijk in. Hij wurgt Conchita’s neven en laat de rest van haar familie omkomen in de vlammenzee waarin hij het krokodillendorp heeft veranderd. Tenslotte laat hij Conchita – na een korte, maar heftige relatie – alleen achter in een moeras.
De uitgever geeft toe dat het boek, ook gezien het feit dat het 713 pagina’s telt, een ‘pittig werkje’ is.

Desalniettemin geldt De lama en het krokodillenkind nu al als bestseller: politieke en maatschappelijke organisaties zijn verplicht tientallen exemplaren af te nemen. Gewone Managuayanen moeten er – ondanks een analfabetismegraad van 80% – drie kopen. Toch is de animo groot: grofvuilophalers melden een explosieve toename van afgezaagde tafelpoten, wat betekent dat in elke huiskamer in Managuay plaats wordt gemaakt voor een stapeltje boeken.

Couleur locale: het toilet


Veel Nederlanders denken dat een toilet in Managuay een vieze, onhygiënische bedoening is, maar niets is minder waar. Ziehier een keurige wc van een keurige Managuayaanse familie ergens op het platteland. Het porselein is gepoetst, de spiegels hangen aan de muur en de pater familias heeft zijn beste t-shirt opgehangen waarmee gasten hun besmeurde edele delen kunnen afvegen.

Winnaar Gouden Lama spoorloos

MATAQUINTOS – Van Nazario Campos, de acteur die vrijdag een Gouden Lama ontving voor zijn rol in de film La Paz, ontbreekt sindsdien ieder spoor.

Campos, van Boliviaanse afkomst, zorgde voor een hoogtepunt op de slotavond van het Managuayaanse Filmfestival (MFF) met zijn emotionele dankwoord. ‘Deze Lama staat voor het overwinnen van angsten. Helaas vinden sommige politici het heel begrijpelijk, angst voor buitenlanders. Nou, ik heb een fucking Gouden Lama in mijn hand!’ Na deze woorden ebde het aanvankelijk enthousiaste applaus snel weg en werd Campos door een eenheid van de oproerpolitie naar buiten geëscorteerd. Filmcriticus Pedro Vicino, achteraf: ‘Zo’n dankwoord is in een democratie misschien heel mooi, maar in een militaire dictatuur een beetje dom.’

La Paz, een road movie waarin drie vrienden een panfluit terugbrengen naar Bolivia, was de enige onafhankelijk gemaakte film die in de prijzen viel. De grote winnaar was – zoals verwacht – Het bloedbad bij San Fernando, een in real time nagespeelde veldslag van dertien uur waarin de glorie van het Managuayaanse leger wordt benadrukt. Aanvankelijk wilden de makers gebruik maken van speciale effecten, maar het officierskorps stond erop om de complete slachting over te doen voor de camera’s, inclusief 2300 gevangenen en daklozen voor de rol van opstandige rebellen.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De peso

Bankbiljet van 200.000 Managuayaanse peso

‘Verdomde daklozen.’ Prometeo Carolus staat bij een juten zak. ‘Hén moesten ze tegen de muur zetten, in plaats van dichters en falende voetbalspelers.’ De muntenhandelaar heeft het niet op de zwervers buiten zijn boetiek in het oude centrum van Mataquintos. Of ze op zijn collectie azen? Integendeel. Elke dag zet Carolus tien kilo aan peso’s buiten, maar de zak wordt enkel als toilet gebruikt.

Managuayanen houden niet van hun geld. Dat is niet gek: wat de overheid een ‘dynamische munt’ noemt, is een boterzacht stuk metaal waarvan de wisselkoers recent fluctueerde tussen de 0,00009 en 0,00001 voor 1 euro. En dat was alleen nog maar vorige week.

Toch moet de Managuayaanse peso een mondiale reservemunt worden. De minister van Financiën, generaal Diego Verbuto, stelt het op elke top van de G27 [de 27 kleinste economieën van de wereld, NN] weer voor. Immers, betoogt hij, kredietbeoordelaar Moody’s heeft in 2011 de kredietwaardigheid van Managuay verhoogd. Dat het een promotie betrof van de status ‘uitermate deplorabel’ naar ‘zeer meelijwekkend’, vertelt Verbuto er niet bij.

Wandelend langs de munten- en fruitverzameling in Carolus’ winkel – nog tot 1923 gold de mango als wettig betaalmiddel – valt me op hoe dun alle centjes zijn. ‘Waarvan zijn Managuayaanse peso’s gemaakt?’ vraag ik. Het antwoord: ‘Weggegooide bierblikjes.’ Als Carolus mijn verbaasde blik ziet, grinnikt hij. ‘Tranquilo, gringo. Het mogen ook geroofde peso’s uit Uruguay zijn.’

Tring! Een jonge vrouw stapt binnen met een dikke envelop. Of Carolus haar pesomunten aaneen wil slaan tot een grote, slappe plaat met papierachtige kwaliteiten. Carolus legt me uit: ‘Daar kan een heel gezin hier een week lang zijn billen mee afvegen.’ Hij rekent er een sigaar voor. ‘Een Havana.’ Met een knipoog: ‘Een mens moet ook léven.’
Noud Nijssen


Foto Rogelio de la Sierra

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Gullits rivaal komt uit Managuay

Ruud Gullit (rechts) en de eigenaar van Terek Grozny, Ramzan Kadyrov

GRJAZNY – Niet ver van Ruud Gullits nieuwe voetbalclub Terek Grozny begon gisteren zijn collega uit Managuay bij de rivaliserende ploeg, Spartak Grjazny.

Pedro Lázaro, oud-international van de Zuid-Amerikaanse bananendictatuur, is aangesteld door clubeigenaar en bendeleider Stepan Jolkipolkov. Deze haalde tijdens de persconferentie hard uit naar Gullit. ‘Gullit kan geen trainer zijn in Tsjetsjenië, want hij is bang voor de dood. Hij is geen echte man. Lázaro is trouwens ook geen echte man, want ik heb hem nog gecastreerd toen ik stage liep bij de geheime politie in Managuay, maar dat is een ander verhaal.’ Daarop vroeg Lázaro of hij even naar de wc mocht, maar dat mocht niet.

Spartak Grjazny (grjazny btekent ‘vies’ in het Russisch) is persoonlijk eigendom van Jolkipolkov, de enige krijgsheer die zich nog verzet tegen de macht van Gullits baas, de Tsjetsjeense president en moordenaar Ramzan Kadyrov. Volgens Jolkipolkov had hij liever Gullit gehad als trainer, maar die zag ervan af ‘omdat hij, als hij moest kiezen tussen twee bendeleiders, dan toch liever koos voor de bendeleider met de Toyota Prius en niet de Landrover. Heilig boontje.’

Traditionele ‘Rede tot de Natie’ van Jamón


MATAQUINTOS – Generaal Jamón heeft om drie uur vannacht (Nederlandse tijd) zijn jaarlijkse Rede tot de Natie uitgesproken. Na afloop volgde de traditionele executie.

Jamón roemde het feit dat Managuay het vierde jaar van zijn militaire dictatuur ingaat. ‘Nog nooit was ons volk zo hoopvol, ordelijk en gedecimeerd,’ zei hij, en maakte een knik van dankbaarheid richting soldaten in het gelid. De toekomst gloort volgens Jamón met name in de technologische sector. Daarmee doelt hij vermoedelijk op de kaping, drie uur eerder, van een vrachtschip met 400.000 iPads door de Managuayaanse douane.
De executie was op aandringen van mensenrechtenorganisaties zo humaan mogelijk gehouden. Zeven misdadigers kregen daarom niet langzaam vloeibaar lood in hun keel gegoten, maar in één keer.
Jamón hield zijn toespraak gelijktijdig met Barack Obama’s State of the Union om zo kijkers bij zijn Amerikaanse collega weg te trekken. Dit is alleen gelukt bij de Managuayaanse diaspora. Die bestaat voornamelijk uit prostituees en heeft toch de hele dag de tv aan.