GÜMLIGEN – César Jamón, zoon van de militaire leider van Managuay, blijkt een schoolvriend te zijn geweest van Kim Jong-un, de beoogde dictator van Noord-Korea.
De twee zaten op dezelfde kostschool in Gümligen in Zwitserland, zij het onder pseudoniem. Iedereen kende echter hun identiteit, zo leert een belronde langs oud-klasgenoten, allen telgen uit voorname families. Haroshi Toyota: ‘Wie dat niet doorhad, was oerstom. Als ze familiebezoek kregen in hun studentenflat, gingen ze opeens keiharde marsmuziek draaien.’
De dictatorkinderen kregen aanvullend avondonderwijs, maar speelden in hun schaarse vrije tijd ook met klasgenoten. ‘Meestal wilden ze soldaatje doen,’ herinnert Jean-Pierre Gillette zich. ‘Je was als de dood om door César en Kim gevangen genomen te worden. De anderen draaiden alleen maar je armen op je rug, maar zij kwamen met hele zelfgemaakte martelwerktuigen aanzetten.’ Madison Hewlett-Packard griezelt nu nog bij de gedachte aan de waterboardmachine, gemaakt van oude onderbroeken en lauwe Sisi.
Ondanks deze spellen hielden César en Kim zich doorgaans afzijdig van het groepsgebeuren in hun klas. Norbert Nescafé: ‘Dan zaten ze tijdens de les samen wat te krabbelen op een vel papier. Galgje, meestal.’