‘Volkskrant vertelt leugens inzake eindexamens’

Scholen in Managuay zouden meer te stellen hebben met
zwangere tieners dan met eindexamens, zo bericht de Volkskrant

MATAQUINTOS – De regering van Managuay heeft een klacht ingediend tegen de Volkskrant. Die schrijft in een reportage vandaag dat scholen in het Zuid-Amerikaanse land zich door de heersende seksuele moraal meer bezighouden met tienerzwangerschappen dan met eindexamens.

In het artikel voert de Volkskrant een Managuayaanse rector op die zegt dat bij schoolreisjes standaard een verloskundige meegaat, voor het geval een leerlinge onderweg moet bevallen. ‘De schoonmaakkosten werden gewoon te hoog.’

Volgens de Managuayaanse minister van Onderwijs, generaal Rufus Vendetta Malpenso, gaat het echter om een incident. ‘Nu lijkt het alsof Managuayaanse scholen één grote, broeierige bende zijn. Maar die verloskundige in kwestie is helemaal geen verloskundige. Zij is een leerlinge die vorig jaar van school is verwijderd wegens het bedrijven van illegale prostitutie, maar de schooldirecteur neemt haar op uitstapjes mee voor een ouderwets robbertje chinga-chinga achterin de bus.’ Wat hij onder het laatste verstaat, wil de minister niet zeggen.

De Volkskrant
heeft niet gereageerd. Wel zegt de krant kritisch te kijken naar de samenwerking met Persbureau Managuay, het Nederlandse nieuwsagentschap dat de berichtgeving vanuit Managuay verzorgt. Oké, dus eigenlijk heeft de Volkskrant toch gereageerd. Vooruit, hoofdredacteur Philippe Remarque noemt de gewraakte reportage zelfs ‘onder de maat, en – no pun intended – onder de gordel.’

De reportage van Persbureau Managuay wordt morgen op deze webiste gepubliceerd.

Kandidaat-paus Managuay gooit hoge ogen

Een politieagent helpt bij het klaarzetten van de roulettetafel

MATAQUINTOS – Kardinaal en kandidaat-paus Angelino Armando Caramel heeft gisteren hoge ogen gegooid. Het hoofd van de rooms-katholieke kerk van Managuay vermaakte zich na de zondagsmis met het dobbelspel Craps in een illegaal casino.

Caramel gooide tijdens zijn vier uur durende bezoek maar liefst driemaal 11 bij de eerste worp. Volgens de regels van het spel verdiende hij daarmee, en alle spelers die op hem hadden gewed, drie keer éénmaal zijn inzet. De kardinaal zette de hele middag niet lager in dan 200 miljoen Managuayaanse peso, zo’n 10.000 euro. Gewoonlijk speelt hij vals door zijn zwaarbewapende Peruaanse Garde in te schakelen, maar ditmaal hadden zowel de Garde als de regeringstroepen die het casino exploiteren hun semi-automatische wapens bij de deur achtergelaten.

Hoewel een peiling onder Nederlandse geestelijken zaterdag aangaf dat zij het tijd vinden voor een paus uit Zuid-Amerika, dicht vrijwel niemand Caramel grote kansen toe. De Managuayaanse kerk ligt onder vuur vanwege beschuldigingen van seksueel misbruik, en Caramels bijnaam luidt ‘de hete tabberd’.

Voorbereidingen op verhit Nieuwjaar in de Andes


SAN CRISTÓBAL – Ramira Martí staat doodgemoedereerd een shaggie te roken terwijl ze jerrycans benzine doorgeeft op het centrale plein van San Cristóbal, een stadje in de Andes van Managuay. ‘Geen punt,’ lacht ze, ‘er verbrandt hier elk jaar wel iemand.’


Door Jens Mikkelsen

De jaarwisselingen in het Zuid-Amerikaanse land zijn berucht: illegaal vuurwerk zorgt voor honderden doden en gewonden, de politie blijft op haar post en in de ochtend verklaart de Staatsgezondheidsdienst dat alles rustig is verlopen.

Ramira Martí weet wel beter. Het volksfeest van San Cristóbal bestaat uit het aanleggen van een vuur dat wel vijftien meter hoog kan worden en waar de jonge mannen van het plaatsje zo dicht mogelijk tegenaan moeten dansen. Wie als eerste zijn snor schroeit, ontvangt derdegraads brandwonden in zijn gezicht, maar ook de unieke kans om de nacht door te brengen met een scholiere naar keuze.
Ramira lacht: ook zij was ooit zo’n scholiere. ‘Ik was vijftien, dus wist van toeten noch blazen. Ik vond er niks aan. Dus toen hij zijn vriendengroep erbij haalde, ging ik er snel vandoor!’
Het wordt een enerverend feest, vanavond in San Cristóbal.

Cultuur: Lezen


Maar weinig literaire werken hebben het in Managuay tot bestseller geschopt. Niet omdat de Managuayanen zo kieskeurig zijn, of arm – ze zijn vooral analfabeet. En dus lezen ze bitter weinig boeken (zeker als er geen plaatjes staan).

Dit neemt niet weg dat Managuay een bloeiende papierindustrie heeft. Het staatspapierbedrijf ManPapel voorziet heel Zuid-Amerika van goedkoop papier. Oorzaak is de makkelijk te winnen grondstof: bamboe van de in beslag genomen panfluiten van straatmuzikanten. Of de huid van de straatmuzikanten zelf.

Het dier op de foto heeft overigens met het bovenstaande niets te maken; dat is gewoon een parmantige lama.

Nazomer in Managuay: Barbecue

Varken aan het spit: de Managuayaanse culinaire traditie staat dicht bij de natuur, en bij een voedselvergiftiging.

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: barbecuen bij de familie Rosas.

De verhalen over de barbecuecultuur in het dorpje San Adolfo Tedesco zijn talrijk. Ze blijken allemaal waar. Ook de gruwelijke.

Door Jens Mikkelsen

Toen Jacques Huisman, een vaste lezer van dit weblog, eind juli mailde dat hij op zijn vakantie in Managuay zomaar voor een buurtbarbecue werd uitgenodigd, noteerde ik het dorpje in kwestie meteen in mijn agenda. Nu kon ik er eindelijk heen: San Adolfo Tedesco. Het paradijs voor barbecuërs, gelegen op de zuidelijke pampa’s en gezegend met een ongelooflijke hoeveelheid bijnamen, waarvan ‘De Nationale Grill’ de gezelligste is en ‘De Gloeiende Hel Voor Alles Op Vier Poten, Behalve Vrouwen’ de angstaanjagendste.

De reis vanuit de hoofdstad Mataquintos duurt maar liefst vijftien uur: per trein, per minibus en – als laatste, maar comfortabelste etappe – per moeder, gewikkeld in zo’n veelkleurig, op haar rug hangend doek, waarin ze in deze contreien ook wel eens kleine kinderen vervoeren. Een slopende trip, maar je ziet weer eens iets anders van het land en bovendien hebben mijn doekgenoten Werner (2), Diego (3) en Yacinta (4) een hoeveelheid lolly’s en zakken chips mee die het reizen er bijzonder aangenaam op maakt.

Aangekomen in San Adolfo Tedesco stelt mijn reismoeder zich eindelijk voor. Ze heet Danita Rosas (17) en woont met haar moeder Melva en haar zeven kinderen in een huisje. Onmiddellijk verdwijnt ze naar binnen, waarop Melva me een tequila aanbiedt en dan over het gazon begint te lopen, terwijl ze ‘Adolfo! Adolfo!’ roept. Of haar man ook thuis is, vraag ik? Ze gromt: ‘Was mijn man maar zo knap als Adolfo.’ Twee tellen later komt een bruin-roze beest het gazon op rennen: Adolfo blijkt een fors zwijn te zijn.

Ik realiseer me: amper aangekomen in San Adolfo Tedesco is de barbecue al begonnen! Terwijl Melva Adolfo lief toespreekt, wurgt en vilt, stapt Danita de tuin in met een enorme houten spies en begint een vuur aan te leggen. Met de fles tequila die mij in de handen wordt gedrukt, moet ik proosten: op de Managuayaanse barbecue! Danita, Melva en Marcelo (8, de oudste), proosten mee, tussen de bedrijven door.

Tevreden plof ik neer op een stoel, bestel een lamamelk met rum – Gino (7) blijkt een formidabele cocktailmixer te zijn – en knip deze foto. Dan denk ik bij mezelf: …nou ja, ik weet niet meer zo goed wat ik dacht, maar verdorie, wat heb ik genoten.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Troonwisseling

Jorge Zorreguieta (r) naast juntaleider Jorge Videla

‘Máxima?’ Marco Cortes (28) schudt zijn hoofd. Zijn broer Rico (31): ‘Jawel, dat is die van “buurman, wat doet u nu”!’ We complimenteren Rico met zijn kennis van Nederlandse filmklassiekers uit de jaren tachtig, maar vertellen hem dat de dame in kwestie Tatjana heet, en niet Máxima. Rico kijkt teleurgesteld. ‘Dan geef ik het op.’

De koningin der Nederlanden is vanaf dinsdag een Argentijnse, maar in Managuay kent men haar amper. Argentijnen staan hier bekend als arrogante en verwijfde cappuccinodrinkers, en die kun je beter op afstand houden. De uitzondering: Jorge Zorreguieta, Máxima’s vader. De oud-minister uit de tijd van de Argentijnse dictatuur (1976–1983) geldt in Managuay als een gerespecteerd politicus.

Menig Managuayaan denkt met weemoed terug aan de tijd dat niet alleen zij, maar ook de buurlanden door militaire junta’s werden aangestuurd. Een periode van internationale solidariteit, geïllustreerd door een vrij verkeer van politieke gevangenen: die konden worden gearresteerd in Asunción (Paraguay), gemarteld in Mataquintos (Managuay) en bij Montevideo (Uruguay) in de Atlantische Oceaan geworpen.

Ook Argentinië deed mee, maar of Zorreguieta als minister van Landbouw van de dodenvluchten heeft geweten? Nee, zei generaal Jamón, het staatshoofd van Managuay, onlangs in een interview. Jamón herinnerde zich een brief van zijn oude penvriend: ‘Dan schreef hij geërgerd: “Ik presenteerde een mooi plan voor de export van steaks, maar toen zei de minister van Nationale Defensie: ‘Dat gaat niet, alle vliegtuigen zitten al vol.’ Iedereen begon te lachen. Waar sláát dat toch op?” O o, die Jorge, dacht ik dan.’

We komen aan onder een brug, waar Marco en Rico wonen sinds vorig jaar hun appartementencomplex werd gesloopt voor een nieuw winkelcentrum. ‘Jullie hebben het maar goed,’ lacht Rico, terwijl hij een fles rum tevoorschijn tovert. Marco neemt een slok en wijst om zich heen. Lachend: ‘Geen woning, geen kroning!’
Roger Abrahams

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Bankdirecteur overtuigt parlement niet


MATAQUINTOS – De president van De Managuayaansche Bank (DMB), Ramón Delirio Franco, is er niet in geslaagd het parlement van zijn integriteit te overtuigen. Oorzaak is deels de sponsor van DMB, die per 1 juli officieel De Andrélon for Men Shampoo Anti-Roos Managuayaansche Bank heet.

Delirio Franco zou steekpenningen hebben aangenomen van Andrélon, maar dit wordt door de parlementariërs als ‘welkome aanvulling op het salaris’ gezien. Erger is het feit dat Delirio Franco vorig jaar de WSB Bank liet omvallen.

De WSB Bank van ondernemer Wálmer Schnitzler werd groot door bij zijn klanten wurgcontracten af te sluiten met de verkoop van hypotheken, escortdiensten en voetbalplaatjes. Bij elke lening verplichtte de klant zich ook vijf pallets tequila af te nemen, waardoor schulden hoog opliepen. Toen de zeepbel vorig jaar knapte, greep de centrale bank niet in en verloren duizenden Managuayanen de greep op hun financiën, en hun drankmisbruik.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Eindejaar

Vreugdevuur in San Cristóbal, 31 december 2012

Ramira (17) rookt doodgemoedereerd een shaggie op het plein van San Cristóbal, een stadje in de Managuayaanse Andes. Vriendin María (18) veegt met anderen de restanten van het nieuwjaarsvuur bijeen. Elke keer als deze haar een nagloeiende stoelpoot of speelgoedbazooka toeslingert, duikt Ramira opzij. ‘Gevaarlijk? Welnee,’ lacht ze. ‘Iedereen heeft hier derdegraads brandwonden in januari.’

Jaarwisselingen in Managuay zijn berucht. Het patroon is dit: met Oud en Nieuw vallen honderden doden en gewonden, de politie blijft op haar post en in de ochtend verklaart de Staatsgezondheidsdienst dat alles rustig is verlopen. Zo ook dit jaar. De werkelijkheid is echter anders: metropool Mataquintos snoof tot het ochtendgloren, in het jungleachtige noorden slingerde men naakt aan lianen en op de pampa’s van het zuiden vonden weer de met drank overgoten lamarodeo’s plaats. En in de Andes, in het westen, streefde elk plaatsje naar het hoogste vreugdevuur. 

Dit jaar streek San Cristóbal met de eer: de vlammen reikten wel 21 meter hoog. Het resultaat van gemeenschapszin, stelt Geraldo Puños (59), een van de vegers op het plein. ‘Aan de brandstapel draagt iedereen zijn steentje bij,’ zegt hij. ‘Een oud kastje, een stoel.’ Zelfs de overheid deed mee: de Immigratiedienst doneerde zevenhonderd in beslag genomen panfluiten van illegale Bolivianen, en één beenprothese.

Het vreugdevuur is simpelweg een traditie in San Cristóbal. Na middernacht vormen de mannen uit het stadje een kring en dansen er zo dicht mogelijk tegenaan. Wie als eerste zijn snor schroeit, krijgt – behalve rode blaren in zijn gezicht – de unieke kans om de nacht door te brengen met een scholiere naar keuze.

Ramira lacht: afgelopen maandag was zij zo’n scholiere. ‘Ik wist van toeten noch blazen, ik vond er niks aan. Toen hij zijn vriendengroep ging halen, ben ik hem snel gepeerd!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Lama’s

Een lama

Het Sint-Gribusplein in Mataquintos, zomaar een plein in Latijns-Amerika. Oude mannetjes dammen, dames kopen papaja’s, ergens wordt een bedelaar in elkaar gerost. Eén ding is echter typisch Managuayaans: het prieeltje met het lamabeeld. Student Vicente (22) staat erbij. Waarom? Hij toont ons zijn gouden hanger: een mannenlijf met een lamakop, omringd door zonnestralen. ‘Pacha Mama Lama. Ze beschermt ons.’

Het is moeilijk om het belang van de lama in de Managuayaanse cultuur te overschatten. Volgens de Manca-indianen schiep een lama zelfs de wereld: Pacha Mama Lama was boos op de eeuwige duisternis en schoot, aan het begin der tijden, een fluim weg waaruit de aarde ontstond. Het was zuur en stinkend speeksel, bestaand uit halfverteerd voedsel uit de maag. Volgens andere bronnen was ze dan ook gewoon verkouden. Hoe dan ook, niet voor niets siert een lama de Managuayaanse vlag.

Het beest vervult echter ook een praktische rol. Van de Andes met zijn lastdieren tot aan de schimmige wereld van de lamabordelen en filmproducties als Lama Fellatio II – overal wordt het dier gekoesterd. De elitetroepen van de Managuayaanse cavalerie zitten zelfs op lama’s. De beroemdste van hen schopte het zowaar tot het biljet van 200.000 peso: Lope la Llama bleek tijdens de Oorlog van de Vijf Papaja’s (1850-1852) zoveel slimmer dan de officier op zijn rug, dat hij tot generaal werd benoemd. Sindsdien erft elke lama de rang van zijn berijder, wat de resultaten van het Managuayaanse leger overigens behoorlijk heeft opgekrikt.

Op een hoek van het Sint-Gribusplein speelt een groepje scholieren Lamabord, een variant van Ganzenbord. Het gerol van hun dobbelsteen is bijna niet te horen, maar hun opgewonden kreten des te meer. ‘Nu ik, nu ik! (…) Vakje 54. “Je richt een politieke partij op. Ga naar de gevangenis.” Ah, coño!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

‘Nobelprijs Mo Yan leidt tot oorlog’

Sergio Sánchez Hammarskjold

PERFIDO – Ook dit jaar gaat de Nobelprijs voor de Literatuur aan Sergio Sánchez Hammarskjold voorbij. De Managuayaanse schrijver is teleurgesteld. ‘Nog even en Zweden is in oorlog.’ 

Door Jens Mikkelsen

Meneer Hammarskjold, tijdens ons gesprek van gisteren wist u zeker dat u zou gaan winnen. 
Dat was een pose. De Zweedse Academie is een achterhaalde club van idioten die geen flauw benul hebben van literatuur.

Gisteren noemde u de Zweedse Academie nog een ‘respectabel instituut vol wijze mannen die weten wat ze doen.’
Ja, gelul natuurlijk.

Kent u het werk van Mo Yan? Hij is onderscheiden omdat hij ‘met hallucinerend realisme volksverhalen, geschiedenis en het hedendaagse combineert.’
Mo Yan is weer zo iemand die verzinseltjes op papier zet. Ik maak toegepaste literatuur. Neem zijn boek De wijnrepubliek en vergelijk dat eens met dit etiket dat ik vorige week nog geschreven heb voor de cabernet sauvignon van Malgusto: ‘Malgusto-wijn is het product van tweehonderd jaar ploeteren, van pioniersgeest en pis…’

Was u niet ook bezig met een roman?
(zucht) Jawel, maar na de eerste alinea dacht ik: mijn god, wat duurt dit láng! Toen ben ik verder gegaan met deze huis-aan-huis-folder voor een vriend van mij, Dokter Coco: ‘Last van aambeien? Erectieproblemen? Hoest uw lama? Dokter Coco geeft…’

Hoe voelt u zich eigenlijk?
Om eerlijk te zijn: het gaat wel. Ontspannen. Ik voel me gesterkt in mijn geloof.

Geloof?
In de komst van een Derde Wereldoorlog.

Dat klinkt dramatisch. 
Ziet u het dan niet? Deze Nobelprijs splijt de wereld in twee kampen: de Zweden en de niet-Zweden. Vorig jaar ging de Nobelprijs naar – goh, toevallig – een Zweed, en dit jaar naar een Chinees van wie niemand ooit gehoord heeft. Nog even en Zweden is in oorlog. En aangezien de Zweden met negen miljoen zijn en de rest van de wereld met zeven miljard, heb ik wel een idee wie die oorlog gaat winnen.

Al doen de Chinezen natuurlijk mee met de Zweden.
Verdomme, u heeft gelijk.

Zie ik daar een traan?
Stop dit gesprek.

O, oké.