Een rechts kabinet: Managuay heeft er niets aan

VVD-leider Mark Rutte

Het vaarwel van Joris Voorhoeve aan zijn oude partij, de VVD, heeft in buitenlandse hoofdsteden de wenkbrauwen omhoog doen gaan. Wat kan mij dat schelen, vraagt u? Misschien niets, maar dat het onze toekomstige politiek leiders evenzeer koud laat, is verontrustend. Mark Rutte zoekt zijn aanstaande vrouw niet hangend aan een liaan in de Managuayaanse jungle, maar bij een grootsteeds meisjesdispuut. Maxime Verhagen denkt dat de Wereldomroep iets is voor Nederlanders op een Franse camping en Geert Wilders, ach, Geert Wilders – die wil de ontwikkelingssamenwerking zozeer beperken dat geen dictator in het buitenland nog een fatsoenlijke stalen neus op zijn laarzen kan betalen.

En dat terwijl Nederland zoveel vooruitgang heeft geboekt in Zuid-Amerika, en in Managuay in het bijzonder. Toen ik eerder dit jaar op werkbezoek in Mataquintos was en een gloednieuw strafkamp bezocht, werd ik spontaan getrakteerd op maïsbier toen ik zei dat ik in Utrecht woonde. De kampdirecteur troonde me mee naar de gevangenenverblijven, geleverd door een varkensflatbouwer uit Berkel-Enschot. Ervoor prijkte een rij hippe guillotines van Droog Design. ‘Zonder Holland liepen we hier nog met bijlen rond,’ grapte hij. Nog steeds is de handbijl een onontbeerlijk instrument van de cipiers, maar zijn punt was duidelijk: ook dát is ontwikkelingshulp.

Wie denkt dat Nederland de geldbuidel omkeert zonder ooit iets terug te ontvangen, vergist zich. Talloze autochtone Nederlanders hebben het liefdesvirus opgelopen bij hun Managuayaanse droomvrouw, in de rosse buurt van Amsterdam of Deventer. Dat ze er waarschijnlijk een ander virus gratis bij kregen, is bijzaak. En welke man kan nog ontladen zonder een schone van de Zuid-Managuayaanse pampa’s, die voor weinig geld – we blijven een zuinig volkje – tot veel bereid is? De gevleugelde woorden ‘Ze doet alles’ zullen niet meer zijn wat ze waren als Rutte-1 zijn zin krijgt.

En dan de Wereldomroep. Tot in Chaco, hoog in het Andesgebergte, brengt Hilversum de boodschap van democratie, vrijheid van pers en tolerantie. Het zijn waarden waarom in Managuay doorgaans hard gelachen wordt en wie betrapt wordt op het luisteren naar de Nederlandse Wereldomroep wordt 50 maal geslagen met een levende anaconda – maar we zijn er. Dat is wat telt.

Een kabinet van CDA, VVD en met gedoogsteun van de PVV gooit al die verworvenheden in één klap weg. In de woorden van generaal Jamón, staatshoofd van Managuay: ‘Het is net als met dissidenten: eenmaal weg, komen ze nooit meer terug.’

Roger Abrahams
Hoofdredacteur
Managuay.blogspot.com

Roerige aankomst Managuayaans elftal in Zuid-Afrika


KAAPSTAD – De aankomst van het Managuayaanse voetbalelftal in de haven van Kaapstad is gisteren danig verstoord door een pallet met antitankwapens. De Zuid-Afrikaanse havenpolitie ontdekte het pallet toen coach Eduardo Vianda Charculo het probeerde uit te laden van zijn boot.

Charculo verklaarde daarop dat het om ‘een partij zwarte vuvuzela’s’ ging, en ‘beslist niet om tweedehands exemplaren van de Panzerfaust 3 van de Duitse Bundeswehr.’ Het voetbalelftal van Managuay kwalificeerde zich niet voor het WK, maar hoopt op ‘door een ongelukje’ plotseling uitvallende teams.

Charculo en zijn spelers konden overigens opvallend snel doorreizen richting Johannesburg, waar ook het Nederlands elftal bivakkeert. Volgens critici zijn de havenagenten omgekocht. Ondanks het feit dat zij breed lachend het haventerrein verlieten, hun zakken uitpuilend met mango’s, papaja’s en flessen tequila, valt dit echter niet te bewijzen.

Nazomer in Managuay: Het militaire pretpark

Antieke tanks worden goed onderhouden, zodat ze ook nu nog op bloedige wijze een opstand neer kunnen slaan

Om de nazomer af te dwingen, doet correspondent Jens Mikkelsen deze week verslag van zijn zomer in Managuay.
Vandaag: het Glorieuze Museum van het Leger en zijn Glorieuze Oorlogen ter Meerdere Glorie van het Glorieuze Vaderland, annex pretpark, in Cabúm

Net als elke zichzelf respecterende dictatuur heeft ook Managuay een oorlogsmuseum. Het past perfect bij het land: leugenachtig, onveilig en afgebladderd.
 
Door Jens Mikkelsen

Het Museo Glorioso del Ejército y sus Guerras Gloriosas para la Gloria Superior de la Patria Gloriosa (Glorieuze Museum van het Leger en zijn Glorieuze Oorlogen ter Meerdere Glorie van het Glorieuze Vaderland) is een museum annex pretpark in Cabúm, iets ten noorden van Mataquintos. Vóór de staatsgreep van 2006 was het een en al propaganda voor de toenmalige maoïstische dictatuur, iets waar de rechtse generaals zich altijd tegen verzetten. Toen zij eenmaal aan de macht waren, sloten zij het museum echter in hun armen. Waar ooit ‘maoïsme’ stond, staat nu ‘militarisme’, en klaar is kees.

Zodra je door de poort het terrein op loopt, over de met kinderkopjes geplaveide weg (échte kinderkopjes, van de Kinderdagverblijvenrevolte van ’98), wordt de omvang van het museumcomplex je duidelijk. Om het centrale gebouw heen, dat bestaat uit zeven loodsen, ligt een grasvlakte ter grootte van enkele voetbalvelden. Her en der klimmen kinderen in bomen en beelden van inmiddels verdreven, verguisde of gerehabiliteerde dictators, van zowel maoïstische als militaire snit.

Draaimolens staan tussen tanks uit elk decennium van de vorige eeuw. De voertuigen zijn opvallend goed onderhouden, zelfs de oudste. Dat komt, laat ik mij later door een conciërge vertellen, omdat het Managuayaanse leger nogal eens een antieke tank nodig heeft om een opstand neer te slaan en een van de modernere exemplaren het niet meer doet. ‘Komt dat vaak voor?’ vraag ik. ‘Niet zo vaak,’ luidt het antwoord. ‘Eens per maand.’

Terwijl ik de op de grond liggende, doorgeladen kalasjnikovs omzeil – niet aanraken, had de conciërge nog gezegd, die zijn vergeten door dronken soldaten die ’s nachts nog even in de botsauto’s gaan – bereik ik het museum zelf. Het is het paradijs voor elke nationalistische Managuayaan: overal de rood-wit-blauwe vlag, opgepoetste oorlogswapens en af en toe een opgezette lama in bladgoud.

Pronkstuk is de Glorieuze Zaal van Groot-Managuay. Achter een klein fonteintje hangt, aan de muur, een enorme geschilderde landkaart van Groot-Managuay. Op het eerste gezicht lijkt het me vooral een kaart van Zuid-Amerika – en dat klopt. Groot-Managuay is niet het huidige, door land ingesloten staatje met wat extra grond erbij, maar alle gebieden tussen de Galápagos-eilanden (nu Ecuador), de monding van de Amazone (Brazilië) en Patagonië (Argentinië). De Managuayaanse regering, en dus ook de huidige militaire junta, claimt praktisch heel Zuid-Amerika sinds 1527.

Wat frustrerend. Het is niet eenvoudig om Managuayaan te zijn.

Couleur locale: Dode muis

De hitte van het afgelopen weekeinde heeft flink huisgehouden in de dierenwereld. Dit muisje in San Luís bijvoorbeeld begaf het door de hoge temperaturen. Wie nu schampert dat al het straatvuil in Managuay toch een eeuwigheid blijft liggen, komt bedrogen uit: een medewerker van restaurant ‘El Roedor’ was binnen een kwartier ter plekke om het muizenlijkje mee te nemen.

‘Managuayaans stoomschip naar Libië’

De SS Milka in betere tijden

MATAQUINTOS – Managuay overweegt om deel te nemen aan de geallieerde actie in Libië.  De militair-democratische republiek wil een stoomschip inzetten, de SS Milka (bouwjaar 1884).

‘Wij lopen niet weg voor onze verantwoordelijkheid,’ verklaarde dinsdag generaal Moto y Tomo, de minister van Defensie. ‘De wereld zal ophouden te lachen om geheel door land ingesloten republieken. Onze marine is in alle wereldzeeën aanwezig.’ Vermoedelijk doelde Moto y Tomo hiermee op drie Managuayaanse scheepswrakken op de bodem van de Golf van Corcovado, bij Chili. Deze werden in de negentiende eeuw, toen Managuay korte tijd een kuststrook bezat, door een Managuayaanse rederij gebouwd en zonken vrijwel onmiddellijk na hun tewaterlating.

Overigens is de SS Milka, een in 1894 op Zwitserland buitgemaakte oorlogsbodem, nog lang niet klaar om uit te varen. Het schip ligt voor anker in het Lago Petróleo in Managuay, en de grootste klus wordt vermoedelijk om het vanuit daar naar de 1700 km verderop liggend Atlantische Oceaan te loodsen.

Sinterklaasfeest verstoord door panfluitbendes

Sinterklaas, zonder paard, met Pablo, de zoon van de Nederlandse consul

MANAGUAY – De Sinterklaasviering op het Nederlandse consulaat in Managuay is gisteren ruw verstoord door lokale panfluitbendes.

Ruim dertig panfluitformaties blokkeerden urenlang al fluitend de ingang, de hal en de bar van het consulaat. Een van de muzikanten verklaarde te zijn afgekomen op de belofte van gratis ‘peper, noten, gouden munten en snoep.’ Een ander zei meer van Sinterklaas te houden dan van Sint-Cerberus, de Managuayaanse kinderheilige. ‘Sinterklaas gooit zijn noten tenminste niet recht in je oog.’

Ondanks het tumult spreekt de Nederlandse consul, Frederik de Zeeuw, van een geslaagde viering. Dat de panfluitmuzikanten na ontruiming zeven kratten jenever en een zwevend toilet hebben meegenomen, wil hij niet goedpraten, maar ‘de Managuayaanse cultuur is nu eenmaal vrijgeviger dan de onze.’ De gebroken poot die het paard van Sinterklaas in het gedrang opliep, noemt De Zeeuw echter onvergeeflijk. Al voegt hij eraan toe: ‘Been. Het is been. Een paard is een edel dier.’

Duitse komkommerangst goed voor sopropo

Een partij sopropo’s

HAMBURG – Nu dankzij de EHEC-bacterie maar liefst 60 % van de Duitsers geen komkommers meer durft te eten, stijgen de kansen voor een echte Managuayaanse groente: de sopropo.

Immers, ook de sopropo of balsempeer stamt uit de komkommerfamilie (cucurbitaceae). Wel kent de plant andere eigenaardigheden: zijn onrijpe vrucht heeft een wrattige schil, het vruchtvlees smaakt bitter en het verse plantensap is giftig. De sopropo is, kortom, het Managuayaanse volk in zijn vegetale vorm.

Ondanks het feit dat de sopropo voor consumptie een aantal uur in zout water moet worden geweekt om zijn bittere, dodelijke bestanddeel momordicine kwijt te raken, verwacht de Managuayaanse Liga van Sopropotelers een explosieve stijging van de export. ‘Dankzij die Duitse groenvoervreters is onze sopropo straks exportproduct nummer één van Managuay,’ zegt Liga-voorzitter Pé Amalfi hoopvol. ‘Mosterdgas kan naar de tweede plek.’

Geografie: Hoofdstad Mataquintos

Mataquintos, de hoofdstad van Managuay, begon zijn bestaan als een verzameling lemen hutjes langs de rivier de Araná. Maar dat was 1995. De kersverse burgemeester Raúl Paz gooide het roer radicaal om en is druk doende de stad te transformeren tot het financieel-economische hart van Zuid-Amerika (foto: zakendistrict BancoBanco).

Voetbalclub buigt niet voor oud-speler

Julio Moreno aan het werk

MATAQUINTOS – Oud-topspeler Julio Moreno wilde woensdag de roemrijkste voetbalclub van Managuay overnemen. Maar FC Puta Madre zwichtte niet voor zijn eisen.

Volgens bestuursvoorzitter Boris Almirante heeft het clubicoon hem gisteren thuis bedreigd. ‘Als jullie mijn hervormingsplannen niet doorvoeren, gaan jullie er allemaal aan. Dan zing ik jullie kapot.’ Moreno, als zoveel ex-voetballers in Managuay, leidt een kwakkelend bestaan als matige straatmuzikant.
Tijdens hetzelfde treffen gaf Moreno enkele volgens Almirante ‘kostelijke one-liners’ ten beste, zoals ‘De directie bepaalt niet wie blijft’ en ‘Bij de afdeling Anabole Steroïden moet iedereen eruit.’

De verbleekte ster Moreno startte enige maanden geleden zijn ‘fluwelen revolutie voor FC Puta Madre’. Hij eist mensen ‘met voetbalverstand’ op cruciale plekken binnen de club. Niet geheel toevallig zijn dit allemaal oude vrienden van Moreno, waaronder ‘Scheve’ Diego (speelt panfluit bij de vuilstort van Mataquintos) en Wílmer ‘Op de lat’ Torres (mondharp onder de Sint-Antoniusbrug).