Generaal Jamón wint tv-debat


MATAQUINTOS – In een buitengewoon saai tv-debat is generaal Jamón, zoals verwacht, gisteren als winnaar uit de bus gekomen. De vier uur durende tv-uitzending liet het Managuayaanse staatshoofd als vrijwel enige spreken.

Presentator Oli Mungo Chávez introduceerde, na een kort welkomstwoord, zwetend de generaal, waarna een langdurig applaus losbarstte. Daarop nam Jamón het woord en richtte zich ruim drie uur en drie kwartier lang tot de natie. De enige interruptie kwam na drie uur en twintig minuten van de liberale leider Marco Ruteño, die naar het toilet moest.
 

Het was het enige spannende moment van het debat: Jamón reageerde als door een wesp gestoken en eiste dat Ruteño zijn blaas beheerste ‘als een man’. Tevens bleek met deze interruptie dat alleen de microfoon van Jamón echt was, en die van de vier politieke leiders van opgesteven papajapulp. Ruteño verliet huilend de studio.    

Het laatste kwartier van de uitzending was bedoeld voor debat tussen de overgebleven politici, maar door gebrek aan geluidsversterking, en een reclameblok van elf minuten, kwam dat nauwelijks uit de verf.

Overigens zijn de politieke partijen in de militair-democratische republiek Managuay het op vrijwel alle fronten eens. Politici strijden voor hun eigen hachje tijdens de campagne voor de algemene benoemingen van 9 juni aanstaande. Dan deelt generaal Jamón het nieuwe parlement in.

Couleur locale: Mañana, mañana

Het bebouwde kavel van Nelson Vallarte in de Managuayaanse Andes

Managuay een land van mañana, mañana? Niet zo somber! Dit buitenhuisje in de bergen is van Nelson Vallarte en wordt gebouwd door aannemersbedrijf Marcelo Méndez uit Mexitexibambo. De stenen liggen netjes geordend, het bouwwerk is half klaar.

Oké, Vallarte gaf de opdracht in 1953 en is al lang dood, maar Méndez’ achterkleindochter heeft de nakomelingen van Vallarte verzekerd dat ze het complex deze maand nog laat afbouwen. Erewoord. En anders in mei. En anders haar zoon.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Alfonso Mango

Alfonso Mango tijdens een klus in Rio, 1984

Het jaarlijkse politiebal. Op het podium maant de korpschef van Mataquintos zijn collega’s tot kalmte. ‘Ik weet voor wie jullie zijn gekomen,’ roept hij. ‘Hij is de beste geheim agent aller tijden, en hij is weer bezig met een weergaloze undercoveractie: Alfonso Mango!’ Gebrul, pistoolschoten. Een agente komt aangetrippeld met een dienblad, waarop een baksteen ligt. ‘Helaas kan ik niet lang blijven,’ klinkt het uit de steen. ‘Ik zit midden in een onderzoek naar de vastgoedbranche.’

Alfonso Mango is een absolute superster in Managuay. De geheim agent, opgeleid door de Israëlische Mossad, staat erom bekend moeiteloos van gedaante te wisselen tussen mens, dier en gesteente. Zijn bijnaam: ‘het camouflagemirakel’. Mango’s werkgever, de gevreesde inlichtingendienst Seguridad, laat hem begaan – zolang hij zijn missies maar volbrengt. En trouwens, ze kunnen hem toch nooit vinden.

Het is zijn vrijgevochten stijl die Mango tot een volksheld maakt. Zijn werkwijze bestaat uit extreem doordachte camouflagetechnieken die hij tot het uiterste doorvoert. Tijdens een klus in Rio de Janeiro in 1984, bijvoorbeeld, presteerde Mango het om zó overtuigend in een hagedis te transformeren, dat hij 72 uur lang niets anders deed dan krekels eten en razendsnel zijn tong in en uit zijn mond te laten schieten. Dit laatste doet hij overigens nog steeds, tot irritatie van de caissières van zijn lokale supermarkt.

Na het optreden wordt Mango omringd door een schare jonge rechercheurs. ‘Goed, nog één verhaal dan,’ roept hij vanuit zijn steen. ‘Maar eerst: bier!’ De knaap die zijn dienblad vasthoudt, gooit hem in een volle pul. Als die weer leeg is, laat Mango een boer en loeit: ‘Sinds ik twintig uur per dag op een steiger lig, kan ik zuipen als een bouwvakker!’ De rechercheurs brullen het uit. De avond is voor Alfonso Mango, en hij is nog lang niet voorbij.
Roger Abrahams

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto María Luísa Corazón del Ángel

Deel elite Managuay komt om bij crash


BUENOS AIRES – Bij een ongeluk met een Managuayaans overheidsvliegtuig bij Buenos Aires zijn zaterdag alle 81 inzittenden omgekomen. Een deel van de elite van Managuay is daarmee in één klap weggevaagd. Opvallend genoeg gaat het alleen om de elite van de oppositie.

De politici waren volgens een woordvoerder van de regering-Jamón onderweg naar de Argentijnse hoofdstad om de marathon van Buenos Aires te lopen. Op de vraag waarom zij dan allemaal aan elkaar vastgeketend zaten, moest de woordvoerder het antwoord schuldig blijven. Wel gaf hij toe dat het om dezelfde Toepolev uit 1956 gaat als die waarmee de minister van Foltering en Milieu, generaal Pinto de Caña, eerder de toegang tot het Deense luchtruim werd geweigerd. ‘Het vliegtuig zou een opknapbeurt krijgen in Argentinië, en die spio… politici moesten toch die kant op.’
De crash vond plaats vlakbij een voor Managuay historisch beladen plek: in de Rio de la Plata (foto) werden enkele decennia geleden ook al grote delen van de regeringskritische elite uit een vliegtuig geworpen, in samenwerking met het Argentijnse Videla-regime.

Muziek in een bananenrepubliek (4)

Elke maand doet correspondent Joris Mikkelsen – het kleine neefje van Jens – verslag van een muziekfestival in Managuay, de Zuid-Amerikaanse bananenrepubliek. Nu: Misterioso.

Festival: Misterioso
Beoordeling:
*****

Psychedelica
De hemel is van het donkerste zwart, en al wat ster is, straalt op zijn helderst. ‘Het Zuiderkruis,’ fluistert Jens. ‘Cruz del Sur.’ Hij ligt naast me in het gras en wijst naar vier witte puntjes in de duisternis. Onze nieuwe vriend Elio heeft het ook gehoord. ‘Escorpio,’ wijst hij. Schorpioen. En ik? Ik zie van alles in de sterren: een snor, een zonnebril, een pet – samen vormen ze een boos gezicht dat plots razendsnel op ons afschiet. ‘Generaal Jamón!’ gil ik uit.
Even later zitten we zwijgend aan een tafeltje, nippend van een beker guavesap. ‘Die ingekookte cactus was misschien niet zo’n goed idee,’ zegt Jens tegen Elio. Hij knikt naar mij. ‘Als je het staatshoofd van Managuay tussen de sterren ziet, dan ben je goed loco.’

Misterioso is een dancefestival dat eigenlijk om drugs gaat. Het vindt elke augustus plaats in de jungle van Noord-Managuay, steeds op de laatste plek waar de plaatselijke boswachterij een stuk beschermd regenwoud heeft gekapt. Als de maan aan de hemel staat, zie je meteen waar Misterioso om draait: overal glinsteren de erlenmeyers van de mobiele drugslaboratoria – een sprookjesachtige aanblik. De rest is volslagen onbelangrijk. Ergens ligt een oud cassettedeck te blèren en ‘laserlicht’ is afkomstig van een zaklamp die in een groen stuk plastic is gewikkeld en wordt doorgegeven aan elke hallucinerende idioot die hem af en toe aan- en uitzetten wil.

Met de cactus nog in de aderen wandelen we langs de stalletjes met typisch Managuayaanse psychedelica: gedroogde adder, in mescaline gewelde maracuja’s, ayahuasca-thee met lamasnippers. Op een van de tafels staat een glazen bak met een soort harige cavia’s, maar dan met buitensporig grote klauwen en een afdakje van snuit tot kont. We houden halt. ‘Gordelmollen,’ legt Jens uit. ‘Het allerkleinste gordeldier. De Manca-indianen zeggen dat in zijn schild en ingewanden het geheim van de eeuwige jeugd zit.’ Elio zegt iets tegen de gordelmolverkoper, die met een schaterlach opstaat, een van de beesten uit zijn bak haalt en aan het schildje begint te wrikken.

Snel draai ik me om – de cactus dreigt naar boven te komen – en loop pardoes tegen een meisje aan. Ik kijk op, en staar in een beeldschoon gezicht. ‘Perdón,’ stamel ik. Terwijl achter me een schril gepiep overgaat in het geluid van een staafmixer, verdrink ik in twee reebruine ogen. Het meisje glimlacht naar me. Ik glimlach terug. Iemand duwt mij een beker in mijn hand. Ik drink hem in één teug leeg, zonder mijn blik af te wenden. Dan raap ik mijn moed bij elkaar, zet een stap, breng mijn lippen bij de hare – en we kussen. Mijn hand strijkt over haar onderarm en ik voel de dikke, stugge vacht. Haar met schubben bedekte tong smaakt naar haring, drop en nutella.

Nog nooit zo psychedelisch geweest. Vijf sterren.

Chau,

Joris Mikkelsen

Dit verslag stond eerder op VICE.com. Volg daar de avonturen van Joris Mikkelsen deze zomer. Of op deze website.

Zie ook:
Muziek in een bananenrepubliek (1)
Muziek in een bananenrepubliek (2)
Muziek in een bananenrepubliek (3)

Foto Ronaldo Santana

Cultuur: De paardenkoets


Toen in 1832 de paardenkoets werd geïntroduceerd, spraken de Managuayanen er schande van. Hij schokte en schudde! Hij was niet snel genoeg! Het gesnuif en gekwijl was onuitstaanbaar! Nadat de twee verstandelijk gehandicapten echter waren vervangen door een opblaasbare rubberband, verdwenen al deze problemen als sneeuw voor de zon. Tegenwoordig vind je de paardenkoets alleen nog in de provincie. Dit exemplaar in Mataquintos rijdt op echte Dunlops.

Boyband Los Cojones herenigd

Persfoto van Los Cojones anno 2010

SAN PEDRITO – De Managuayaanse muziekformatie Los Cojones, die in de jaren negentig furore maakte in heel Latijns-Amerika, gaat weer optreden. 

De hereniging van de vier hartenbrekers van weleer begon bij een toevallige ontmoeting van voormalig leadzanger ‘Didi’ Vaffanculo met ex-bassist ‘Nono’ Chulango. ‘Nou ja, toevallig,’ lacht Didi, op straat in San Pedrito. ‘Ik moest verhuizen van blok C naar blok D van het Monstro [de plaatselijke penitentiaire inrichting, red.], en daar maakte Nono de dienst uit.’ Tijdens hun gewelddadige uitbraak besloten de twee om weer te gaan zingen.

Didi bestrijdt dat het de bandleden alleen om geld te doen zou zijn. ‘We treden op uit puur artistieke overwegingen,’ stelt de voormalige superster, terwijl hij zich buigt over een vuilnisbak bij een vestiging van kipknotsenrestaurant El Pollo Loco. ‘We genieten ervan om weer samen te werken.’ Details over de aanstaande tournee zijn nog niet bekend vanwege onenigheid over de te spelen nummers en de verdeling van de vrouwelijke fans.

Los Cojones maakte furore met hits als ‘Es un chihuahua en tu bolsillo (o te gusta encontrarme)?’ (‘Is dat een chihuahua in je broekzak (of ben je gewoon blij me te zien)?‘), ‘Eres la mantequilla sobre mi panocha’ (‘Jij bent de boter op mijn maïskolf‘) en ‘Dígame gracias por eso techo de chapa ondulada (cariño)’ (‘Zeg dan bedankt voor dat golfplaten dak (schatje)’).

Zwarte Piet: Schietschijf voor kinderen

Sinterklaas heet in Managuay Sint-Cerberus en zijn helper is Pedro el Negro. Het zijn kindervrienden in de zin dat ze snoep uitdelen, maar sadistische pestkoppen in de zin dat ze het met een gemiddelde snelheid van 90 km/u richting de schedeltjes mikken. En dan hebben we het over cagarrutas, zuurtjes zo hard als grind.

Wilt u ook een stukje Managuay in uw Sinterklaasfeest? Pak dan die zak met pepernoten, concentreer u op bovenstaande schietschijf en denk dat de roos het hoofd van uw vervelendste neefje is!

De 3 irreëelste eisen uit de geschiedenis (van Managuay)

De Jemenitische president Ali Abdullah Saleh

SANAA – President Ali Abdullah Saleh van Jemen heeft vandaag een opmerkelijke, nieuwe voorwaarde gesteld voor zijn aftreden: voormalige bondgenoten die naar de oppositie zijn overgelopen, mogen straks niet meedoen aan de verkiezingen, vindt Saleh.

Ook de geschiedenis van Managuay is rijk aan verzwakte leiders die, tegen beter weten in, toch hun stempel op de gang van zaken wilden drukken:

1963: ‘Ik wil bij nader inzien toch geen Turks marmer in mijn mausoleum, maar Italiaans.’ Alleenheerser generaal Fabio Flabendas tegen zijn getrouwen, vanaf zijn sterfbed. Flabendas’ lichaam werd direct na zijn overlijden gedumpt in een massagraf.

1528: ‘Akkoord, ik geef jullie inspraak! Maar niet die meute achter jullie, want die ken ik niet zo goed.’ Gouverneur Matías Fernández de Velasco tegen de voorste twee van een horde zwaarbewapende edelen die hem op het dak van het 46 meter hoge gouvernementele paleis van Mataquintos in een hoek hadden gedreven.

1876: ‘Ik eis een voorsprong van vijf seconden!’
Tiran generaal Bernardo Benzeen tegen zijn politieke rivaal, generaal Marco Schwartz, bij aanvang van een hardloopwedstrijd die bedoeld was om de machtsconflicten tussen de twee voor eens en altijd bij te leggen. Benzeens beide benen waren zojuist, bij het verlaten van de kleedkamer, afgehakt door handlangers van Schwartz.

Cultuur: San Basilio-basiliek


Toen Spaanse kolonisten in 1522 San Luís stichtten, was hun eerste stenen bouwwerk – begrijpelijk – het pand dat moest zorgen voor hun gemoedsrust. Maar na deze hoerenkast eerden zij God en Sint-Basilius met een schitterende, paarse basiliek. De kerk veranderde echter in 1902 in een bouwval door een heftige aardbeving. Tot overmaat van ramp stortte tegelijkertijd de koers van de mango, destijds het wettige betaalmiddel van Managuay, in door overproductie. De inwoners van San Luís maakten echter van de nood een deugd en herbouwden de basiliek met geperste mangoschilfers.

Nog steeds is het gebouw een geliefd trefpunt voor hongerige zwervers, en honden.