ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Werelddominantie

Puzzelpagina ‘Ontwar de kluwen’

‘Wat wij uiteindelijk willen…’ Generaal Popo de Mierda, de Managuayaanse minister van Binnenlandse Zaken, pauzeert even. Hij tuurt in zijn mok Nescafé. Dan neemt hij een slok en vervolgt: ‘…is werelddominantie.’

Managuay, de verpauperde bananendictatuur die niet alleen grenst aan Bolivia, Paraguay, Peru, Brazilië, Argentinië, Chili, Ecuador, Colombia, Venezuela, Brits Guyana, Frans Guyana, Suriname en Uruguay, maar met al deze landen ook nog eens in staat van oorlog verkeert, ziet een grote toekomst voor zich. Die begint in Afrika, waar afgelopen november een inderhaast tot honorair consul benoemde rallyrijder tijdens de race Amsterdam-Dakar ‘aanzienlijke stukken land’ verwierf. Bij navraag blijkt het te gaan om een putdeksel, twee muren en een rotonde, maar Popo de Mierda beheert desalniettemin sindsdien de portefeuille ‘Overzeese Gebiedsdelen’.

En nu is Europa aan de beurt. Te beginnen bij Nederland. ‘U heeft een negatief beeld van ons,’ stelt de minister, ‘of nog erger: helemaal geen beeld.’ Uit een la tovert hij een pak papier: Het Grote Managuay-Vakantie-Doeboek staat erop. Het werk, dat Managuay bij Nederlanders bekend moet maken, bevat een curieuze mengeling van puzzels en propaganda. Zoals ‘Ontwar de kluwen’, een tekening van drie vliegtuigjes met soldaten die geknevelde dissidenten in de oceaan werpen. ‘Leuk hè? Je moet de lijntjes volgen en achterhalen wie de zwaarste naar beneden gooit, want ze krijgen betaald per kilo. En passant krijg je een goed beeld van onze luchtvaart.’ Andere spellen bestaan uit het tellen van losliggende hoofden op een executieveld en het bordspel Lamabord.

De minister wandelt naar het keukentje in zijn kantoor. ‘Drastische maatregelen zijn nodig om de Nederlanders naar Managuay te lokken, met hun beurzen. Rugzakken, bedoel ik.’ Terwijl hij zijn lege mok op het aanrecht zet, klinkt het plots dreigend: ‘Want die Volkskrant van u is goed en aardig. Maar het is geen Telegraaf.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Illustratie Taam Karsdorp

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *