De Dag van de Arbeid in een ander land dan Managuay |
MATAQUINTOS – In Managuay wordt vandaag, op de Dag van de Arbeid, zoals gebruikelijk geen demonstratie georganiseerd. Dat is teveel werk.
Door Jens Mikkelsen
De internationale dag van de rechten van werknemers kan in Managuay van oudsher op weinig enthousiasme rekenen. Geen wonder: bijna niemand werkt. Van de mensen met een reguliere baan zijn de meesten zelfstandig ondernemers die handelen in bijvoorbeeld belkaarten, lamazadels of uit oude autobanden gesculpteerde beeldjes van parende varanen.
De meeste Managuayanen echter zijn overdag vrij. Zoals Manuela (21) en Pipa (19), die in de ochtendzon bij de Zanzi Bar in hartje Mataquintos van een tequila sunrise genieten. Zien zij het zitten om op de Dag van de Arbeid mee te doen aan een betoging? ‘Lopen voor een arbeider?’ vraagt Manuela. ‘Ik trouw straks wel met een rijke vent. Iemand die anderen voor zich laat werken.’ Pipa: ‘En eentje met een auto. Da’s ook veel beter voor je hakken.’
Even verderop, op het Sint-Gribusplein, zit de 34-jarige Renzo met zijn twee zoons aan de mojito. ‘In Rusland zullen vandaag wel weer honderdduizenden mensen meelopen in een demonstratie,’ zegt hij. ‘Dat zie je hier nooit. Behalve als de minimumleeftijd voor alcohol wordt verhoogd naar vijftien jaar, of zoiets!’ Zijn zoons (14) lachen.
De belangrijkste reden echter dat 1 mei-demonstraties in Managuay op weinig animo kunnen rekenen, is de belofte van de militaire junta om hen door de knieën te laten schieten. Door eerstejaars rekruten, ‘de slechtsten uit de vuurwapenklas.’