Toen Spaanse kolonisten in 1522 San Luís stichtten, was hun eerste stenen bouwwerk – begrijpelijk – het pand dat moest zorgen voor hun gemoedsrust. Maar na deze hoerenkast eerden zij God en Sint-Basilius met een schitterende, paarse basiliek. De kerk veranderde echter in 1902 in een bouwval door een heftige aardbeving. Tot overmaat van ramp stortte tegelijkertijd de koers van de mango, destijds het wettige betaalmiddel van Managuay, in door overproductie. De inwoners van San Luís maakten echter van de nood een deugd en herbouwden de basiliek met geperste mangoschilfers.
Nog steeds is het gebouw een geliefd trefpunt voor hongerige zwervers, en honden.