Welnes Resort Pinochet |
‘Spring maar Sven, het is in orde.’ De Zweedse toerist, geheel ingepakt in huishoudfolie, kijkt bedenkelijk naar het groene, olieachtige water onder de pier. Zijn schoonheidsspecialiste geeft hem een zetje. ‘Goed zo, Sven!’ Terwijl Sven proestend boven water komt, beent ze weg. ‘Even het ontsmettingsmiddel halen.’
Het toerisme in Managuay staat nog in de kinderschoenen, maar daar komt rap verandering in. De militaire junta ontplooit tal van initiatieven om het land aantrekkelijk te maken voor buitenlanders – zonder fouten uit het verleden te herhalen. In 2010 prees ze de door aardwarmte verhitte baden van Benquibenqui nog aan als ‘een begrip’, maar vergat dat de reden daarvoor de verstikkende fosforlucht was en het feit dat de temperatuur van de modder er nooit beneden het kookpunt komt. Niet voor niets betekent ‘benquibenqui’ in de taal van de Manca-indianen zowel ‘nee’, ‘aaarghh’ als ‘red me uit deze brandende hel’.
Tegenwoordig zet het ministerie van Toerisme in op luxe, zoals de kuuroorden Welnes Resort Pinochet (sic, waar de Zweedse Sven logeert), Welnes Resort Videla en Welnes Resort Stroessner. Dat deze resorts aan een meer liggen dat in de volksmond Lago Petróleo heet omdat de Managuayaanse petrochemische industrie er haar afvalstoffen loost, buigt de junta knap om tot een kracht. De folder – ‘¡ALL INCLUSIVO!’ – rept van een week lang baden in etherische aardoliën, daarna verplicht ontslakken en tussendoor excursies als ‘Onveilige industriële architectuur uit de jaren 60’. Wordt het een succes, dan overweegt de junta om heel Managuay voor een all inclusive-prijs aan te bieden.
Sven is weer uit het water. Terwijl zijn begeleidster de rode vlekken bedekt, vraagt ze: ‘Kom je mee? Ayurveda begint met een lezing uit het boek Heroïsche Geschiedenissen van het Managuayaanse Volk van generaal Jamón!’ Sven sjokt gewillig mee. Nog vijf dagen vakantie te gaan.
Noud Nijssen
Foto Maria Luísa Corazón del Ángel
Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.