1961: De ontploffing van de Tsar Bomba

In het Atoombommuseum van Sarov (Rusland) staat een replica van de ‘Tsar Bomba’

Vijftig jaar geleden, op 28 oktober 1961, testte de Sovjetunie deze waterstofbom op Managuayaanse bodem. Het toenmalige maoïstische regime in Mataquintos schurkte aan tegen de grote communistische broer en de Russen zochten een waardeloos buitenland waar ze hun nieuwe nucleaire wapenarsenaal konden uitproberen.

De AN602 of ‘Tsar Bomba’ moest een allesvernietigende kernkop worden die zich tot de bom op Hiroshima verhield als ‘de straal zeik van een Russische moezjik tot het lachwekkende gedruppel van een kleuter,’ zoals sovjetleider Chroesjtsjov het omschreef. De knapste koppen in het Sovjetrijk hadden jarenlang dag in, dag uit gewerkt aan het prototype. Maar de Russen maakten één fout: ze lieten Managuayaanse ingenieurs het model in elkaar schroeven.

Toen de ‘Tsar Bomba’ op een kille ochtend in de Zuidelijke Woestijn van Managuay tot ontploffing werd gebracht, gebeurde er eerst niets. Toen klonk een luid ‘pffrrrt’ dat een half uur zou aanhouden. Daarna nestelde een koppel alpacalama’s zich in het apparaat. Chroesjtsjov gooide zijn burrito in het zand en verliet met zijn entourage stante pede de plek des onheils.


Twee dagen later brachten de Russen in eigen land hun eigen model tot ontploffing. Op Nova Zembla veroorzaakte de ‘Tsar Bomba’ een explosie van vijftig megaton: de grootste ontploffing die de mens tot dusver ooit heeft teweeggebracht.

Managuay wil folteraar amnestie verlenen

Alfredo Astiz wordt afgevoerd

MATAQUINTOS – Managuay wil amnestie verlenen aan Alfredo Astiz, een van de beruchtste figuren uit de tijd van de militaire dictatuur in Argentinië (1976-1983).

Astiz werd gisteren door een Argentijnse rechter veroordeeld tot levenslang vanwege misdaden tegen de menselijkheid. ‘Knettergek,’ zei generaal Oswaldo Belém, de Managuayaanse minister van Justitie en Showprocessen, vandaag daarover. ‘Ze behandelen Astiz alsof hij een crimineel is. Maar die man was een inspirator. Hij liet mensen vliegen.’ Astiz zond duizenden dissidenten op een vlucht boven de Río de la Plata, waar ze – gedrogeerd – in zee werden gedumpt.

De Argentijnse rechter reageerde schouderophalend op het voornemen van buurland Managuay: ‘Amnestie? Amnestie? Managuay heeft Astiz helemaal niet veroordeeld, dus kan het ook geen amnestie verlenen.’ Generaal Belém: ‘Daar heeft de rechter wel een punt.’

De pot-verwijt-de-ketelste situaties uit de geschiedenis

Saadi Kadhafi, toen zijn vader nog heerste over Libië

UTRECHT – Saadi Kadhafi beschuldigt het nieuwe bewind in Libië van een ‘barbaarse executie’ van zijn vader en van ‘grotesk misbruik van de lijken’. Kadhafi is de zoon van ex-dictator Muammar Kaddafi, die 42 jaar lang in het zadel zat en naar schatting tienduizenden doden op zijn geweten heeft.

Ook de Managuayaanse geschiedenis staat bol van voorbeelden waarin de spreker niet echt recht van, eh, spreken had.

1723 – ‘Kom, doe niet zo wreed.’
Gouverneur Isidoro Burgos y Algarve eist applaus van 72 krijgsgevangenen die op het punt staan onthoofd te worden, maar voor wie Burgos y Algarve wél een zacht kussentje op het hakblok heeft geregeld.

2010 – ‘Iets meer vanuit je buik.’
Felipe Valdispetti (12) tegen Jeremy Fuentes (21) na diens auditie voor de talentenjacht The voice of Managuay. Bij Valdispetti’s eigen auditie draaide geen jurylid zich om, vanwege – zoals ze later bekenden – zijn ‘kraaiachtige stemgeluid.’ Fuentes won uiteindelijk de wedstrijd.

1942 – ‘Volgens mij heb je weer met je neus gekeken.’ De Managuayaanse luchtvaartpionier Federico Fotze tegen zijn assistent tijdens het neerstorten van het prototype F1, een vliegtoestel waaraan Fotze zeventien jaar lang had gesleuteld. Kort voor het opstijgen had hij zijn assistent verzocht om ‘nog even wat schroefjes aan te draaien.’

Kredietwaardigheid Managuay omhoog, naar ‘zeer meelijwekkend’

WASHINGTON – Moody’s heeft zijn oordeel over de kredietwaardigheid van Managuay verhoogd. Die staat voortaan op ‘zeer meelijwekkend’.

De stap, op dinsdagavond door de kredietbeoordelaar bekend gemaakt, is in het Zuid-Amerikaanse land met gejuich ontvangen. Hij geldt als een grote opsteker: decennialang bezat Managuay de kredietstatus ‘uitermate deplorabel’, daarvoor zelfs ‘buitengewoon schabouwelijk.’ Overigens zijn al deze termen speciaal voor Managuay in het leven geroepen.

Moody’s waarschuwt echter dat een investering in Managuay nog steeds is ‘als met blote handen je billen vegen: je wordt er heel verdrietig van.’ De kredietbeoordelaar geeft toe Managuay ‘per abuis’ te zijn vergeten en de kredietstatus van het land sinds 1923 niet meer te hebben aangepast. In dat jaar was de mango er nog een geldig betaalmiddel

Raad van State partijdig? Het kan erger

Piet Hein Donner, nu nog minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DEN HAAG – De PvdA dient vandaag een motie in om te voorkomen dat minister Donner naar de Raad van State vertrekt. Ook de militaire junta van Managuay worstelt wel eens met een neutrale adviescommissie. Of slaat er bovenop.

De bananendictatuur kent de Raad van de Staat, een van de oudste regeringsorganen ter wereld. De Raad werd in 1532 opgericht door de Spaanse gouverneur Matías Fernández de Velasco, maar is tussendoor zo vaak opgeheven door de zittende tiran dat de totale vergadertijd van de Raad na vierhonderd jaar niet meer bedraagt dan een week.

Toch geldt de Raad van de Staat in Managuay als een gerespecteerd instituut. Zelfs generaal Jamón zegt de Raad in alle vrijheid zijn werk te laten doen, ‘al geven wij natuurlijk wel onze mening.’ Zo haalde de Raad van de Staat in mei van dit jaar een streep door de vergunningen van een nieuwe kolencentrale in Puerto Petróleo, omdat deze niet klopten met de wet.
Nadat de voorzitter van de Raad per ongeluk werd aangereden op een druk kruispunt in Mataquintos en de dochter van een ander Raadslid opeens van huis wegbleef en na drie dagen met gescheurde kleuren onderaan een palmboom werd aangetroffen terwijl ze ‘Guantanamera’ neuriede, werd de wet aangepast en kon de bouw van de kolencentrale beginnen.

De 3 irreëelste eisen uit de geschiedenis (van Managuay)

De Jemenitische president Ali Abdullah Saleh

SANAA – President Ali Abdullah Saleh van Jemen heeft vandaag een opmerkelijke, nieuwe voorwaarde gesteld voor zijn aftreden: voormalige bondgenoten die naar de oppositie zijn overgelopen, mogen straks niet meedoen aan de verkiezingen, vindt Saleh.

Ook de geschiedenis van Managuay is rijk aan verzwakte leiders die, tegen beter weten in, toch hun stempel op de gang van zaken wilden drukken:

1963: ‘Ik wil bij nader inzien toch geen Turks marmer in mijn mausoleum, maar Italiaans.’ Alleenheerser generaal Fabio Flabendas tegen zijn getrouwen, vanaf zijn sterfbed. Flabendas’ lichaam werd direct na zijn overlijden gedumpt in een massagraf.

1528: ‘Akkoord, ik geef jullie inspraak! Maar niet die meute achter jullie, want die ken ik niet zo goed.’ Gouverneur Matías Fernández de Velasco tegen de voorste twee van een horde zwaarbewapende edelen die hem op het dak van het 46 meter hoge gouvernementele paleis van Mataquintos in een hoek hadden gedreven.

1876: ‘Ik eis een voorsprong van vijf seconden!’
Tiran generaal Bernardo Benzeen tegen zijn politieke rivaal, generaal Marco Schwartz, bij aanvang van een hardloopwedstrijd die bedoeld was om de machtsconflicten tussen de twee voor eens en altijd bij te leggen. Benzeens beide benen waren zojuist, bij het verlaten van de kleedkamer, afgehakt door handlangers van Schwartz.

1637: Francisco Filizzola

Francisco Filizzola

Francisco Filizzola (1562–1637) was een wetenschapper, filosoof, staatsman, jurist, auteur en een van de grondleggers van het empirisch onderzoek in Managuay. Een echte alleskunner dus. Ironisch genoeg overleed hij tijdens een experiment na iets wat hij absoluut niet kon: drinken. Na een avond kaartje blazen in 1637 besloot Filizzola, lazarus, om ‘de veerkracht van glaswerk‘ te testen: hij vulde een leeggedronken rumfles met 700 gram buskruit en gooide er het stompje van zijn sigaar bij. Zijn hoofd is nooit teruggevonden.

Tegenwoordig gedenkt Managuay de grote Filizzola dan ook niet om zijn filosofieën of juridische verhandelingen, maar als ‘de peetvader van de honderdduizendklapper’.

Managuayaanse wetenschap wil niet terugblikken

MATAQUINTOS – In Managuay is luchtig gereageerd op het nieuws dat het uitsterven van de dinosauriërs toch niet het werk is van de planetoïde Baptistina.

Tot dusver werd aangenomen dat een inslag van Baptistina 66 miljoen jaar geleden het einde betekende voor vele diersoorten op aarde, maar volgens de NASA is de planetoïde daarvoor te jong. De Nationale Academie van Wetenschappen van Managuay kan het niet schelen. Directeur Amaro von Hoegen: ‘Ze zijn er niet meer, oké? Daar gaat het om. Dat terugblikken de hele tijd – pff.’

Managuay is de vindplaats van fossielen van twee unieke dinosauriërs. De Aranasaurus was een zoetwatervis die leefde van andermans fecaliën. De Eoraptor managuayensis was een parasiet die zich met scherpe klauwen vasthaakte in de huid van grotere soortgenoten en het door hen verzamelde voedsel in zijn eigen buidel stak.

1861: Eppo Martinus Llull

Naar de Managuayaanse ondernemer Eppo Martinus Llull (1830–1899) – van Nederlandse afkomst, vandaar zijn naam – zijn meer straten genoemd dan deze, in de Catalaanse wijk van Mataquintos. Llull was de man die Managuay bijna eigenhandig industrialiseerde met zijn palm-, ethanol- en gordeldierverwerkende fabrieken op de zuidelijke pampa’s. Hij was ook de eerste Managuayaan met een heldere visie op arbeidsrechten: die vond hij bespottelijk. Van de 300.000 man die hij in 1861 in dienst had, op het hoogtepunt van zijn macht, was twee jaar later 60% overleden. Zijn commentaar: ‘Al werken hier vijf miljoen man, er is maar één Llull. En dat ben ik.’
Door zijn forse postuur werd Llull ook wel ‘De Dikke’ genoemd.

‘Bouterse was slechts kleine drugsbaas’

MATAQUINTOS – De onthulling dat de Surinaamse president Desi Bouterse vijf jaar geleden innige banden had met een grote transporteur van drugs in Zuid-Amerika, moet worden gerelativeerd.

Dat zegt Adalberto Silencioso, een Managuayaanse cocaïnebaron en directeur van het raffineerbedrijf Coca Loca. Silencioso noemt zichzelf een écht grote drugsbaas, ‘de Pablo Escobar van Managuay’. Over de organisatie van het Zuid-Amerikaanse drugsverkeer halverwege de jaren 2000: ‘Ik had in die tijd regelmatig bijeenkomsten met de Pablo Escobar van Venezuela, de Pablo Escobar van Brazilië, de Pablo Escobar van Peru en de Pablo Escobar van Ecuador. Bouterse mocht ook af en toe aanschuiven, maar omdat hij zo’n klein drugsbaasje was, noemden we hem Pablito.’

Op de vraag of Silencioso het betreurt dat Bouterse nu uit het drugscircuit is, verschijnt er een spottende glimlach op zijn gezicht. ‘Hoezo uit het circuit? Hij is nu toch president?’