ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Hammarskjold

Schrijver Sergio Sánchez Hammarskjold

‘Mario Vargas Llosa? Een armoedige prutser.’ In het rimpelige gezicht van Sergio Sánchez Hammarskjold komen drie gaten in actie: zijn ogen spuwen vuur, zijn mond klemt de pijp vast en zijn neusgaten doen twee rookpluimpjes de kamer in dwarrelen. ‘Met zijn boeken doe ik wat de gemiddelde Managuayaan ermee doet: ik schuif ze onder een afgebroken tafelpoot.’

Gegniffel in de videohoek van het Hammarskjold-museum. Waar de schrijver is, is de verongelijktheid nooit ver weg. De man zelf is overigens ook niet ver weg: hij zit aan een tafeltje in de hoek nauwlettend toe te kijken, af en toe nippend van de aguardiente die zijn vrouw hem bijschenkt. Het Hammarskjold-museum is bij Hammarskjold thuis, en dat maakt het gegniffel behoorlijk ongemakkelijk.

Sergio Sánchez Hammarskjold is een auteur die er prat op gaat nog nooit een heuse roman te hebben geproduceerd.
In Managuay, waar tachtig procent van de bevolking niet kan lezen, en de overige twintig daar gewoon geen zin in heeft, moet een schrijver zich toeleggen op praktische teksten. ‘Toegepaste literatuur’ noemt Hammarskjold het. Hij schrijft handleidingen, snackbarmenu’s en productinformatie. Met succes: zijn Ingrediënten & Voedingswaarde per 100 ml van de literflessen Pipo Papajapap geldt als een klassieker in het genre.

Een uitvergroting van dat etiket, omgeven door enkele flessen pap, vormt dan ook het hart van de expositie. De formule om Hammarskjolds schrijfsels te omringen met relevante voorwerpen is even simpel als doeltreffend. Op de salontafel: de aangegeten burrito bij het menu van snackbar El Pollo Loco uit 1987. Op de vensterbank: het getraliede raam uit martelcentrum Horror Máximo met ernaast een ongebruikte wegwijzer (‘Uitgang’). Als bezoeker begrijp je in één klap wat de teksten van Hammarskjold zo effectief maakt. Je vraagt je af wat de illustratie geweest zou zijn bij een ontbrekend werk als Inventarisatie van lijken na de opstand van San Fernando, 3 maart 2010, A t/m M.

Bij het verlaten van de woning stuiten we op een tafeltje met pennen en papieren, waarop een manshoge, kartonnen versie van de schrijver prijkt. Er is iets op gekalkt. We buigen ons voorover en lezen: ‘Steun mijn volgende werk: het telefoonboek van Managuay. Vul naam en nummer in op de stippellijn.’
Noud Nijssen

Foto Abrán del Tubo

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: El Aire Libre

50 Peso (r) en Lil’ Carmen

Op het podium wijzen vier mannen naar hun kruis. ‘Es un chihuahua en tu bolsillo?’ De menigte begint te blaffen. ‘O te gusta encontrarme?’ Een luid gejuich stijgt op, een daverende beat zet in. Boyband Los Cojones is de onbetwiste smaakmaker van muziekfestival El Aire Libre, niet in het minst dankzij hun hit ‘Is dat een chihuahua in je broekzak (of ben je gewoon blij me te zien)?’

El Aire Libre: wat in 1972 begon als een eenmalige hippiehappening is uitgegroeid tot een driedaags evenement en een vrijplaats in Managuay, de laatste militaire dictatuur van Zuid-Amerika. Qua sfeer is het Lowlands, qua muziek is het Pinkpop, qua drankgebruik is het het Oktoberfest – maar dan met zelfgestookte tequila in plaats van bier. ‘Natuurlijk kun je het zonder alcohol ook leuk hebben,’ zegt Marta (20), die bij haar tent op de festivalcamping tabasco druppelt in een weckpot met gefermenteerde lamamelk. ‘Maar niet hier.’ Haar vriendin Andrea (22) biedt twee patrouillerende militairen een slok rum aan, die ze gretig aanvaarden. ‘Je moet die gasten te vriend houden,’ zegt ze later. ‘Voor je het weet, liggen ze je in een bunker te toucheren.’ In de verte klinken de tonen van hiphopkleuters 50 Peso en Lil’ Carmen: ‘No estoy tu bitch, papá.’

Zo gemoedelijk als de eerste dag van El Aire Libre verloopt, zo dramatisch is de avond. Zoals gevreesd zorgt het optreden van Raúl, een singer-songwriter met regeringskritische teksten, voor reuring. Al na één lied neemt de zanger het woord ‘mensenrechten’ in de mond, waarop – vanuit het niets – vier militairen op het podium springen. Raúl stuift weg, chaos breekt uit. Onder gegil van het publiek wordt de rennende zanger met een elektrische stok bewerkt, terwijl een van de militairen roept: ‘Doorlopen, hier is niets te zien!’

El Aire Libre: Managuay op zijn puurst.
Noud Nijssen

Foto Lota del Horno


Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.