ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Legermuseum

Pilar Hipopótamo (r), verdacht van
‘socialistisch terrorisme’.

Het is een bijna perfecte reeks: generaal Puzzo die tot minister wordt benoemd, generaal Puzzo die de kerncentrale van Jerónimos opent, en generaal Puzzo die in negen vuilniszakken wordt afgeleverd bij het Managuayaanse ministerie van Justitie. De ontbrekende, voorlaatste foto is net een week weg voor restauratie, maar gelukkig laat de titel van de expositie weinig te raden over: Drive-by shootings op staatsbevel, 1964–1971.

Drive-by shootings is een poging van het Legermuseum in Cabúm om actiever het publiek op te zoeken. Als uithangbord van de militaire junta geniet het onder Managuayanen weinig populariteit, niet in het minst vanwege zijn officiële, ietwat pompeuze naam: Museo Glorioso del Ejército y sus Guerras Gloriosas para la Gloria Superior de la Patria Gloriosa, oftewel Glorieus Museum van het Leger en zijn Glorieuze Oorlogen ter Meerdere Glorie van het Glorieuze Vaderland. De meeste bezoekers zijn buitenlanders op de vlucht voor de Zuid-Amerikaanse hitte buiten.

Toch is Drive-by shootings een gouden greep. Welk ander museum leent zich zo goed voor een sinister onderwerp als dit? Zodra je door de hoofdpoort loopt, over de met kinderkopjes geplaveide weg (échte kinderkopjes, van de Kinderdagverblijvenrevolte van ’98), zie je zeven donkergrijze loodsen oprijzen uit een dorre vlakte. Binnen voeren de prenten van het militaire fotografenkorps je mee naar het hart van de Managuayaanse politieke cultuur.

De minister van Sport, generaal Hipopótamo? Toch vermoord door vier langsrazende motorrijders in 1966 en niet, zoals destijds werd beweerd, door zijn vierjarige ‘socialistische dochter’ Pilar. Francisco Gil, hoofd van het Olympisch Comité in 1971? Op de foto steekt hij lachend zijn hand op naar het opengedraaide raampje van een zwarte Volvo, kennelijk naar een goede bekende. Een fractie van een seconde later zullen 39 kogels hem doorzeven.

Voor wie deze zwartgalligheid te veel wordt, is er altijd nog de permanente expositie over geschiedenis en cultuur. Wist u dat de witte cirkel van de Managuayaanse vlag, waarin de gouden lama staat afgebeeld, een klodder spuug symboliseert? Ga eens snel kijken dan.
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder in een aangepaste versie te lezen in de Volkskrant.

Foto Lota del Horno

Nieuw plan beveiliging Kunsthal Rotterdam

De Kunsthal in Rotterdam, daags na de roof van afgelopen maandag

ROTTERDAM – De Kunsthal in Rotterdam bekijkt een nieuw plan voor de beveiliging van het museum. Het plan is afkomstig van een militair museum in Managuay.

Dit Legermuseum, officieel Museo Glorioso del Ejército y sus Guerras Gloriosas para la Gloria Superior de la Patria Gloriosa (Glorieus Museum van het Leger en zijn Glorieuze Oorlogen ter Meerdere Glorie van het Glorieuze Vaderland) geheten, beschikt over een beveiliging volgens de uienschilmethode. Emily Ansenk, directrice van de Kunsthal: ‘Dat betekent dat er verschillende “schillen” van verdediging zijn, als het ware. En dat er tranen bij komen kijken, maar dat is vanwege de peppersprayinstallatie.’

Het Legermuseum, een paradepaardje van de militaire junta, heeft als eerste verdedigingslinie een gracht met kokende olie. De tweede linie bestaat uit een deurbel. Dan bevindt zich in de aankomsthal een halve cirkel pepperspraykanonnen en de vierde linie is een, bij elk kunstwerk klaarliggende, gietijzeren berenklem die bezoekers die dichter dan een halve meter naderen, een been afzet. Ansenk: ‘En dan schijn je nog een aparte vleugel in het museum te hebben waar de lama’s van de Manguayaanse cavalerie wonen, en daar loopt altijd wel een dronken korporaal rond.’

Ansenk zegt het plan te bestuderen, maar geeft toe dat het voor Nederlandse begrippen ‘nogal assertief’ is. ‘En dat moet je willen.’

Nederlandse guerillastrijdster niet naar vredesbesprekingen Colombia en FARC

De jungle in Managuay, waar de rebellen
van Lobke Velstra zich schuilhouden

LA LIBERTINA – De Nederlandse guerillastrijdster Lobke Velstra zal definitief niet deelnemen aan de vredesbesprekingen tussen de Colombiaanse regering en rebellengroep FARC. De belangrijkste reden is dat ze er niets mee te maken heeft.

Velstra zegt vanochtend over de telefoon dat ze gevleid is door alle media-aandacht, maar ze voelt zich niet geroepen. ‘Ik zit niet bij de FARC,’ stelt de guerillera, ‘maar bij rebellengroep De Oplichtende Pad, in Managuay. Dat is een heel ander land.’ Ook heeft Velstra geen uitnodiging ontvangen van de twee Colombiaanse partijen, noch van de Noren. Afreizen naar Oslo of Cuba, waar de onderhandelingen plaatsvinden, zou daarom ‘nonsens’ zijn, zegt ze geërgerd. 

Velstra overweegt evenmin om dan in ieder geval een belletje te plegen met de onderhandelaars, onder wie Tanja Nijmeijer, de Nederlandse die lid is van de FARC. ‘Ik ken haar niet eens,’ zegt Velstra, die in één adem door dit interview ‘behoorlijk irritant’ noemt.

Ze zegt graag de media te woord te willen staan over een bepaalde kwestie, maar alleen als ze erbij betrokken is of er iets van afweet. Velstra: ‘Of ik moet op zijn minst met een van de echte betrokkenen in de hoi-fase zitten. Ja, noem me dogmatisch, maar ik zit dan ook al tien jaar in een buitenlandse jungle voor de maoïstische zaak te vechten.’

Steun uit Zuid-Amerika voor Bart De Wever

Bart De Wever na zijn verkiezingsoverwinning van zondag

MATAQUINTOS – De Vlaams-nationalistische politicus Bart De Wever krijgt lof toegezwaaid vanuit Managuay. Volgens een minister van het Zuid-Amerikaanse land gaat er ‘niets boven de gezonde dreiging van een oorlog.’

Na zijn overwinning bij de gemeenteraadsverkiezingen van gisteren riep De Wever de Belgische premier Elio Di Rupo op om ‘samen een confederale hervorming voor te bereiden.’ Volgens generaal Bernardo Moto y Tomo, de Managuayaanse minister van Oorlog en Kinderdagverblijven, is dat een militair ultimatum. ‘De Wever wil iets: een onafhankelijk Vlaanderen. En hoe dwing je – uiteindelijk – je wil af? Precies, door bloed en verderf.’

Moto y Tomo vergelijkt de Vlaams-Waalse situatie met Managuay. ‘Wij waren ooit gelieerd aan de Zuidelijke Sandwich-eilanden – een knellende band met een intolerante, belastinggeld slurpende, vreemde cultuur. Totdat we zeiden: jongens, bedankt, maar nu hakken we jullie kop eraf.’ De Zuidelijke Sandwich-eilanden, een vrijwel onbewoonde archipel op ongeveer tweeduizend kilometer van de Argentijnse kust, ontkennen al jaren een staatkundige geschiedenis met Managuay te delen, aangezien zij sinds 1908 onder Britse soevereiniteit staan.

Overigens voegt Moto y Tomo eraan toe dat hij met figuren als De Wever in eigen land wel raad zou weten. ‘Wie Managuay uit elkaar wil scheuren, verdient de Managuayaanse stropdas: keel doorsnijden, tong er doorheen trekken en vastnieten aan de tepels.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Peper

Een Fuego Infierno Volcánico

‘Gringo, no toca!’ De marktkoopman kijkt me verschrikt aan. Snel trek ik mijn hand terug, die zojuist nog boven een kist vol glanzend rode vruchten hing. ‘Ik moet Spaanse pepers hebben,’ zeg ik, ter verduidelijking. ‘Spaanse pepers!’ roept de man uit. Hikkend van de lach slaat hij een collega op de schouder. Deze, een wat knorriger type, bitst: ‘Dit is geen gewone peper, mamapinga. Dit is de Fuego Infierno Volcánico. Laat hem één nacht op je keel liggen en je wordt wakker zonder strottenhoofd.’

Elk volk krijgt de groenten die het verdient, en op de Pepermarkt kun je zien wat dat voor Managuay betekent. De markt beslaat eenmaal per maand een hoek van de beroemde Mercado Popular in Mataquintos en biedt een kleurrijke verzameling van het pittige broertje van de paprika: rode, oranje, gele, groene, paarse en bruine chilipepers. En de Fuego Infierno Volcánico dus.

Dat blijkt niet zomaar een hapje, zo leert nadere studie. Sterker nog: de Fuego Infierno Volcánico is de heetste chilipeper ter wereld. Op de Scoville-schaal, die de mate van pittigheid aangeeft, haalt hij maar liefst 7.200.000 punten. Ter vergelijking: een straal pepperspray van een Managuayaanse diender in je oog haalt amper 2.000.000, een broodje lamaburger komt op circa 10.000 (al merk je de jalapeño daarin pas op het toilet). Met de Fuego Infierno Volcánico brengen artsen hier buitenlandse patiënten onder narcose door ze eraan te laten ruiken. Hem vastpakken alleen kost je een nacht op de intensive care, plus het aannaaien van de losgetrokken vellen huid (nóóit wapperen).

Voor Managuayanen echter is de ‘Fuego’ een hartige snack. ‘Ik ben gek op pittig eten,’ zegt Jacky (17). Leunend op een kinderwagen laat ze een zakje vullen met de hete pepers. Ik kijk naar haar gewelfde buik. Is dat niet gevaarlijk, voor zwangere vrouwen? Een schaterlach. ‘Het is niet voor mij!’ Ze wijst naar de baby in de kinderwagen, dan tikt ze op haar tanden. ‘De kleine houdt ons wakker, met zijn geknars. Vannacht leg ik voor straf een peper in zijn mondje. Morgen doet hij het niet meer.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

‘Nobelprijs Mo Yan leidt tot oorlog’

Sergio Sánchez Hammarskjold

PERFIDO – Ook dit jaar gaat de Nobelprijs voor de Literatuur aan Sergio Sánchez Hammarskjold voorbij. De Managuayaanse schrijver is teleurgesteld. ‘Nog even en Zweden is in oorlog.’ 

Door Jens Mikkelsen

Meneer Hammarskjold, tijdens ons gesprek van gisteren wist u zeker dat u zou gaan winnen. 
Dat was een pose. De Zweedse Academie is een achterhaalde club van idioten die geen flauw benul hebben van literatuur.

Gisteren noemde u de Zweedse Academie nog een ‘respectabel instituut vol wijze mannen die weten wat ze doen.’
Ja, gelul natuurlijk.

Kent u het werk van Mo Yan? Hij is onderscheiden omdat hij ‘met hallucinerend realisme volksverhalen, geschiedenis en het hedendaagse combineert.’
Mo Yan is weer zo iemand die verzinseltjes op papier zet. Ik maak toegepaste literatuur. Neem zijn boek De wijnrepubliek en vergelijk dat eens met dit etiket dat ik vorige week nog geschreven heb voor de cabernet sauvignon van Malgusto: ‘Malgusto-wijn is het product van tweehonderd jaar ploeteren, van pioniersgeest en pis…’

Was u niet ook bezig met een roman?
(zucht) Jawel, maar na de eerste alinea dacht ik: mijn god, wat duurt dit láng! Toen ben ik verder gegaan met deze huis-aan-huis-folder voor een vriend van mij, Dokter Coco: ‘Last van aambeien? Erectieproblemen? Hoest uw lama? Dokter Coco geeft…’

Hoe voelt u zich eigenlijk?
Om eerlijk te zijn: het gaat wel. Ontspannen. Ik voel me gesterkt in mijn geloof.

Geloof?
In de komst van een Derde Wereldoorlog.

Dat klinkt dramatisch. 
Ziet u het dan niet? Deze Nobelprijs splijt de wereld in twee kampen: de Zweden en de niet-Zweden. Vorig jaar ging de Nobelprijs naar – goh, toevallig – een Zweed, en dit jaar naar een Chinees van wie niemand ooit gehoord heeft. Nog even en Zweden is in oorlog. En aangezien de Zweden met negen miljoen zijn en de rest van de wereld met zeven miljard, heb ik wel een idee wie die oorlog gaat winnen.

Al doen de Chinezen natuurlijk mee met de Zweden.
Verdomme, u heeft gelijk.

Zie ik daar een traan?
Stop dit gesprek.

O, oké.

‘Nobelprijs Literatuur nu echt naar Hammarskjold’

Sergio Sánchez Hammarskjold

PERFIDO – Vanmiddag om één uur maakt de Zweedse Academie bekend wie dit jaar de Nobelprijs voor Literatuur heeft gewonnen. De Managuayaanse kandidaat, Sergio Sánchez Hammarskjold, heeft goede hoop.

Door Jens Mikkelsen

Meneer Sánchez Hammarskjold, nu al champagne?
Tja, ze zeggen dat je geen tasjes moet gaan naaien voor de krokodil gestroopt is, maar ach, het is al acht uur in de ochtend.

Waarom denkt u dat u dit jaar wél de Nobelprijs gaat winnen?
Ik heb een goed gevoel over de Zweedse Academie. Dat is een respectabel instituut vol wijze mannen die weten wat ze doen. Maar het is ook een kwestie van statistiek: als je kijkt hoe vaak een achtergebleven, door land omsloten, Zuid-Amerikaanse militaire dictatuur de Nobelprijs voor Literatuur heeft ontvangen – nul keer – dan is Managuay nu echt aan de beurt.

En verder?
Nou, ik ben dol op de serie The Killing.

Die is niet Zweeds. Die is Deens.
Ik heb een Zweedse naam: Hammarskjold. Via mijn moeder. Dat moet ze toch ook aan het denken zetten.

Heeft u ook een inhoudelijke reden waarom u denkt dat u de Nobelprijs voor Literatuur gaat krijgen?
Zoals u weet, schrijf ik functionele literatuur. Nu heb ik vorig jaar voor staatskrant El Tiempo een tijdje heel verdienstelijk de servicepagina’s gedaan, met daarin onder meer de werken Colofon, Zon- en Maanstanden en Lijst van Gewelddadige Incidenten in Mataquintos, San Luís en La Libertina.

Wij wensen u veel succes toe.
Proost!

Vakantieboekspel: Win een boek! (6)

Het is nog begin oktober, dus hoog tijd voor de Vakantieboek-prijsvraag van deze maand!

U ziet hieronder vier beroemde dieren uit Managuay.
Wie is uw favoriet?

Maak uw keuze en vertel ons waarom via info@managuay.info. De beste inzending wint een exemplaar van Het Grote Managuay-Vakantie-Doeboek!

A. 
Ini Mini, het koppige kogelvisje

B. Sally, de sombrerocavia

C.  Fifi & Pep, de komische lama’s


D. Reynaldo, de rokende brasem

Floriade gesloten, Managuay bouwt paviljoen toch

Een impressie van het Managuayaanse Floriade-paviljoen

VENLO – Managuay start vandaag, na vier maanden vertraging, eindelijk de bouw van zijn Floriade-paviljoen in Venlo. De wereldtuinbouwtentoonstelling werd zondag officieel gesloten.

De Managuayanen rekenen er echter op dat de organisatie voor hen een uitzondering maakt. Delegatieleider Vidal Gutiérrez, tevens kapitein van het vrachtschip met benodigdheden voor het paviljoen: ‘We hebben een prachtig concept, waar mensen maandenlang op hebben gewacht. Ook hebben we twee lama’s met obstipatie aan boord en die moeten nu echt los.’ Een van de onderdelen van het paviljoen bestaat uit traditionele hutten van opgesteven lamafecaliën.

De Managuayaanse deelname aan de Floriade is geplaagd door tegenslagen. Begin juni moest het vrachtschip van Gutiérrez aanmeren in de haven van Rotterdam, waar de douane beslag legde op een grote hoeveelheid cocaplanten en vuurwapens. Gutiérrez blijft echter optimistisch. ‘Oké, dus de duurzame cocaplantage van anderhalve hectare en de schietbaan worden lastig te realiseren. Maar we hebben genoeg hoe… Managuayaanse vrouwen bij ons voor een welkomstfeest voor iedereen.’

Gutiérrez verwacht aan het begin van de middag bij het Floriade-terrein te arriveren. ‘Het liefst rijden we via de hoofdingang naar binnen, maar anders vinden we aan de achterkant nog wel een gaatje.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Filmfestival

Een sopropo

Van wat voor muziek hou jij?’ Of: ‘Evita Perón, vrouw of musicalster?’ Er zijn veel opmerkelijke vragen denkbaar tijdens de liefdesdaad, maar regisseur Andrés Papachango (1949) sprak ze echt uit. Sterker: het enfant terrible van de Managuayaanse cinema liet de camera’s lopen terwijl hij het deed.

Liefde (Amor, 2008) is sinds afgelopen zaterdag te zien in een nevenprogramma van het Managuayaans Film Festival (MFF). Een gewaagde keuze, aangezien de film destijds door de critici werd afgedaan als ‘een goedkope aaneenschakeling van ruim veertig hoerenbezoeken’ en ‘een slap excuus om zoveel mogelijk vrouwelijk naakt te laten zien’.

Het zijn deze nevenprogramma’s die het MFF doorgaans zo geslaagd maken.
Zeker nu de uitreiking van de Gouden Lama’s steeds meer een gelegenheid wordt waarin de militaire junta een beslissend woordje meespreekt. Zoals vorig jaar, toen een wanproduct van het Managuayaanse leger de grote winnaar werd: Het bloedbad bij San Fernando, een in real time nagespeelde veldslag van dertien (!) uur. De makers wilden speciale effecten gebruiken, maar het officierskorps stond erop om de complete slachting over te doen.

Nee, dan het ingetogen werk van Papachango. Neem het magistrale Alles over mijn vader (Todo sobre mi padre, 2001), waarin een travestiet, de zoon van twee travestieten, op zoek gaat naar zijn vader, die nooit een echte travestiet blijkt te zijn geweest, maar slechts een travestietachtige manhoer die travestieten als klant heeft.

Of Diepe vouwen (Arrugas profundas, 2010), door Papachango geroemd als ‘het bewijs van cinematografische schoonheid op het snijvlak van erotiek en origami.’ En de broeierige roadmovie Twee sopropo’s en een perzik (Dos sopropos y un melocotón, 2003). Daarin razen twee jongens en hun buurvrouw uit verveling over de pampa’s. De sopropo – een soort komkommer – uit de titel verwijst naar de permanente staat van opwinding van het duo.

Ook bij deze films kreeg Papachango het verwijt van effectbejag. Zijn reactie luidde steevast: ‘Wie de plot niet vat, heeft in elk geval een paar lekkere tieten gezien.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.