BREKEND: Nog meer Afrika voor Managuay

MATAQUINTOS – Managuay heeft nog meer Afrikaanse bezittingen verworven dan al werd aangenomen. Dat blijkt uit een definitieve inventarisatie van de Afrika-missie van het land. 

Tijdens die missie, afgelopen november, wist honorair consul annex rallyrijder Roger van Bergen de hand te leggen op onder meer een kuststrook en een putdeksel. Nu blijkt uit documenten van Van Bergen dat Managuay ook eigenaar is geworden van een voetbalveld in Senegal (zie foto 1).

Foto 1. Het voetbalveld
Net als bij de kuststrook weet Van Bergen ook in het geval van het voetbalveld ‘niet meer precies’ hoeveel hij ervoor heeft neergelegd en waar het ligt, laat staat wie hij ervoor heeft betaald. Van Bergen: ‘God ja, we zaten midden in een autorally, dus ik was natuurlijk enigszins beschonken. Maar volgens mij kan het heel goed de man op de foto zijn. Hij heette geloof ik Johnny Walker.‘ (zie foto 2)
Foto 2. Landmakelaar Johnny Walker

De militaire junta in Mataquintos wijst er verder op dat vanaf nu een trailer vol watermeloenen in haar bezit is (zie foto 3). Generaal Popo de Mierda, de kersverse minister van Overzeese Gebiedsdelen: ‘Ons staatshoofd, generaal Jamón, is gek op watermeloenen. Hij zal nog dit jaar naar Afrika reizen om ze hoogstpersoonlijk op te eten.’ De minister noemt het ‘ontzettend praktisch’ dat Managuay nu ook over twee ‘echte slaven’ beschikt die de vruchten kunnen aangeven.

Foto 3. De trailer met watermeloenen en ‘slaven’

Popo de Mierda is ook tevreden met de rotonde die Van Bergen – waarschijnlijk in Marokko – op de kop heeft weten te tikken (zie foto 4), al mist hij nog iets. ‘Het ziet er wat stilletjes uit zo. Het mag van mij wat Managuayaanser: veel verkeer, hard rijdend, van beide kanten. En natuurlijk een verkeersagent die wordt genegeerd.’

Foto 4. De rotonde in Marokko

Over een laatste foto uit de aktetas van Van Bergen bestaat nog onduidelijkheid: een Afrikaanse jongen op een tafel met 300.000 Managuayaanse peso in zijn hand. De betekenis ervan is nog in nevelen gehuld – net zoals de honorair consul zelf. ‘Het zou kunnen dat ik van deze jongeman die vrachtwagen heb gekocht,’ probeert Van Bergen zich te herinneren. ‘Maar misschien alleen die fles wijn rechts van hem.’ De naam van de jongen weet Van Bergen nog wel. ‘Glen heette hij, zeker weten. Glen Fiddich.’

Foto 5. Glen Fiddich

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De rebellen

Maohattan

‘Excellentie, wanneer begint u vredesbesprekingen met de maoïstische rebellen?’ De fotocamera’s flitsen. ‘Niet eerder dan op het juiste moment,’ bast generaal Bernardo Moto y Tomo, de Managuayaanse minister van Defensie en Kinderdagverblijven. ‘En dat is wanneer het hoofd van de laatste rebel op mijn stoep ligt.’

Wat Colombia doet, doet Managuay uitdrukkelijk niet: onderhandelen met terroristen. Zo zelfverzekerd als de FARC op dit moment achter een vergadertafel op Cuba zit, zo wanhopig houdt de maoïstische rebellenbeweging De Oplichtende Pad zich schuil in de jungle. Al decennia dragen in Managuay links en rechts om de zeven jaar de macht aan elkaar over. De Terechte Staatsgreep van generaal Jamón vond plaats in 2006, dus dit jaar dienen de militairen het veld te ruimen. Maar die maken geen haast.

Niet dat het de rebellen slecht gaat. De Managuayaanse communisten interpreteren het Rode Boekje van Mao zoals Bram Moszkowicz de regels van de Nederlandse Orde van Advocaten: losjes. Rebellenleider Fernando Sapo spreekt van ‘een beweging van principes’, maar ondertussen beschikt zijn hoofdkwartier als enige maoïstische bolwerk ter wereld over een Kentucky Fried Chicken en een meubelboulevard.

Tot 2008 was er zelfs sprake van een heuse vastgoedboom: maoïstische projectontwikkelaars verdienden miljarden peso’s met de bouw van luxeappartementen, multiplexcinema’s en een ultramodern bankendistrict genaamd Maohattan. Het einde kwam tegelijk met de economische crisis, maar dat was toeval – de torenflats verrieden simpelweg de ligging van het rebellenkamp en regeringstroepen stormden eropaf. Binnen twee maanden woonden de rebellen weer in uitgegraven gaten in de grond.

Een laatste vraag aan de minister. ‘Volgens de buitenlandse pers wil de junta geen vrede, omdat ze baat heeft bij oorlog. Klopt dat?’ ‘De buitenlandse pers is drek,’ antwoordt Moto y Tomo. Hij staat op. ‘Maar ik moet weg nu, ik heb een diner met Vicente Corriente, de directeur van wapenfabrikant ManaBomba.’
Enrique Furioso

Foto Conrado Blanco
Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Internationaal netwerk Managuay verbrokkelt

Het Cultureel Centrum van Managuay in Sint-Petersburg

MATAQUINTOS – Het internationale netwerk van ambassades, consulaten en culturele centra van Managuay verbrokkelt, zo laat de teloorgang van de vestiging in Sint-Petersburg zien.

Het Cultureel Centrum van Managuay in de Russische tsarenstad is inmiddels verlaten, zo stelde de Nederlander Egbert Hartman vast. Het statige pand aan de Severny Prospekt was ooit een levendig ontmoetingspunt van de Russische avant-garde, met kunstenaars en schrijvers als Vladimir Vojnovitsj, en de Managuayaanse, met klaplopers en prostituees als Marta de Pokdalige Weduwe.

De laatste bewindvoerders van het Centrum waren de stagiairs Sílvia Sommer en Emilio Parmanto, die bij hun aantreden een met alle technische voorzieningen geëquipeerde instelling aantroffen. Nu is door de scheefhangende luxaflex slechts een achterglaten telraam te zien.

Sommer en Parmanto liepen eerder een korte stage op de redactie van dit nieuwsblog. Het internationale opsporingsbevel is nog steeds van kracht, dus als u ze ziet, laat u het ons dan vooral weten.

Lees ook: Uw hoofdredacteur zegt: excuus

Vakantieboekspel: Win een boek! (2)

U weet het inmiddels: nog maar een jaar en dan verschijnt 
Het Grote Managuay-Vakantie-Doeboek. Bij wijze van voorpret geven we tot die tijd elke eerste week van de maand een gratis exemplaar weg! Althans, de belofte daarvan. U krijgt wel direct een aardigheidje thuisgestuurd.

Natuurlijk moet u er iets voor doen. In de maand juni luidt de vraag: wie is de man op de foto? Wie in de jaren 60 Managuay heeft bezocht, vindt dit een eitje. We zien uw biografie van deze persoon, eventueel vergezeld van een persoonlijke anekdote, graag tegemoet. Stuur uw oplossing naar info@managuay.info en maak kans op een gratis Vakantieboek!

‘Managuay overspoeld door homo’s uit Argentinië’

MATAQUINTOS – Volgens de Managuayaanse minister voor Familiezaken en Heropvoeding kan het land een stormvloed aan homoseksuelen verwachten nu Argentinië het homohuwelijk heeft goedgekeurd.
De minister, generaal José Matatetas Zarzuela, verklaarde dit om drie uur vannacht op een spontane persconferentie. Hij had zojuist het hoofdstedelijke café De Zwartlederen Pet verlaten, waar hij naar eigen zeggen ‘een werkbezoek’ had, toen een busje van de politieke tv-zender, Corrupción 24, naar hem toeterde. Zodra de journalisten bij de minister arriveerden, hoorden zij tot hun verbazing dat deze hen had ‘verwacht voor de afgesproken persmeeting’.
Hoewel Matatetas Zarzuela in de politiek bekend staat als een homohater, ziet ook hij in dat rijke, homoseksuele toeristen een welkome bron van inkomsten kunnen zijn voor het straatarme Zuid-Amerikaanse land. Na zijn gebruikelijke agressieve relaas, doorspekt met frasen als ‘de liefde voor de Heer is geen herenliefde’ en ‘de Apocalyps zal bruin zijn’, voegde hij dan ook toe: ‘Ik zal er persoonlijk op toezien dat bezoekende homo’s uit het buitenland op de juiste manier worden begeleid.’
Generaal Matatetas Zarzuela leidde in de jaren 90 een geheime paramilitaire operatie met de codenaam ‘Dood, Flikker’.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Alfonso Mango

Alfonso Mango tijdens een klus in Rio, 1984

Het jaarlijkse politiebal. Op het podium maant de korpschef van Mataquintos zijn collega’s tot kalmte. ‘Ik weet voor wie jullie zijn gekomen,’ roept hij. ‘Hij is de beste geheim agent aller tijden, en hij is weer bezig met een weergaloze undercoveractie: Alfonso Mango!’ Gebrul, pistoolschoten. Een agente komt aangetrippeld met een dienblad, waarop een baksteen ligt. ‘Helaas kan ik niet lang blijven,’ klinkt het uit de steen. ‘Ik zit midden in een onderzoek naar de vastgoedbranche.’

Alfonso Mango is een absolute superster in Managuay. De geheim agent, opgeleid door de Israëlische Mossad, staat erom bekend moeiteloos van gedaante te wisselen tussen mens, dier en gesteente. Zijn bijnaam: ‘het camouflagemirakel’. Mango’s werkgever, de gevreesde inlichtingendienst Seguridad, laat hem begaan – zolang hij zijn missies maar volbrengt. En trouwens, ze kunnen hem toch nooit vinden.

Het is zijn vrijgevochten stijl die Mango tot een volksheld maakt. Zijn werkwijze bestaat uit extreem doordachte camouflagetechnieken die hij tot het uiterste doorvoert. Tijdens een klus in Rio de Janeiro in 1984, bijvoorbeeld, presteerde Mango het om zó overtuigend in een hagedis te transformeren, dat hij 72 uur lang niets anders deed dan krekels eten en razendsnel zijn tong in en uit zijn mond te laten schieten. Dit laatste doet hij overigens nog steeds, tot irritatie van de caissières van zijn lokale supermarkt.

Na het optreden wordt Mango omringd door een schare jonge rechercheurs. ‘Goed, nog één verhaal dan,’ roept hij vanuit zijn steen. ‘Maar eerst: bier!’ De knaap die zijn dienblad vasthoudt, gooit hem in een volle pul. Als die weer leeg is, laat Mango een boer en loeit: ‘Sinds ik twintig uur per dag op een steiger lig, kan ik zuipen als een bouwvakker!’ De rechercheurs brullen het uit. De avond is voor Alfonso Mango, en hij is nog lang niet voorbij.
Roger Abrahams

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto María Luísa Corazón del Ángel

1506: Het begin van het einde voor de Manca’s

Manca-ruïne in de Andes, Managuay

De Manca’s waren een hoogontwikkeld volk dat op zijn toppunt heerste over half Managuay en ver daarbuiten. Tussen ca. 1300 en 1500 breidde het zijn imperium op agressieve wijze uit met een leger dat in oorlogstijd wel 500.000 soldaten telde.

De Manca’s waren de meesters van de notenboog. Met deze kruisboog vuurden zij de gedroogde pitten van mango’s op de vijand af totdat er nog maar één soldaat met onbeschadigde schedel was overgebleven. Hem aten zij op. Ook vreesde menigeen de beruchte cuenca’s: bommen van gloeiend hete bananenpap, in palmbladeren gewikkeld, die vlam vatten wanneer zij in contact kwamen met de lichaamsbeharing van aanstormende troepen. Een ander dodelijk wapen van de Manca’s was de dolle condor. Een wilde Andesvogel kreeg gefermenteerde lamamelk gevoerd en werd losgelaten, zodat hij achter de vijandelijke linies golven van giftig braaksel stortte op de krijsende soldaten.

De Spanjaarden roeiden de Manca’s in een mum van tijd uit via Europese ziektes als oorpijn en loopneus. Van de ca. drie miljoen trotse Manca’s waren er in 1516 nog maar zeven over. Zij stierven aan jeuk.

‘Vrijheid is ondraaglijke last’ – een top 3 van hypocriete uitspraken

De Wit-Russische president Aleksander Loekasjenko

UTRECHT – Voor de Wit-Russen is vrijheid ‘een ondraaglijke last’, betoogde gisteren hun president Aleksander Loekasjenko, die bekend staat als de laatste dictator van Europa. Daarom een top 3 van hypocriete uitspraken uit de geschiedenis van een andere dictatuur: Managuay.

1922 – ‘Geld maakt niet gelukkig.’
Generaal Luís Carajo tegen kompel Benito Verera, net voordat hij hem de opbrengst uit handen rukte van zes maanden ondergronds leven en werken in de goudmijnen van El Terror, en Verera terug in de mijnschacht wierp. Carajo zou later de man van zijn maîtresse inhuren om de goudklompjes om te smelten tot een antimasturbatiegordel voor zijn echtgenote.

2007 – ‘Schoonheid zit van binnen.’
Mira Silencioso (53), echtgenote van drugsbaron Adalberto Silencioso, op een verrassingsfeestje ter ere van haar 10.000ste cosmetische ingreep in schoonheidskliniek La Parada de Plástico. De organiserende artsen gaven haar een fotoboek cadeau met daarin alle vakanties, zwembaden en SUV’s die zij zich dankzij haar bezoek hadden kunnen veroorloven. Overigens communiceerde Silencioso de woorden door met haar ogen te knipperen – de enige delen van haar gezicht waar nog beweging in zit.

1969 – ‘Verkeersregels gelden voor iedereen.’
Generaal Biftec, dictator van Managuay, kort na de executie van de automobilist die Biftecs chihuahua Fifi had aangereden. Biftec gaf toe dat hij door rood was gelopen, maar de automobilist reed volgens hem met een achterband met ‘een gevaarlijk versleten profiel.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Paus

De kerk in Mataquintos waar kardinaal Caramel de zondagsmis leidt

Rondom de tafel werpen twintig paar ogen een gespannen blik op kardinaal Angelino Armando Caramel. Deze tuurt, zweet, geeft een tikje tegen zijn baret, en draait dan met een machtige zwaai zijn rechterarm. Gelach, applaus. ‘Sí!’ Caramel balt zijn vuist van plezier: wéér gooit het hoofd van de rooms-katholieke kerk van Managuay elf bij de eerste worp, waarmee hij zijn inzet verdubbelt. Een medewerker van het illegale casino fluistert: ‘Craps is zijn favoriete dobbelspel. Hij komt hier direct na de zondagsmis.’

Voor het eerst heeft de wereld een paus uit Zuid-Amerika, maar het is de Argentijn Bergoglio geworden, oftewel Franciscus I. Wie zei dat kardinaal Caramel hoge ogen gooide, had het eerder over zijn gokverslaving: de Managuayaan was nooit een kanshebber en mocht zelfs niet naar het conclaaf komen. Voor Rome is Managuay een schandvlek die, zelfs na eeuwenlang boenen, maar niet van de toga gepoetst raakt. Het beleid: zo chic mogelijk negeren.

Maar dat is lastig. Van oudsher rijgt de Managuayaanse geestelijkheid de schandalen aaneen. Caramels voorganger, kardinaal Esposo, kreeg constant het verwijt dat hij zou baden in buitensporige weelde. Dat maakte hem zo woedend, dat hij geregeld zijn midweek shoppen in Madrid afzegde om het tegen te spreken. Beschuldigingen van seksueel misbruik pareerde Esposo evenmin handig. Lang bleef hij ontkennen dat zijn ondergeschikten homoseksuele affaires hadden met jonge jongens, want ‘onze priesters zijn échte mannen.’ Geen wonder dat de vorige paus hem ontsloeg. Diens keuze voor Caramel bleek echter ook geen gelukkige. Zijn bijnaam: ‘de hete tabberd’.

Kardinaal Caramel is klaar met spelen. Uitpuffend neemt hij plaats aan de bar en bestelt een verfrissing. ‘Whisky doble, on the rocks.’ Hij buigt zijn hoofd voor het gebed, alle omstanders bidden mee. Als we weer opkijken, kijken we in het grijnzende gezicht van Caramel. Hij heeft zijn borrel al op.

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto María Luísa Corazón del Ángel

Olympische équipe is zoek


MATAQUINTOS – De Managuayaanse olympische équipe is al meer dan een dag onbereikbaar. De atletenbus had dinsdag in Vancouver moeten aankomen, maar kreeg gisteren bandenpech in Ecuador.

Sinds het incident is van de atleten niets meer vernomen. De buschauffeur liet weten dat hij op zoek ging naar iemand die een reserveband kon verwisselen. Benedicto de Boer, rodelaar van Nederlandse afkomst, verliet eveneens de bus. Hij wilde een sigaret roken op het strand en zijn ‘chorizo even uit laten waaien.’ Skeletonatlete Bebel Kahuna, ‘de grootste borsten op de plank’, werd direct na het stoppen van de bus benaderd door een amateurcineast die haar uitnodigde op de set van ‘een soort Baywatch, maar dan met minder badpak’.

Mogelijk is de radiostilte te wijten aan defecte apparatuur. De zender in de bus bestaat uit een babyfoon met signaalversterking, nog steeds het meest gebruikte communicatiemiddel van Managuay.

Lees ook: Olympische équipe naar Vancouver