Maohattan: de City in de jungle

Bankencentrum Maohattan, bijna af (2008)

Hoewel zij zich schuilhouden in de jungle, gaat het de maoïstische rebellen van Managuay bepaald niet slecht. Hun flexibele omgang met Lenin en Marx leidde in 2007 en 2008 zelfs tot een heuse vastgoedboom: maoïstische projectontwikkelaars verdienden miljarden peso’s met de bouw van multiplex-cinema’s, Kentucky Fried Chickens en een ultramodern bankendistrict, Maohattan genaamd (foto).

De rebellen vergaten echter één ding: al die torenflats verrieden hun schuilplaats. Het Managuayaanse regeringsleger stormde eropaf en binnen twee maanden woonden de rebellen weer in uitgegraven gaten in de grond.

Foto Conrado Blanco

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De peso

Bankbiljet van 200.000 Managuayaanse peso

‘Verdomde daklozen.’ Prometeo Carolus staat bij een juten zak. ‘Hén moesten ze tegen de muur zetten, in plaats van dichters en falende voetbalspelers.’ De muntenhandelaar heeft het niet op de zwervers buiten zijn boetiek in het oude centrum van Mataquintos. Of ze op zijn collectie azen? Integendeel. Elke dag zet Carolus tien kilo aan peso’s buiten, maar de zak wordt enkel als toilet gebruikt.

Managuayanen houden niet van hun geld. Dat is niet gek: wat de overheid een ‘dynamische munt’ noemt, is een boterzacht stuk metaal waarvan de wisselkoers recent fluctueerde tussen de 0,00009 en 0,00001 voor 1 euro. En dat was alleen nog maar vorige week.

Toch moet de Managuayaanse peso een mondiale reservemunt worden. De minister van Financiën, generaal Diego Verbuto, stelt het op elke top van de G27 [de 27 kleinste economieën van de wereld, NN] weer voor. Immers, betoogt hij, kredietbeoordelaar Moody’s heeft in 2011 de kredietwaardigheid van Managuay verhoogd. Dat het een promotie betrof van de status ‘uitermate deplorabel’ naar ‘zeer meelijwekkend’, vertelt Verbuto er niet bij.

Wandelend langs de munten- en fruitverzameling in Carolus’ winkel – nog tot 1923 gold de mango als wettig betaalmiddel – valt me op hoe dun alle centjes zijn. ‘Waarvan zijn Managuayaanse peso’s gemaakt?’ vraag ik. Het antwoord: ‘Weggegooide bierblikjes.’ Als Carolus mijn verbaasde blik ziet, grinnikt hij. ‘Tranquilo, gringo. Het mogen ook geroofde peso’s uit Uruguay zijn.’

Tring! Een jonge vrouw stapt binnen met een dikke envelop. Of Carolus haar pesomunten aaneen wil slaan tot een grote, slappe plaat met papierachtige kwaliteiten. Carolus legt me uit: ‘Daar kan een heel gezin hier een week lang zijn billen mee afvegen.’ Hij rekent er een sigaar voor. ‘Een Havana.’ Met een knipoog: ‘Een mens moet ook léven.’
Noud Nijssen


Foto Rogelio de la Sierra

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Monsterklus lonkt voor Boskalis: tweede Panamakanaal

Het Panamakanaal

MATAQUINTOS – Boskalis maakt kans op een monsterklus in Managuay. De militaire junta van dat land wil een waterweg aanleggen die moet concurreren met het Panamakanaal.

Boskalis zou de voorkeur hebben van het regime. Dat is goed nieuws voor de Nederlandse baggeraar, die begin deze maand nog in het nieuws kwam omdat een dochteronderneming steekpenningen zou hebben geboden aan ambtenaren uit Uruguay, een buurland van Managuay. Peter Berdowski, de voorzitter van de raad van bestuur, is dan ook uitgelaten: ‘We zitten in Zuid-Amerika natuurlijk midden in een omkopingsaffaire. Maar dat die zo snel zijn vruchten zou afwerpen, is ook voor ons een verrassing.’

Berdowski noemt Boskalis ‘goed ingevoerd’ in de kwestie van een transatlantisch kanaal. ‘We zijn vaker bij landen in de regio geweest die een eigen variant van het Panamakanaal willen. Nicaragua is er nu ook weer mee bezig.’ Van al die landen lijkt Managuay echter de slechtste kaarten in handen te hebben. Het ligt aan beiden zijden duizenden kilometers van de kust verwijderd, zodat een kanaal door Managuay per definitie een kanaal betekent door de buurlanden Brazilië, Paraguay, Bolivia en Peru. Dat zijn bovendien staten waarmee de militaire junta officieel op voet van oorlog verkeert. Berdowski ziet echter ook daar kansen voor Boskalis. ‘Iedereen denkt dat wij alleen maar polders en rivieren uitbaggeren. Maar heeft u onze loopgraven al eens gezien?’

Economie: De goudmijnen van El Terror

Mijnwerker in een mijnschacht, El Terror

Omdat de goudmijnen van El Terror al decennia geen kruimel edelmetaal hebben opgeleverd, worden de arbeiders er vaak versleten voor idioten. Dat dit niet ver van de waarheid is, is een feit: de mijnwerker op deze foto zocht, op het moment van knippen, al ruim twintig minuten naar de uitgang.

Foto Conrado Blanco

Toerisme: Het Blauwe Meer

Een vis op de oever van het Blauwe Meer

Het Blauwe Meer ligt midden in het grootste natuurreservaat van Managuay. Volgens de autoriteiten heeft het Managuayaanse centrum van de petrochemische industrie, dat er pal naast ligt, geen enkele negatieve invloed op het ecosysteem en worden alle lozingen – zowel van giftige stoffen als van de urine van de circa 16.000 arbeiders – strikt gereguleerd.

Dat is echter niet het geval.


Foto Conrado Blanco

Werkgevers: ‘Werklozen gratis aan het werk’

De Managuayaanse economie

MATAQUINTOS – De voorzitter van de Managuayaanse werkgeversvereniging roept werklozen op om voor niets aan het werk te gaan. Hij noemt het ‘een voor twaalf voor de economie.’

De voorzitter, kolonel b.d. Bernardo Kensington, deed zijn uitspraken zondag op de politieke zender Corrupción 24. ‘De politiek moet bezuinigen, maar niet op de verkeerde manier door bijvoorbeeld bedrijven te belasten,’ stelde hij. Kensington wil dat werklozen gedwongen worden om gratis te werken. ‘Zo krijgen de arbeiders zelfrespect, en wij meer winst. Win-win,’ motiveerde hij zijn voorstel. ‘We moeten allemaal de broekriem aanhalen.’ Als tegenprestatie zal Kensington werkgevers aansporen om nog maar eens per maand te gaan golfen op overheidskosten. ‘En geloof me: dat hakt erin.’

Kensington vreest voor de kredietstatus van de Zuid-Amerikaanse bananenrepubliek als er niet ‘draconisch’ wordt hervormd. ‘We hebben een stabiele dictatuur, maar toch kan er onrust ontstaan op de financiële markten.’ Managuay kreeg in oktober vorig jaar van beoordelaar Moody’s de status ‘zeer meelijwekkend’. Dat was een onverwachte promotie: voorheen moest Managuay het doen met ‘uitermate deplorabel’.

Andere voorstellen van Kensington zijn een bevriezing van de salarissen, versoepeling van het ontslagrecht en meer betrokkenheid van militaire martelexperts bij arbeiders die te laat op het werk verschijnen, of daaraan denken.

Foto Lota del Horno

De wonderen van Baradoño

Het dorpje Baradoño in Noord-Managuay heeft een bijzondere plek in de Managuayaanse cultuurgeschiedenis. De dorpelingen beheersten een unieke methode om van maïsbladeren textiel te maken. Ook wisten zij de schoonste klanken te ontlokken aan uit palmhout vervaardigde muziekinstrumenten die nergens ter wereld voorkwamen. Van heinde en verre trokken nieuwsgierigen naar Baradoño om die wonderen met eigen ogen te zien – de roem van het dorp leek voor altijd te duren.

Tot 2003, toen waterkrachtcentrale Nacional in gebruik werd genomen en Baradoño werd verzwolgen door een stuwmeer. Op de foto zijn de bovenste verdiepingen te zien van de twee hoogstgelegen huizen van het dorp.

Economie: De nieuwe wijnboeren

De wereldwijd stijgende vraag naar wijn uit zogenoemde ‘nieuwe wijnlanden’ is ook aan Managuay niet voorbij gegaan. Sinds het begin van de 21ste eeuw is in het land een nieuwe wijnboer in opkomst die de oude, traditionele wijnbouwer inmiddels heeft overvleugeld – zowel op het gebied van kwaliteit en innovatie als op dat van concurrentiekracht. Op de foto haalt een nieuwe wijnboer de druivenoogst van zo’n oude wijnboer door de shredder.

Couleur locale: De markt van Bembibamba

Managuay mag dan na Haïti het armste land van het westelijk halfrond zijn, de spilzucht van zijn inwoners is ongekend. Zo ging de bestuurder van deze tractor aanvankelijk alleen naar de markt van Bembibamba voor ‘een papaja en misschien nog een bosje koriander.’

Moet Europa overstappen op de peso?

In Mataquintos worden de speciale prullenbakken voor muntgeld vijfmaal daags aangeharkt door de terreinopzichter.

MATAQUINTOS – Moet Europa overstappen op de Managuayaanse peso? Met die vraag dook ik de straten van Mataquintos in. Het gemiddelde antwoord: nee, natuurlijk niet.

Door Jens Mikkelsen

Nu de wisselkoers van de Managuayaanse peso recordhoogten bereikt – 1 peso is 0,000095 euro waard – kun je je natuurlijk voorstellen dat de valuta een betere belegging is dan de geplaagde euro. ‘Dat kun je,’ zegt Manolo Vondorff in de Folterstraat, ‘maar dan ben je wel een randdebiel.’ De truckchauffeur is onderweg naar de dokter omdat hij door rugklachten arbeidsongeschikt is. Niet vanwege het vele zitten in de cabine, maar omdat bij het ontvangen van zijn laatste loonzakje, à 6 kilo aan kleingeld, twee van zijn wervels het begaven.

Een meisje op het Martelplein giechelt als haar naar de Managuayaanse peso wordt gevraagd. ‘Als ik een nieuw vriendje heb van wie ik geen kind wil, dan vul ik gewoon mijn je-weet-wel met kleingeld,’ zegt Maya. Want het metaal van de peso heeft zaaddodende eigenschappen? ‘Nee, dan kan hij gewoon niet naar binnen.’ Haar vader, die ernaast staat, zou het liefst de euro invoeren. ‘Die peso is zo weinig waard: zelfs de armen vegen er hun reet mee af.’

Letterlijk: wie een minuut lang hamert op het zachte muntje, houdt een grote plaat over met papierachtige kwaliteiten waar een heel gezin een week lang zijn billen mee kan afvegen.

Tot zover een reportage uit de Pressiemiddelenbuurt.