Schuilkelder Assad buiten Syrië is klaar

Luxe in de schuilkelder: een ondergrondse skatebaan

SAN LUÍS – Als president Assad van Syrië moet vluchten voor een buitenlandse inval, gaat hij naar een schuilkelder in Managuay. Het toevluchtsoord is ingericht door de gerenommeerde binnenhuisarchitecte Maritza Claure.

Claure kreeg van generaal Jamón, staatshoofd van Managuay en een golfpartner van Assad, de opdracht om een schuilkelder vorm te geven in een ondergrondse parkeergarage in de stad San Luís. ‘Het moest sober zijn, maar wel passen bij een 21ste-eeuwse potentaat,’ vertelt Claure. ‘Ik heb heel even één ruimte overwogen, maar dat bleek toch onpraktisch.’ De schuilkelder telt nu onder meer een golfslagbad, vijf bioscoopzalen en een ondergronds helikopterplatform. Claure: ‘Hoe het met opstijgen en landen moet, zoeken de hoge heren maar uit.’

De financiering van de schuilkelder van Bashar al-Assad ligt in handen van Krachtige Leiders United (KLU), de belangenvereniging van dictators. Gezien de internationale spanningen rondom Syrië kreeg Claure van de KLU carte blanche. De enige concrete eis kwam van de Zimbabwaanse president Robert Mugabe: die hamerde erop dat het complex over supersnel internet moest beschikken, ‘want dan kunnen we Xboxen.’

‘Elio Di Rupo hoeft geen Nederlands te leren’

Elio Di Rupo, beoogd premier van België

MATAQUINTOS – De beoogd premier van België, Elio Di Rupo, hoeft geen Nederlands te leren. Dat zegt generaal Jamón vandaag in dagblad El Pueblo.

Het staatshoofd van Managuay reageert daarmee op de belofte van Di Rupo om zijn Nederlands te verbeteren. Volgens Jamón moet Di Rupo gewoon Frans spreken. Immers: ‘Wie zal hem niet verstaan als hij Frans spreekt? Een kleine minderheid van boeren.’ In België wonen circa zes miljoen Nederlands sprekende Vlamingen, tegenover vier miljoen Franstaligen.

Ondanks deze belediging zegt Jamón de Vlamingen te ‘respecteren’. ‘Je leven lang kokhalzen en dat een taal noemen, getuigt van een koppigheid die we in onze militaire dictatuur op waarde schatten.’ Hij kan het weten, zegt de generaal, ‘want ik heb ooit nog een tijdje Nederlands gestudeerd.’ Deze laatste opmerking dient echter met een korreltje zout genomen te worden: als alle pretenties van generaal Jamón waar zijn, is hij theoretisch natuurkundige, ontdekker van een remedie tegen prostaatkanker en wereldkampioen Shetland-ponyrijden ineen.

In het kranteninterview vergelijkt Jamón de Belgische taalsituatie met die in Managuay, waar een minderheid van Manca-indianen woont. De generaal zegt ‘eerbied’ voor hen te hebben, al voegt hij daaraan toe: ‘Hun taal klinkt als een lama met diarree. Het is goed dat ze niet meer met zoveel zijn.’ Volgens de wet mag een leraar in Managuay een kind dat in de klas Manca spreekt, uit het raam gooien, ‘ongeacht de verdieping.’

Maohattan: de City in de jungle

Bankencentrum Maohattan, bijna af (2008)

Hoewel zij zich schuilhouden in de jungle, gaat het de maoïstische rebellen van Managuay bepaald niet slecht. Hun flexibele omgang met Lenin en Marx leidde in 2007 en 2008 zelfs tot een heuse vastgoedboom: maoïstische projectontwikkelaars verdienden miljarden peso’s met de bouw van multiplex-cinema’s, Kentucky Fried Chickens en een ultramodern bankendistrict, Maohattan genaamd (foto).

De rebellen vergaten echter één ding: al die torenflats verrieden hun schuilplaats. Het Managuayaanse regeringsleger stormde eropaf en binnen twee maanden woonden de rebellen weer in uitgegraven gaten in de grond.

Foto Conrado Blanco

Vliegveld Mataquintos: misschien linksaf

Nu de luchthaven van Moskou door een terreuraanslag is getroffen, halen de generaals in Managuay opgelucht adem. Het enige vliegveld van Mataquintos is alleen voor militair gebruik en dus is de route ernaartoe streng geheim. Maar goed, die ene kolonel die nuchter genoeg is om te rijden, maar te aangeschoten om in één keer de weg te vinden, moet zijn Toepolev wel kunnen halen natuurlijk.

Lamabord (1)

De oorspronkelijke Spaanse versie van El juego de la oca

Het aloude spel ganzenbord is ook in de Andeslanden bekend. Alleen zijn daar de pionnen geen ganzen, maar lama’s. Deze wijziging voerde Umberto ‘Guapi’ Bantaro (regeerperiode: 1839-1841) in, een van de eerste dictators van Managuay na de onafhankelijkheid van Spanje. Voor Bantaro waren ganzen symbolen van ‘Europese homoseksualiteit’, en hij zocht naar een krachtiger, inheems wezen. ‘Zijn wij niet allen lama’s?’ vroeg hij zich af.

Overigens is deze wijziging in het ganzenbord de belangrijkste erfenis van Bantaro, samen met het vergroten van de standaardmaat voor tequilaflessen naar een hele liter en de verplichting voor prostituees om hun onderkantje na elke drie klanten te wassen met lamamelk.

Voor iedereen die de figuurzaagversie van Lamabord/ El juego de la llama heeft besteld, maar door de slechte drukkwaliteit de teksten niet kan lezen, publiceren wij ze hier.

6 – De brug
Langs de kant van de weg staat een panfluitgroep te spelen. Je rent ervandoor. Ga naar 12.

Pauselijk conclaaf kampt met dranktekort

De Sixtijnse Kapel in Rome
wordt in gereedheid gebracht
voor het conclaaf

ROME – Het conclaaf dat vanaf vanmiddag een nieuwe paus moet kiezen, kampt nu al met een tekort aan drank. Sterke drank, om precies te zijn.

Dat zegt kardinaal Angelino Armando Caramel, hoofd van de rooms-katholieke kerk in Managuay. Caramel heeft zondag gebeld met de catering van de Sixtijnse Kapel in Rome en ‘mist nogal wat in de keuken’ om alle 115 kardinalen bij de les te houden. ‘Zeven dozen rum, twee dozen mezcal, een pallet tequila, een kratje pisco, een kratje chicha, absint, een thuistap jenever en een paar kruiken gefermenteerde lamamelk,’ somt Caramel op. ‘En dat is alleen nog maar mijn eigen lijst. De anderen zullen ook wel wat lusten.’

Het is overigens nog maar de vraag of Caramel last krijgt van het dranktekort, want tot dusver heeft hij geen uitnodiging ontvangen uit Rome. Het is een publiek geheim dat het Vaticaan graag afstand houdt tot Managuay vanwege het disputabele gedrag van de lokale kerkleiders. Kardinaal Caramel houdt echter goede hoop. ‘Ik ben een trouwe volger van de kerk in Rome. Als ik dinsdagmiddag terug ben uit het casino, kijk ik direct weer of ik post heb.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Peper

Een Fuego Infierno Volcánico

‘Gringo, no toca!’ De marktkoopman kijkt me verschrikt aan. Snel trek ik mijn hand terug, die zojuist nog boven een kist vol glanzend rode vruchten hing. ‘Ik moet Spaanse pepers hebben,’ zeg ik, ter verduidelijking. ‘Spaanse pepers!’ roept de man uit. Hikkend van de lach slaat hij een collega op de schouder. Deze, een wat knorriger type, bitst: ‘Dit is geen gewone peper, mamapinga. Dit is de Fuego Infierno Volcánico. Laat hem één nacht op je keel liggen en je wordt wakker zonder strottenhoofd.’

Elk volk krijgt de groenten die het verdient, en op de Pepermarkt kun je zien wat dat voor Managuay betekent. De markt beslaat eenmaal per maand een hoek van de beroemde Mercado Popular in Mataquintos en biedt een kleurrijke verzameling van het pittige broertje van de paprika: rode, oranje, gele, groene, paarse en bruine chilipepers. En de Fuego Infierno Volcánico dus.

Dat blijkt niet zomaar een hapje, zo leert nadere studie. Sterker nog: de Fuego Infierno Volcánico is de heetste chilipeper ter wereld. Op de Scoville-schaal, die de mate van pittigheid aangeeft, haalt hij maar liefst 7.200.000 punten. Ter vergelijking: een straal pepperspray van een Managuayaanse diender in je oog haalt amper 2.000.000, een broodje lamaburger komt op circa 10.000 (al merk je de jalapeño daarin pas op het toilet). Met de Fuego Infierno Volcánico brengen artsen hier buitenlandse patiënten onder narcose door ze eraan te laten ruiken. Hem vastpakken alleen kost je een nacht op de intensive care, plus het aannaaien van de losgetrokken vellen huid (nóóit wapperen).

Voor Managuayanen echter is de ‘Fuego’ een hartige snack. ‘Ik ben gek op pittig eten,’ zegt Jacky (17). Leunend op een kinderwagen laat ze een zakje vullen met de hete pepers. Ik kijk naar haar gewelfde buik. Is dat niet gevaarlijk, voor zwangere vrouwen? Een schaterlach. ‘Het is niet voor mij!’ Ze wijst naar de baby in de kinderwagen, dan tikt ze op haar tanden. ‘De kleine houdt ons wakker, met zijn geknars. Vannacht leg ik voor straf een peper in zijn mondje. Morgen doet hij het niet meer.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

‘Poliep zangeres volgende week te koop’

Esmeralda Carón, hier nog met poliep

LA VOZ – Protestzangeres Esmeralda Carón heeft een poliep op een van haar stembanden. Dat ontdekte haar lijkschouwer gisteravond.

Carón, die het laatste half jaar zeer populair is geworden vanwege haar kritische liederen tegen de militaire junta, won zaterdag nog de Illegale Popprijs 2010. Kort daarna gleed zij uit over een taco, aldus een officieel overheidsrapport. Volgens getuigen echter overreed een legertank haar op het moment dat zij van het podium stapte.

Caróns nieuwe manager, een sergeant-majoor die na de mysterieuze verdwijning van de oude inderhaast is benoemd, noemt het ‘niet verantwoord’ om de zangeres te begraven met de aandoening nog op haar stembanden.

De poliep van Esmeralda Carón is vanaf volgende week te koop via de website van het ministerie van Volksgezondheid, afdeling Orgaanhandel.

Dictator schrijft kinderboek: een bestseller

Een moeras

MATAQUINTOS – Generaal Jamón, de militair dictator van Managuay, brengt vandaag een kinderboek uit. Oplage: zes miljoen exemplaren – best bijzonder voor een analfabeet land van amper vier miljoen inwoners.

Het boek draagt de titel De lama en het krokodillenkind. Het draait om de machtige lamakoning Antonio, die verliefd wordt op het krokodillenmeisje Conchita. Conchita, die kampt met een gewelddadige vader, een alcoholistische moeder en drie inwonende neven die haar seksueel misbruiken, smeekt Antonio haar mee te nemen naar zijn paleis.
De lama twijfelt, maar stemt uiteindelijk in. Hij wurgt Conchita’s neven en laat de rest van haar familie omkomen in de vlammenzee waarin hij het krokodillendorp heeft veranderd. Tenslotte laat hij Conchita – na een korte, maar heftige relatie – alleen achter in een moeras.
De uitgever geeft toe dat het boek, ook gezien het feit dat het 713 pagina’s telt, een ‘pittig werkje’ is.

Desalniettemin geldt De lama en het krokodillenkind nu al als bestseller: politieke en maatschappelijke organisaties zijn verplicht tientallen exemplaren af te nemen. Gewone Managuayanen moeten er – ondanks een analfabetismegraad van 80% – drie kopen. Toch is de animo groot: grofvuilophalers melden een explosieve toename van afgezaagde tafelpoten, wat betekent dat in elke huiskamer in Managuay plaats wordt gemaakt voor een stapeltje boeken.

Pong: Legacy

Een computerspelletje als basis voor een actiefilm: het is vaker gedaan. Geeft Pong: Legacy het genre een eigen draai? Absoluut niet.

Regisseur Andrés Iñigo nam Pong als uitgangspunt. Het klassieke tennisspel uit 1972 is nog steeds razend populair in Managuay, al wordt gevreesd of het compatibel is met de Commodore 128, die binnenkort uitkomt. Iñigo verzon een verhaal waarin een fanatieke Pong-speler uit de krottenwijken van San Luís plots in zijn Atari wordt gezogen en in een duistere wereld belandt waarin twee boze, witte rechthoeken hem heen en weer kaatsen over een stippellijn. Aardig uitgangspunt, maar na de wervelende intro was het geld kennelijk op en vervolgens zit je als toeschouwer twee uur lang naar een oersaai potje Pong te kijken. Regisseur Iñigo is echter een achterneef van generaal Jamón, dus: in 3858 zalen. Jammer.