Kindertekening van Sint-Cerberus |
Avond. De kachel zoemt, buiten bromt een lama. De zeven kinderen van Paco en Panchita slaken een gaap – en op dat moment knalt de deur open. ‘Vrolijk Sint-Cerberus!’ Een prikkende nevel vult de ruimte. Drie zwartgeverfde mannen stormen naar binnen en bekogelen met ontelbare harde brokken de kleintjes, die huilend en gillend het erf op stuiven. Dan sjokt een man met een rode mijter, rode poncho en een stok de kamer binnen. Oom Diego – want die is het – ploft neer in een fauteuil. ‘Zo. Nu eerst een tequila.’
De Managuayaanse Sinterklaas heet Sint-Cerberus en is een kindervriend op wie niet alle kleintjes zich verheugen. Met San Cerbero verkleden vaders en ooms zich als een christelijke heilige – of als diens hulpje Pedro el Negro – om hun kroost te verrassen. Aangezien het feest echter wordt gezien als een excuus om het collectief op een zuipen te zetten en de verrassing bestaat uit een wolk pepperspray en een spervuur van keiharde snoepjes (de cagarrutas), houdt menige Managuayaanse kleuter er een trauma aan over.
Vorig jaar werd in Mataquintos zelfs een opvanghuis geopend voor slachtoffertjes van de goedheiligman. De opening werd ontsierd door een menigte aangeschoten Sint-Cerberussen voor de ingang, die tientallen in brand gestoken kinderknuffels naar binnen probeerden te gooien en de Managuayaanse versie brulden van ‘Ach vaderlief, toe drink niet meer’.
Als alle kinderen weer rustig in bed liggen, schenken Paco en Panchita een borrel in. Ze bedanken oom Diego. Wat is eigenlijk de lol van het feest? Paco: ‘Degene die Sint-Cerberus speelt, heeft een goede tijd.’ Panchita lacht: ‘Maar die is dan ook dronken.’ Dus iedereen is opgelucht als Sint-Cerberus eind december weer vertrekt? ‘Jazeker,’ roept oom Diego vanuit zijn fauteuil. ‘Dan kunnen we die mormels tenminste weer zónder poespas de stuipen op het lijf jagen!’
Noud Nijssen
Foto Persbureau Managuay
Deze culturele reportage was eerder in afwijkende vorm te lezen in de Volkskrant.