Prins Carnaval of Peloton Carnaval?

Prins Gustavo II, op carnavalsmaandag 2012

ROIPOIPÚ – Krijgt carnavalsstad Roipoipú dit jaar een Prins Carnaval als leider of een heel militair peloton? De militaire junta van Managuay overweegt het laatste.

Roipoipú kreeg in 2011 en 2012 al een kolonel opgedrongen, die als Prins Gustavo I en II melding moest maken van eventuele ‘staatsvijandige acties’ tijdens het volksfeest. De minister van Linkse hobby’s, waaronder cultuur valt, opperde gisteren echter dat Roipoipú ‘meer baat zou hebben bij een Peloton Carnaval.’ De minister, wachtmeester 1ste klasse Virginia Ugarte Ramírez, motiveerde als volgt: ‘Kan één prins een feestvierder aan die serpentines gooit? Ja. Maar hoe moet hij twéé mannen neerschieten die hem belagen met slingers?’ Carnaval wordt in de hoofdstad niet altijd goed begrepen.

De inwoners van Roipoipú zijn furieus over het voorstel. ‘Ze zien niet in wat zo’n plan voor ons betekent,’ klaagt een bestuurder van carnavalsvereniging Locos. ‘Om op zo’n korte termijn de prinsenwagen om te bouwen tot iets waarop twintig tot vijftig zwaarbewapende militairen kunnen, dat is gekkenwerk.’ Ook gewone carnavalsvierders zien het idee niet zitten. ‘Één zo’n Gustavo was al levensgevaarlijk. Vorig jaar lieten we hem een confettikanon zien, maar hij schrok er zo van dat hij voor straf een hele wijk platbrandde.’

Ondertussen is de satire al met het plan aan de haal gegaan. De nieuwste carnavalshit van Roipoipú heet ’33 dagen’, een verwijzing naar het gemiddelde aantal etmalen dat een gepensioneerde soldaat géén misdaden tegen de menselijkheid heeft begaan.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Lama’s

Een lama

Het Sint-Gribusplein in Mataquintos, zomaar een plein in Latijns-Amerika. Oude mannetjes dammen, dames kopen papaja’s, ergens wordt een bedelaar in elkaar gerost. Eén ding is echter typisch Managuayaans: het prieeltje met het lamabeeld. Student Vicente (22) staat erbij. Waarom? Hij toont ons zijn gouden hanger: een mannenlijf met een lamakop, omringd door zonnestralen. ‘Pacha Mama Lama. Ze beschermt ons.’

Het is moeilijk om het belang van de lama in de Managuayaanse cultuur te overschatten. Volgens de Manca-indianen schiep een lama zelfs de wereld: Pacha Mama Lama was boos op de eeuwige duisternis en schoot, aan het begin der tijden, een fluim weg waaruit de aarde ontstond. Het was zuur en stinkend speeksel, bestaand uit halfverteerd voedsel uit de maag. Volgens andere bronnen was ze dan ook gewoon verkouden. Hoe dan ook, niet voor niets siert een lama de Managuayaanse vlag.

Het beest vervult echter ook een praktische rol. Van de Andes met zijn lastdieren tot aan de schimmige wereld van de lamabordelen en filmproducties als Lama Fellatio II – overal wordt het dier gekoesterd. De elitetroepen van de Managuayaanse cavalerie zitten zelfs op lama’s. De beroemdste van hen schopte het zowaar tot het biljet van 200.000 peso: Lope la Llama bleek tijdens de Oorlog van de Vijf Papaja’s (1850-1852) zoveel slimmer dan de officier op zijn rug, dat hij tot generaal werd benoemd. Sindsdien erft elke lama de rang van zijn berijder, wat de resultaten van het Managuayaanse leger overigens behoorlijk heeft opgekrikt.

Op een hoek van het Sint-Gribusplein speelt een groepje scholieren Lamabord, een variant van Ganzenbord. Het gerol van hun dobbelsteen is bijna niet te horen, maar hun opgewonden kreten des te meer. ‘Nu ik, nu ik! (…) Vakje 54. “Je richt een politieke partij op. Ga naar de gevangenis.” Ah, coño!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: De ‘Nueva Ola’

Kapitein Alzafarra, net na het vernemen van de verstikkende maatregel

‘Pero… ¡¿por qué?!’ Ingehouden adem bij een cruciale scène in de film Océanos ilimitados (Onbegrensde oceanen, 1994). Kapitein Alzafarra, gezaghebber op een cruiseschip, krijgt te horen dat het gekneveld overboord gooien van lastige passagiers voortaan beperkt wordt tot tien personen per keer – de film geldt als een aanklacht tegen de betuttelende bureaucratie. En zo voelt hij ook – tenminste, als je even vergeet dat de acteur die Alzafarra speelt een broodje reuzel eet.

De Nueva Ola – of ‘Nieuwe Golf’ – in de Managuayaanse cinema liet zich kenmerken door een extensief gebruik van amateurs. Begin jaren negentig kregen filmmakers genoeg van de arrogantie die veel acteurs en actrices in die dagen kenmerkte. De druppel vormde een declaratie van diva Jeanette Crespo Mendoza in 1991: 87.000 dollar voor drie dagen in het Bellagio Hotel in Las Vegas, inclusief champagnebaden, casinofiches en een masseur voor haar chihuahua. En dat voor een cameo van dertig seconden met als enige tekst: ‘Deze tortilla’s maken me dorstig.’

Manolo Pipón, de regisseur van Océanos ilimitados, was de eerste om te breken met het acteursgilde: zijn vrienden en bekenden improviseerden vrijuit op een cruiseschip. Niet veel later liet César Núñez zeven achterneven naakt over de pampa’s rennen met als enige regieaanwijzing: ‘hoopvol kijken’. De cast van Piñata 5 (Cesaria van Buren, 1996) doolde maanden door een mangrovebos, op zoek naar eetbaar fruit – het werd een kaskraker. Overigens zetten de cineasten zelfs voor promotie en marketing amateurs in, wat ertoe leidde dat vrijwel geen enkele Nueva Ola-film uiteindelijk de bioscoop haalde.

Op het cruiseschip van Alzafarra stijgt de spanning intussen tot het kookpunt. Sidderend van woede laat de kapitein de scène eindigen met de onvergetelijke woorden: ‘Maar dit schip is mijn leven! Het heet niet voor niets… godver, wat is de naam van dit kloteschip ook weer?’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Persbureau Managuay

Beroemde Zinloze Woorden: Stoker Fifi

Stoker Fifi

In onze reeks Beroemde Zinloze Woorden (BZW) hoort zeker stoker Fifi thuis, een van de kleurrijkste personages uit de film Océanos ilimitados (Manuel Pipón, 1994).
Daarin onthaalt Fifi een rijksambtenaar die net het scheepsrestaurant is binnengestapt op een onverwachte, jubelende toespraak:

Stoker Fifi:
‘Ziedaar, de tijd is gekomen! Eindelijk krijgen wij antwoord op onze talloze smeekschriften! Eindelijk, de goedkeuring om te blijven varen, de toestemming om onze onderneming voort te zetten, de broodnodige vergunningen om zeldzame dieren te vissen en aan onze passagiers voor te schotelen, om zonder schrijnend schuldgevoel onze behoeftes in internationale wateren te doen, zonder boetes te hoeven vrezen! Ons voortbestaan is gered! Onze boot is veilig! Driewerf hoezee voor de hoofdstedeling! Heil aan de Staat!’

De nieuweling bleek echter niet geen ambtenaar: hij wandelde naar de bar, bestelde een rum en vroeg de kastelein of diens ‘collega’s hun bek konden houden.’

Fyra rijdt, ondanks het extreme weer

De Fyra vervoert ook meubels

MATAQUINTOS – De nieuwe expresdienst Fyra functioneert buitengewoon goed, gezien de extreme temperaturen in Managuay.

De Fyra is een internationale paard-en-wagen-lijndienst die de Managuayaanse hoofdstad Mataquintos verbindt met Santa Cruz in Bolivia. De expresdienst ging begin december 2012 van start en is mateloos populair, met name vanwege de betrouwbaarheid van de verbinding. Slechts éénmaal was er vertraging, vanwege een verkoudheid van koetsier José.

Ondanks de koude zomer van het moment – met temperaturen onder de 35 graden, ruim 5 graden minder dan normaal – loopt ook nu alles op rolletjes.

Foto Persbureau Managuay

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Seksuele voorlichting

Brugklassers in Managuay onderweg naar een schoolfeest

Alejandro Recorre (29) haalt zijn dochters op van privéles. ‘Seksuele voorlichting,’ zegt hij besmuikt. ‘Ik wil niet dat iemand ze ziet.’ Terwijl de meiden plaatsnemen op de achterbank, start hij de auto. Hebben ze gevraagd waar de baby’tjes vandaan komen? ‘Nee,’ lacht Luz (9). ‘Wel of het oké is als je vriend je swaffelt in het openbaar.’ Elizabeth (10): ‘En welk cadeautje mag je eisen als hij zijn vrienden meeneemt?’

In Managuay zijn de zeden losser dan bij ons. Tegelijkertijd is Alejandro een vooruitstrevend vader, want in het van katholicisme doordrenkte land is seksuele voorlichting taboe. Dat leidt tot paradoxale situaties: een meisje dat vraagt wat vrijen is, wacht een dodelijke stilte, maar heeft ze op haar zeventiende nog geen kind gebaard, dan geldt ze opeens als een stijve trut.

Ook de liberale Alejandro herkent dit soort tegenstrijdigheden. Zelf zou hij bijvoorbeeld nooit toestaan dat zijn dochters in het ouderlijk huis de liefde bedrijven. ‘Niet dat ik hun seksualiteit negeer,’ legt hij uit vanachter het stuur, ‘maar waarschijnlijk lig ik dan zelf al in bed met iemand. Hun lerares of zo.’

De kinderen moeten er zelf maar achterkomen. En dat gebeurt – al doet menig broodje aap de ronde. Nee, niet elke Managuayaanse brugklasser surft thuis internet af op zoek naar een sexdate. Dat doen ze in de bibliotheek, want hier heeft bijna niemand een computer. En zelfs dan gelden er regels: zo mag het scharreltje absoluut niet jonger zijn dan elf jaar.

Vanaf de achterbank klinkt een kreet. ‘Papa, stop!’ roept Luz. ‘Ik wil tepelklemmen kopen, voor als ik Manuel weer zie.’ Zuchtend brengt Alejandro de auto tot stilstand. Terwijl de meiden naar de sexshop rennen, steekt hij een sigaret op. ‘De jeugd van tegenwoordig,’ zegt hij hoofdschuddend. ‘In mijn tijd deden we het gewoon met een nijptang.’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

‘Kuikentje Piep zet aan tot homoseksualiteit’


MATAQUINTOS – De militaire junta van Managuay doet een razend populair kinderliedje in de ban. ‘El Pollito Pío’ zet kinderen aan tot homoseksueel gedrag, is de angst.

Het gaat om de Spaanstalige versie van ‘Pulcino Pio’, een internationaal YouTube-succes dat afgelopen zomer een hit was in Italië. De Nederlandse variant heet ‘Kuikentje Piep’ en is al bijna drie miljoen keer bekeken. De videoclip toont dieren die ‘homoseksuele bewegingen’ maken en is daarom niet geschikt voor kinderogen, meent generaal José Matatetas Zarzuela, de Managuayaanse minister van Familiezaken en Heropvoeding. Zarzuela: ‘Kuikentje Piep zelf valt nog wel mee, maar als je Kalkoen Kloekkloekkloek ziet… walgelijk. Je snapt niet dat die pederasten daarvan houden.’

Zarzuela acht één element in de videoclip echter toelaatbaar: het einde. ‘De tractor is het enige mannelijke element in dat hele filmpje. Een waarlijk happy end. Kijkt u zelf maar, op 2 minuut 28.’

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Cor Favor

Cor Favor op de veranda van Bar CORazón

‘Even een showtje doen,’ zegt Cor Favor. Hij klimt in de palmboom naast zijn veranda en zingt uit volle borst: ‘Een pikketanussie gaat er altijd in/ Een pikketanussie maakt je blij van zin!’ In de verte, langs het strand, steekt een Nederlandse toerist zijn duim op.

Cor van de Besselaar wordt op 1 april 1959 geboren in de Amsterdamse Jordaan. Op achtjarige leeftijd zingt hij al smartlappen in Ouwe Sien, de stamkroeg van zijn vader. Na een aantal vruchteloze pogingen om door te breken als volkszanger ontmoet hij in 2002 op de Wallen de 21 jaar jongere Bonita. Ze emigreren naar haar geboorteland Managuay, waar Cor uitgroeit tot een ster. Als Cor Favor scoort hij een monsterhit met ‘La zorrita del rincón’ (‘Het kleine hoertje op de hoek’, 2007), al snel gevolgd door ‘Mama tiene que llorar otra vez’ (‘Mama moet weer huilen’, 2008). Ook vertaalt hij Nederlandse schlagers naar het Spaans, zoals Johnny Jordaans ‘Pruimenpap’ (‘Puré de prunas’, 2012).

Tegenwoordig runt de zanger Bar CORazón, aan de oever van het Lago de Agua. Hij is inmiddels gescheiden van Bonita en woont nu samen met de achttienjarige Felicia, met wie hij vier kinderen heeft. Daarnaast heeft hij nog negen kinderen uit twee eerdere huwelijken, drie lat-relaties en uit één keer ‘poereloeren na een pilsje.’

Het streelt Cor dat zijn succes nu ook tot Nederland doordringt. Een optreden op Noorderslag lonkt, de cameraploeg van Ali B op volle toeren is net vertrokken. Cor: ‘Ik weet niet of ze die opnamen gaan gebruiken, hoor. De rapper die zou komen, Vieze Kneus heette die, haakte af toen hij hoorde dat hij met de boot naar Managuay moest. Ach ja, ken mij het schelen.’ Hij heft hij zijn glaasje jenever. ‘Un aguardiente, un aguardiente, un aguardiente hay que aceptar!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.

Foto Guillermo del Barrio

MUZIEKRECENSIES: Cor Favor, Los Managuayos, Cuarteto Chico Malsueño

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco

Uit het toonaangevende Managuayaanse muziekblad Oreja: recensies van nieuwe platen!

Cor Favor – Un aguardiente *
Je zou denken dat Cor Favor enige schaamte bezit, maar niets is minder waar. De zanger met de lolligste artiestennaam sinds Tony Tortilla durft het aan om wéér een plaat af te scheiden, en gezien het succes van de vorige gaat ze hem nog platina opleveren ook. Het niveau van de Nederlandse pimpelaar kent u inmiddels, maar toch willen we even kwijt dat het titelnummer ‘Un aguardiente’ – een vertaling van een Nederlandse hit van erg lang geleden – ooit ‘Pikketanussie’ heette, en een snelle blik in het woordenboek leert dat pik ‘penis’ betekent en anussie ‘kleine reet’. Tot zover.

Los Managuayos – Flauta de Pan XIX ***
Hoera, een nieuwe plaat van de panfluitprinsen van Los Managuayos! De bamboebobo’s hebben schijt aan conventies, en daarom klinkt deze editie van Flauta de Pan weer precies zoals de vorige negentien. Never change a winning team, want er zijn maar weinig muzikanten die je zowel in de jungle als op de pampa’s het gevoel kunnen geven alsof je in een lift staat.

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco *****
Het is niet makkelijk voor een traditioneel jazzkwartet met een groene basilisk om zich te onderscheiden binnen de Zuid-Amerikaanse jazztraditie. Ritmes, harmonieën en structuren verdrinken makkelijk in een clichébad. Zoniet bij Chico Malsueño. Zijn opgewekte grooves, de episch opgebouwde postrock-crescendo’s en de onwijs te wauwe lyrics sleuren je mee in een bedwelmende trip waaruit je wakker wordt met slechts één doel: ook zo’n basilisk kopen, en wel nu.

ONDERTUSSEN IN MANAGUAY: Eindejaar

Vreugdevuur in San Cristóbal, 31 december 2012

Ramira (17) rookt doodgemoedereerd een shaggie op het plein van San Cristóbal, een stadje in de Managuayaanse Andes. Vriendin María (18) veegt met anderen de restanten van het nieuwjaarsvuur bijeen. Elke keer als deze haar een nagloeiende stoelpoot of speelgoedbazooka toeslingert, duikt Ramira opzij. ‘Gevaarlijk? Welnee,’ lacht ze. ‘Iedereen heeft hier derdegraads brandwonden in januari.’

Jaarwisselingen in Managuay zijn berucht. Het patroon is dit: met Oud en Nieuw vallen honderden doden en gewonden, de politie blijft op haar post en in de ochtend verklaart de Staatsgezondheidsdienst dat alles rustig is verlopen. Zo ook dit jaar. De werkelijkheid is echter anders: metropool Mataquintos snoof tot het ochtendgloren, in het jungleachtige noorden slingerde men naakt aan lianen en op de pampa’s van het zuiden vonden weer de met drank overgoten lamarodeo’s plaats. En in de Andes, in het westen, streefde elk plaatsje naar het hoogste vreugdevuur. 

Dit jaar streek San Cristóbal met de eer: de vlammen reikten wel 21 meter hoog. Het resultaat van gemeenschapszin, stelt Geraldo Puños (59), een van de vegers op het plein. ‘Aan de brandstapel draagt iedereen zijn steentje bij,’ zegt hij. ‘Een oud kastje, een stoel.’ Zelfs de overheid deed mee: de Immigratiedienst doneerde zevenhonderd in beslag genomen panfluiten van illegale Bolivianen, en één beenprothese.

Het vreugdevuur is simpelweg een traditie in San Cristóbal. Na middernacht vormen de mannen uit het stadje een kring en dansen er zo dicht mogelijk tegenaan. Wie als eerste zijn snor schroeit, krijgt – behalve rode blaren in zijn gezicht – de unieke kans om de nacht door te brengen met een scholiere naar keuze.

Ramira lacht: afgelopen maandag was zij zo’n scholiere. ‘Ik wist van toeten noch blazen, ik vond er niks aan. Toen hij zijn vriendengroep ging halen, ben ik hem snel gepeerd!’
Noud Nijssen

Deze culturele reportage was eerder te lezen in de Volkskrant.