Een Managuayaanse tank op patrouille |
De aankondiging van de Egyptische president Moebarak dat hij zal opstappen, maar pas over acht maanden, is een typisch geval van too little, too late. Ook de geschiedenis van Managuay zit er vol mee.
- 1511: ‘Okee, okee, we gaan via het Noorden,‘ zei ontdekkingsreiziger Francesc de Manresa, op zoek naar de zilvermijnen van Managuay, geïrriteerd tegen de laatst overgeblevene van zijn oorspronkelijk 300-koppige, maar inmiddels aan schurft en tyfus overleden bemanning, toen zijn lekkende galjoen bij Vuurland op een zandbank liep.
- 1841: ‘Wij bieden u persvrijheid aan.’ Deze laatste woorden van generaal Umberto ‘Guapi’ Bantaro, dictator van Managuay van 1839-1841, waren gericht tegen de voormannen van de revolutionaire horde die brandstichtend en plunderend door het presidentiële paleis trok, zojuist de voltallige familie van Bantaro had geslacht en nu de dictator zelf aantrof in de personeelsvertrekken, op handen en voeten weggedoken achter de toiletpot.
- 1963: ‘Wacht, ik zet hem in z’n achteruit.’ Aldus de chauffeur van de tank die in opdracht van het toenmalige militaire regime over een tiental demonstrerende dwaze moeders reed, maar toen toch tot inkeer kwam.