MUZIEKRECENSIES: Cor Favor, Los Managuayos, Cuarteto Chico Malsueño

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco

Uit het toonaangevende Managuayaanse muziekblad Oreja: recensies van nieuwe platen!

Cor Favor – Un aguardiente *
Je zou denken dat Cor Favor enige schaamte bezit, maar niets is minder waar. De zanger met de lolligste artiestennaam sinds Tony Tortilla durft het aan om wéér een plaat af te scheiden, en gezien het succes van de vorige gaat ze hem nog platina opleveren ook. Het niveau van de Nederlandse pimpelaar kent u inmiddels, maar toch willen we even kwijt dat het titelnummer ‘Un aguardiente’ – een vertaling van een Nederlandse hit van erg lang geleden – ooit ‘Pikketanussie’ heette, en een snelle blik in het woordenboek leert dat pik ‘penis’ betekent en anussie ‘kleine reet’. Tot zover.

Los Managuayos – Flauta de Pan XIX ***
Hoera, een nieuwe plaat van de panfluitprinsen van Los Managuayos! De bamboebobo’s hebben schijt aan conventies, en daarom klinkt deze editie van Flauta de Pan weer precies zoals de vorige negentien. Never change a winning team, want er zijn maar weinig muzikanten die je zowel in de jungle als op de pampa’s het gevoel kunnen geven alsof je in een lift staat.

Cuarteto Chico Malsueño – Basilisco loco *****
Het is niet makkelijk voor een traditioneel jazzkwartet met een groene basilisk om zich te onderscheiden binnen de Zuid-Amerikaanse jazztraditie. Ritmes, harmonieën en structuren verdrinken makkelijk in een clichébad. Zoniet bij Chico Malsueño. Zijn opgewekte grooves, de episch opgebouwde postrock-crescendo’s en de onwijs te wauwe lyrics sleuren je mee in een bedwelmende trip waaruit je wakker wordt met slechts één doel: ook zo’n basilisk kopen, en wel nu.

BOEKRECENSIE: De Schrik der Vagijnen *

Teatro Colón, Buenos Aires

Vorig jaar onthulde Alejandro Castiglione dat hij werkte aan een ‘erotische tenorenroman’ die hij grappend ‘Liefde in tijden van opera’ noemde. Het resultaat doet echter meer denken aan ‘Honderd jaar sneuheid’.

Door Ben de Faats

Uiteindelijk is de titel van Castigliones boek De Schrik der Vagijnen geworden (El Terror de las Vulvas), waarmee de Managuayaanse bestsellerauteur zich definitief schaart in het rijtje pompeuze pseudoromanciers – iets wat we na het in de Griekse Oudheid gesitueerde pornowerkje O, die Poes! en de vunzige avonturenroman-pastiche De Man met de Rode Pimpernel in zijn Pofbroek al vermoedden.

De Schrik der Vagijnen
is het verhaal van de Italiaanse tenor Manzetti die op zijn sterfbed ligt, precies honderd jaar oud. Hij blikt terug op zijn leven, maar dan vooral op de vele avontuurtjes die hij beleefde in de coulissen van de grote theaters van het Zuid-Amerika van rond 1900. Teatro Colón in Buenos Aires, Teatro Municipal in Lima – Manzetti laat zo’n angstwekkend aantal vrouwen een hoge C produceren dat hij bekend komt te staan als, inderdaad, De Schrik der Vagijnen. Kortom: een verhaal zo dom en zo overduidelijk een excuus om smerigheden te etaleren, dat u zich moet schamen als u deze alinea tot hier heeft uitgelezen zonder uw hoofd minstens één keer tegen de dichtstbijzijnde muur te slaan.

Maar natuurlijk heeft u dat wel gedaan. En u bent de enige niet: uitgevers in onder meer Mexico, Argentinië en Peru hebben al beloofd dat ze Castigliones roman zeker niet in eigen land op de markt gaan brengen. De enige plek waar goedkope kopieën van dit broddelwerk ongetwijfeld van hand tot hand zullen gaan, is het geboorteland van de schrijver: Managuay.

Één ster voor De Schrik der Vagijnen. Ik vond er geen kut aan.

Pong: Legacy

Een computerspelletje als basis voor een actiefilm: het is vaker gedaan. Geeft Pong: Legacy het genre een eigen draai? Absoluut niet.

Regisseur Andrés Iñigo nam Pong als uitgangspunt. Het klassieke tennisspel uit 1972 is nog steeds razend populair in Managuay, al wordt gevreesd of het compatibel is met de Commodore 128, die binnenkort uitkomt. Iñigo verzon een verhaal waarin een fanatieke Pong-speler uit de krottenwijken van San Luís plots in zijn Atari wordt gezogen en in een duistere wereld belandt waarin twee boze, witte rechthoeken hem heen en weer kaatsen over een stippellijn. Aardig uitgangspunt, maar na de wervelende intro was het geld kennelijk op en vervolgens zit je als toeschouwer twee uur lang naar een oersaai potje Pong te kijken. Regisseur Iñigo is echter een achterneef van generaal Jamón, dus: in 3858 zalen. Jammer.

Recensie: Benny Suarez, panfluit performance art

Benny Suarez


Wie:
Benny Suarez
Wat: Panfluit performance art
Waar: Partycentrum Os Hukske, Boxmeer

En wat vonden we ervan: Even dachten we dat Benny Suarez, een al jaren terecht in de marge van het schnabbelcircuit verblijvende, Managuayaanse illegaal, een nieuwe weg was ingeslagen en zijn ware roeping had gevonden in de kunst. Maar nee, meneer verstopt weer blaasinstrumenten in lichaamsholtes en dat het liefst voor een zo groot mogelijk publiek. Omhoog die btw.