Grote aantallen burgers melden zich als vrijwilliger bij de rebellen, zoals deze bus vol schoolkinderen |
MATAQUINTOS – De maoïstische rebellen van Managuay hebben dinsdag La Libertina veroverd. Tegen hun eigen beloften in maakten zij daarbij geen gebruik van traditionele aanvalsmethoden, maar gewoon van 21ste-eeuws wapentuig.
Hoewel de maoïsten het plattelandsbestaan verheerlijken, voeren zij hun opstand tegen het militaire regime – in tegenstelling tot wat zij eerder aankondigden – niet met klassieke indianenwapens. ‘We zullen dat heus wel eens beloofd hebben,’ zei rebellenleider Fernando Sapo gisterenmiddag. ‘Maar als je een leger vol fascisten wil verslaan, bereik je nu eenmaal meer met een kalasjnikov dan met een bommetje van hete bananenpap.’
Met de val van La Libertina, de tweede stad van Managuay, hebben de rebellen na ruim een week strijd het gehele noorden van de Zuid-Amerikaanse bananendictatuur in handen. De opmars gaat verrassend snel, mede dankzij het grote aantal burgers dat zich vrijwillig bij de maoïsten aansluit. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de belofte van een communistische heilstaat, en ook met het uitdelen van gratis drank, sigaretten en tweedehands iPods.
In een rede aan de bevolking van La Libertina, nadat de laatste militairen zich hadden overgegeven, schetste Sapo dinsdag zijn toekomstvisie. ‘Zeven jaar heeft u geleden onder de dictatuur van die zwijnen van generaal Jamón. Nu is het de beurt aan onze dictatuur. U heeft recht op een nieuw Managuay: een land van solidariteit, van brood en werk voor iedereen, en van goede manieren!’ Daarna gaf hij opdracht om alle krijgsgevangenen de keel door te snijden en omgekeerd op te hangen, en vervolgens hetzelfde te doen met alle intellectuelen, ‘oftewel: iedereen met een bril.’
Generaal Arnoldo Pelotón, de Managuayaanse minister van Buitenlandse Zaken, maande vanuit hoofdstad Mataquintos zijn landgenoten tot kalmte: ‘Hier en daar vinden geïsoleerde demonstraties plaats, maar die zullen we binnen één, twee dagen hebben neergeslagen.’ Daarmee herhaalde Pelotón zijn woorden van afgelopen zaterdag.
Foto Piet den Blanken